10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijfdiefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van € 3.500,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2017) aan immateriële schade, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.500,00te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 45 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] , voor een deel van € 1.500,00 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.H.W. Teekman, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en mr. J. Corthals, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Koning, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 2019.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Districtsrecherche Twente, onderzoek ON2R017121 Steenslag. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 15 december 2017, pagina’s 1 en 2, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Vandaag, vrijdag 15 december 2017, was ik samen met mijn zus in de winkel. Omstreeks
09:50 uur was ik niet in de winkel maar achter in het kantoor. Ik hoorde mijn zus, [slachtoffer 1] , roepen: “Wat doe je!”. Ik keek op het scherm van de camerabewaking en zag een man in de winkel staan. Ik ben toen direct ook de winkel in gelopen en zag een man in de winkel. Ik zag dat hij in zijn rechter hand een vuurwapen op mijn zus richtte. Vervolgens zag ik dat de man zich op mij richtte en ook het vuurwapen op mij richtte. Ik hoorde hem roepen: “Kluis”. Ik zei dat wij geen kluis hebben in de winkel. Daarop zag ik dat de man naar de linkerkant van de toonbank liep. Links naast de toonbank is een houten deur. Deze geeft toegang tot de achterkant van de vitrinekasten. Hij wilde daar naartoe. Hij dwong mij om met hem mee te gaan en hield telkens het vuurwapen op mij gericht. Ik hoorde hem zeggen: “Necklace!” daarbij wees hij naar een vitrine. Ik zag dat hij wees met de hand waarin hij het wapen had, zijn rechter hand. Ik hoorde dat daarbij het wapen tegen het glas kwam. Ik hoorde dat het echt metaal was. Al onze vitrines zijn slotvast afgesloten. Ik zei tegen mijn zus dat ze een sleutel op moest halen. Zij kwam even later terug met de sleutel en gaf die aan mij. Ik heb toen de vitrine welke de man aangewezen had opengemaakt. Ik zag dat de man aan zwarte schoudertas bij zich had, een soort sporttas. Ik moest van de man sieraden in die tas doen. Dat heb ik gedaan. Ook heeft de man nog wat horloges gepakt uit een andere vitrinekast. Daarna is de man weer de winkel uit gegaan en is hij op zijn scooter weggereden. Hij droeg een bivakmuts, die zat wat schaaf waardoor hij maar door 1 gat wat kon zien. Hij had ook nog een helm op. Ik kan het vuurwapen als volgt omschrijven: Het was een zwart handvuurwapen. Het had het in zijn rechter hand. Het was ongeveer even groot of iets kleiner dan uw dienstvuurwapen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 15 december 2017, pagina’s 4 en 5, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Ik ben winkelmedewerkster bij [juwelierszaak] aan de [adres] te Nijverdal.
Vanmorgen, vrijdag 15 december 2017, heb ik de winkel omstreeks 9:00 uur geopend
Ik stond midden in de winkel, voor de deur. Ik zag dat een man zijn scooter pal voor de winkel neer zette. Ik zag dat de man geheel in het zwart gekleed was en een zwarte sporttas om had een beetje een vierkant model. Ik zag dat hij met zijn voet de deur open hield en dat hij tegelijkertijd een blok hout uit zijn tas haalde en tussen de deur en het kozijn legde zodat deze niet dicht kon vallen. Ik zag dat hij een pistool uit zijn jas haalde en op mij richtte. Ik hoorde hem tegen mij zeggen: “kluis!” Ik zag dat de man toen zijn pistool op mijn broer richtte toen hij binnenkwam. Ik hoorde de man nogmaals zeggen: “Kluis!”. Toen de man met het pistool tegen een vitrine tikte, hoorde ik aan de tik dat het pistool van metaal was. Ik hoorde dat de man tegen mijn broer zei dat hij de vitrine open
moest doen. Ik hoorde hem zeggen: “Necklace!”. Mijn broer zei tegen mij dat ik een sleutel moest gaan halen. Vervolgens zag ik dat mijn broer sieraden in de tas die de man hij zich had moest doen. Vervolgens is de man weer weg gegaan. Ik zag dat hij op zijn scooter weg reed. Ik zag dat hij over de Grotestraat weg reed in de richting van het politiebureau.
Ik kan de man als volgt omschrijven:
Ik zag dat hij helemaal zwarte kleding droeg. Ik zag dat hij ook nog een helm op had. Ik zag dat hij het wapen in zijn rechter hand had.
Het wapen kan ik als volgt omschrijven:
Ik zag dat het een zwart wapen was. Ik hoorde door de tik op het glas dat het echt metaal
was. Ik zag dat het wapen iets kleiner was dan uw dienstwapen.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
- Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] van 16 december 2017, pagina 134, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, de verklaring van verdachte:
Ik wil verklaren dat ik het gewoon beken en dat ik het niet had moeten doen, sorry.
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] d.d. 8 oktober 2019, voor zover zakelijk weergegeven (pag. 2 en 3):
Ik wist dat er iets ging gebeuren op de dag van de overval, maar ik wist niet wat. [medeverdachte 2] had een wapen en een helm nodig. Ik dacht dat hij de helm en het alarmpistool voor een ribdeal of een overval nodig had. In een app gesprek heb ik [medeverdachte 2] bevestigd dat ik een beng (wapen) en helm kwam brengen. [medeverdachte 2] heeft mij de locatie gestuurd waar ik naartoe moest komen en daar stonden twee auto’s. Ik heb [medeverdachte 2] het wapen en de helm gegeven, waarna hij deze spullen naar de andere auto bracht. [medeverdachte 2] vroeg of ik hem en zijn kameraad naar Zwolle wilde brengen. Even later heb ik [medeverdachte 2] en zijn vriend naar Zwolle gebracht. Ik zag politie rijden en was al bang dat er iets gebeurd zou zijn. Ik heb [medeverdachte 2] het pistool gegeven omdat het een kameraad van mij is.
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 15 december 2017, pagina’s 40 en 41, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 15 december 2017 omstreeks 10.05 uur stond ik aan de Oranjelaan in Nijverdal. Mijn aandacht werd getrokken door een man met een opvallende joggingsbroek (zwart met over de lengte van zijn been een fel oranje streep) die zich onrustig gedroeg. Toen de man bij de auto stond, zag ik een scooter de parkeerplaats oprijden. Op dat moment gebaart de man naar de scooterrijder: doorrijden, doorrijden, waarbij hij in de richting van de Duivecatelaan wees. De scooter was donker van kleur en de bestuurder van de scooter heb ik niet kunnen zien. Alles was donker van kleur: diegene had een donkere helm en was donker gekleed. De scooterrijder reed rustig de parkeerplaats op en op het moment van gebaren reed de scooter harder weg in de richting van de Duivecatelaan en hij reed het bos in. De scooterrijder deed dus wat met de aanwijzing door de man. Daarna zag ik nog twee personen vanuit de Koersendijk komen aanlopen. Het was een kleine en een bedekte man. Mijn zicht werd beperkt door de glasbakken, maar het kan niet anders dan de kleine en de bedekte man in de auto stappen. De auto was een zwarte Volkswagen Scirocco met het kenteken [kenteken] .
- Het proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2018, pagina’s 12 en 13, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de personenauto, een zwarte Volkswagen Scirocco, voorzien van het kenteken[kenteken] werd na onderzoek, in het dashboard een mobiele telefoon aangetroffen. Dit
betreft een witte IPhone 6, voorzien van het Imei-nummer [nummer] . In deze auto zaten de verdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [verdachte] . De tenaamgestelde van de hierboven genoemde zwarte Scirocco is [vrouw verdachte] , geboren op [geboortedatum 2] -1989 te [geboorteplaats 2] , wonende te [woonplaats 2] . Zij is de vrouw van [verdachte] .
Voor het ontgrendelen en veiligstellen van de data van deze telefoon, werd deze verstuurd naar het NFI. De veiliggestelde data werd door mij, verbalisant, onderzocht in relatie tot het gepleegde strafbare feit en ter vaststelling van de mogelijke eigenaar/gebruiker van deze telefoon.
In de database “user accounts” zijn vier e-mailaccounts , twee facebook accounts en één whatsapp account aangemaakt.
USER ACCOUNTS
Bij de Facebook accounts zijn twee User ID-Facebook ID’s te zien waarvan 1 met de
Accountname “ [alias 3] ”. Beide Facebook ID-nummers zijn door mij, verbalisant, ingevoerd in de adresbalk van de website Facebook. Hierbij verschenen de Facebookpagina’s van “ [alias 4] ” en de genoemde “ [alias 3] ”. Op beide pagina’s zijn afbeeldingen te zien van dezelfde persoon. In het politiesysteem BVI-IB heb ik de politiefoto van verdachte [medeverdachte 2] opgezocht en vergeleken met de foto’s op de Facebookpagina’s. Hieruit blijkt dat de foto’s op de Facebookpagina’s vermoedelijk [medeverdachte 2] betreft.
SMS
In de database SMS zijn berichten aangetroffen die beginnen met:
“He [medeverdachte 2] ”, “Beste [medeverdachte 2] ” en “Jooo [medeverdachte 2] ” Zie nader bijlage 3.
WHATSAPP
In de database WhatsApp zijn chatgesprekken aangetroffen waarin men kennelijk de overval op [juwelierszaak] aan het voorbereiden is, danwel overleggen over de te plegen overval. Deze chatgesprekken zijn tussen “ [alias 1] ” en “ [alias 2] ”.
Uit de getuigenverklaring van [vrouw verdachte] , de vrouw van [verdachte] , blijkt dat hij zichzelf [alias 1] noemt. De gebruiker van de naam “ [alias 2] ” in de WhatsApp-chat maakt gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer is gekoppeld aan de onderzochte IPhone 6. In diverse andere WhatsApp-chats, die niet relevant zijn voor dit onderzoek, wordt eveneens de naam “ [alias 2] ” gebruikt met eveneens hetzelfde telefoonnummer. Ook wordt in chatgesprekken de naam “ [alias 3] ”
gebruikt met hetzelfde telefoonnummer.
In alle WhatsApp-chats waar beide namen gebruikt worden zijn zij ook “owner” (beheerder) van deze chatgroep. Gezien al het hierboven genoemde is het zeer aannemelijk dat de gebruiker van deze IPhone 6 de verdachte [medeverdachte 2] is.
- Het schriftelijk bescheid, zijnde het NFI-rapport van 8 augustus 2019, pagina’s 58 tot en met 62, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tabel 1 DNA-profielen van personen
SIN
Naam
Geboortedatum
RAAA7148NL
verdachte [verdachte]
[geboortedatum 1] 1987
RFG712
verdachte [medeverdachte 2]
17 juni 1991
Tabel 2 Resultaten interpretatie en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek
SIN
(omschrijving)
Beschrijving DNA-profiel
DNA kan afkomstig zijn
van
Matchkans DNA-profiel
AAMQ6588NL#01 (handhengsels sporttas)
DNA-mengproflel van minimaal vier personen
verdachte [medeverdachte 1] ,
verdachte [medeverdachte 2] , [naam]
en minimaal één
onbekende persoon
zie 'Bewijskracht van het
vergelijkend DNA-
onderzoek'
AAMQ6590NL#01 (bevestigingsriempjes
helm)
DNA-mengprofiel van minimaal drie personen
verdachte [medeverdachte 1] ,
verdachte [verdachte] en minimaal één onbekende
persoon
zie ‘Bewijskracht van het
vergelijkend DNA-
onderzoek’
DNA-mengprofiel AAMQ6588NL#01
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht (zie ook het kader 'Bewijskracht van
het resultaat van vergelijkend DNA-onderzoek') van de overeenkomsten tussen de DNA-
profielen van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [naam] en DNA-mengprofiel AAMQ6588Nt#01 zijn de volgende aannames gedaan:
- bemonstering AAMQ6588NL#01 bevat DNA van vier personen;
- de onbekende personen in dit DNA-mengprofiel zijn niet onderling of aan [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] of [naam] verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder de
volgende hypotheseparen:
Ten aanzien van verdachte [medeverdachte 2] :
Hypothese 5: De bemonstering bevat DNA van verdachte [medeverdachte 2] en drie willekeurige
onbekende personen.
Hypothese 6: De bemonstering bevat DNA van vier willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AAMQ6588NL#01 is
meer dan 1 miljard keer
waarschijnlijkerwanneer hypothese 5 waar is, dan wanneer hypothese 6 waar is.
DNA-mengprofiel AAMQ6590NL#01
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht (zie ook het kader 'Bewijskracht van
het resultaat van vergelijkend DNA-onderzoek') van de overeenkomsten tussen de DNA-
profielen van [medeverdachte 1] en [verdachte] en DNA-mengprofiel AAMQ6590NL#01 zijn de volgende aannames gedaan:
- bemonstering AAMQ6590NL#01 bevat DNA van drie personen;
- de onbekende personen in dit DNA-mengprofiel zijn niet onderling of aan [medeverdachte 1] of [verdachte] verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder de
volgende hypotheseparen:
Ten aanzien van verdachte [verdachte] :
Hypothese 13: De bemonstering bevat DNA van verdachte [verdachte] en twee willekeurige
onbekende personen.
Hypothese 14: De bemonstering bevat DNA van drie willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AAMQ6590Nl#01 is
meer dan 1 miljard keer
waarschijnlijkerwanneer hypothese 13 waar is, dan wanneer hypothese 14 waar is.
- Het schriftelijke bescheid, inhoudende de whatsappgesprekken die in bijlage 4 van het proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2018 gevoegd zijn, pagina’s 20 tot en met 29, voor zover inhoudende:
[screenshots whatsappgesprekken]
- Het proces-verbaal van sporenonderzoek van 14 januari 2018, pagina 50, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Veiliggestelde sporen/sporendragers
De volgende sporen/stukken van overtuiging werden in het belang van de bewijsvoering
en/of nader onderzoek veiliggesteld:
Goednummer: PL0600-2017574187-1613357
SIN: AAJE9849NL
Object: Vuurwapen (Pistool)
Merk/type: Walther .22 Mm
Kleur: Zwart
Bijzonderheden: Aangetroffen door hond naast boom waar scooter tegenaan stond
- Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 15 oktober 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven de verklaring van verdachte [verdachte] :
Tijdens de aanhouding op 15 december 2017 zaten ik, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] in de Volkswagen Scirocco. Het klopt dat ik [alias 1] ben op whatsapp.