3.3Het oordeel van de rechtbank
De overval
Op 10 januari 2018 heeft een overval plaatsgevonden bij juwelier [naam juwelier] , gevestigd aan de [adres 1] te Venlo. Op de camerabeeldenvan [naam juwelier] is te zien dat er op 10 januari 2018 omstreeks 10.06 uur twee verdachten de juwelierszaak binnenkomen. Beiden zijn in het donker gekleed, hebben een sjaal voor hun gezicht en een capuchon over het hoofd. Verdachte 2 heeft schoenen met lichte zolen en draagt een zwarte tas. Verdachte 1 loopt in de winkel naar de aanwezige medewerkster en houdt haar onder schot met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp. Verdachte 2 loopt richting de vitrine waarachter horloges liggen. Hij heeft een grote hamer in zijn handen en slaat de vitrineruit eruit. Verdachte 2 gooit de hamer van zich af. Vervolgens pakt hij goederen uit de vitrine en stopt ze in de zwarte tas. [slachtoffer 1] komt de winkelruimte binnen. Hij wordt direct onder schot gehouden door verdachte 1 en moet op de grond gaan liggen. Vervolgens komt [slachtoffer 2] het winkelgedeelte binnen. Ook hij wordt onder schot gehouden door verdachte 1 en moet op de grond gaan liggen. Verdachte 2 haalt een tweede vitrine leeg. Verdachte 1 gaat naar de deuropening, waar hij lijkt te gebaren met het op een vuurwapen gelijkend voorwerp en gaat daarna weer naar binnen. Verdachte 2 loopt naar de medewerkster toe, helpt haar overeind en neemt haar mee naar de vitrine die hij geopend wil hebben. Ook uit deze vitrine worden goederen weggenomen en in een tas gestopt. Verdachte 1 verlaat omstreeks 10.07 uur de juwelierszaak en draagt het op een vuurwapen gelijkend voorwerp in zijn rechterhand. Direct achter hem verlaat ook verdachte 2 de winkel en hij draagt een sporttas bij zich. Kort daarna zet [slachtoffer 1] de achtervolging in.
[slachtoffer 3](de winkelmedewerkster) heeft in haar aangifte – zakelijk weergegeven – verklaard dat zij op 10 januari 2018 kort na 10.00 uur in de juwelierszaak aanwezig was toen er twee mannen de winkel in kwamen. De eerste persoon (hierna: dader 1) kwam naar haar toe lopen, strekte zijn arm uit in haar richting en had een grijs gekleurd pistool vast. De tweede man (hierna: dader 2) liep meteen naar de vitrinekast en had iets in zijn handen waarmee hij iets kapot sloeg. Aangeefster [slachtoffer 3] kroop onder de tafel, maar kort daarna werd zij teruggeroepen door dader 1. Hij riep “sleutel, sleutel, open maken”. Zij zag [slachtoffer 1] ook op de grond van de winkel liggen. Hij zei tegen haar dat zij de vitrinekast moest openen. [slachtoffer 3] is opgestaan en heeft met haar sleutels de vitrine aan de binnenzijde van de etalage geopend. Ondertussen hoorde zij dader 2 tegen haar roepen: “Schiet op, schiet op, anders sla ik je helemaal verrot”. Nadat [slachtoffer 3] de vitrinekast had geopend is zij terug achter de tafel gaan liggen en zag zij dat dader 1 sieraden uit de geopende vitrinekast wegnam. [slachtoffer 3] is vervolgens het winkelgedeelte uit gekropen.
[slachtoffer 2] heeft in zijn aangifte– zakelijk weergegeven – verklaard dat hij op 10 januari 2018 werkzaam was in het souterrain van zijn juwelierszaak toen hij een harde gil of kreet hoorde. Hij is de winkel in gelopen en zag dat één van de daders een vuurwapen op hem richtte en hem sommeerde om op de grond te gaan liggen. De dader richtte het vuurwapen op hem en maakte een op en neer beweging. Voorts heeft aangever gezien dat de andere dader met een grote hamer met grof geweld op de vitrine aan het inbeuken was. Aangever hoorde dader 1 tegen [slachtoffer 3] zeggen dat zij een sleutel wilde en [slachtoffer 1] zei dat zij daaraan moest meewerken.
[slachtoffer 1] heeft in zijn aangifte– zakelijk weergegeven – verklaard dat hij zich op 10 januari 2018 in het kantoor van de juwelierszaak bevond en zag dat er zich een ongewone situatie afspeelde in de winkel. Aangever is de winkel in gelopen en werd direct onder schot gehouden door één van beide personen (hierna: dader 1). Hij werd onder bedreiging van een vuurwapen direct gesommeerd om te gaan liggen. Aangever zag dat de andere dader (hierna: dader 2) met een grote hamer de vitrine insloeg. Hij haalde de etalage met horloges van het merk Christiaan van de Klaauw leeg. Op een gegeven moment vroeg hij aan [slachtoffer 3] om de sleutel van de vitrine. Vervolgens sommeerde hij haar de vitrine open te maken, hetgeen zij heeft gedaan. Kort daarna zijn de daders weggerend en is aangever achter ze aan gegaan. Hij zag beide daders achter het stadhuis op een bordeauxrode scooter stappen. Zij reden vervolgens de Sint Urbanusweg op. Ter hoogte van restaurant [naam restaurant] is hij ze kwijtgeraakt.
Getuige [getuige 1]heeft op 10 januari 2018 omstreeks 10.45 uur op de Dr. Marie Curiestraat te Venlo een rode scooter onder een dekzeil zien staan. Hij heeft dit vervolgens aan de politie gemeld.
Het betrof een rode scooter zonder kenteken die onder een grijze hoes op een doodlopend stuk van de Dr. Marie Curiestraat te Venlo stond. Op de plek waar de scooter is aangetroffen, bevindt zich de trap die uitkomt op de Sint Urbanusweg te Venlo.
Getuige [getuige 2]heeft verklaard dat zij op 10 januari 2018 omstreeks 10.20 uur over de Sint Urbanusweg in Venlo reed. Nadat zij restaurant [naam restaurant] was gepasseerd, zag zij aan de linkerzijde twee jongens van de lange trap afrennen. Zij renden naar een auto die geparkeerd stond aan de rechterzijde van de Sint Urbanusweg en stapten beiden in deze auto. Het betrof een metallic licht beige auto. De getuige heeft een deel van het kenteken genoteerd, te weten [kenteken] . Meteen nadat de jongens waren ingestapt, reed de auto hard weg in de richting van Velden.
Tussenconclusie 1:
De rechtbank stelt op basis van vorenstaande bewijsmiddelen vast dat de overval op juwelier [naam juwelier] is uitgevoerd door twee daders. Dader 1 heeft daarbij een op een vuurwapen gelijkend voorwerp gebruikt. Dader 2, die donkere schoenen met witte zolen droeg, heeft met een sloophamer een vitrinekast stukgeslagen en heeft horloges en juwelen uit verschillende vitrines weggenomen. Beide daders zijn vervolgens op een rode scooter weggereden naar de Sint Urbanusweg, waar zij bij restaurant [naam restaurant] uit het zicht verdwenen. Getuige [getuige 2] ziet op deze plek twee jongens van de trap de Sint Urbanusweg oprennen en in een lichtkleurige Ford Focus stappen. Enige tijd later wordt in de straat aan de bovenzijde van de trap een rode scooter zonder kenteken onder een zeil aangetroffen. De rechtbank leidt uit deze omstandigheden af dat de lichte Ford Focus en de rode scooter bij de overval zijn betrokken.
De Ford Focus
Uit onderzoek naar het door getuige [getuige 2] genoemde kenteken is gebleken dat het moet gaan om het kenteken [kenteken] . Dit kenteken is afgegeven aan een Ford Focus, kleur grijs. De auto is eigendom van verhuurbedrijf [naam verhuurbedrijf] in Amsterdam. Verder blijkt uit de verschillende politieregistratiesystemen dat deze auto op 7 januari 2018 omstreeks 23.20 uur gecontroleerd werd in Amsterdam. De bestuurder betrof medeverdachte [medeverdachte 1] en verdachte was de bijrijder.
Het dossier bevat het huurcontractvan de auto. Dit contract staat op naam van medeverdachte [medeverdachte 1] . Daaruit blijkt dat de auto is gehuurd voor de periode van 5 januari 2018 tot en met 12 januari 2018. Het dossier bevat prints van camerabeelden van het verhuurbedrijf ten tijde van het ophalen en retourneren van de auto. De man achter de hoge balie betreft de huurder.
Op de camerabeeldenvan het verhuurbedrijf is te zien dat de persoon achter de balie, die het huurcontract ondertekent, een baseballcap draagt welke is voorzien van een opvallend, wit gekleurd embleem aan de voorzijde.
De Ford Focus met het kenteken [kenteken] was voorzien van een Track- en Tracesysteem. Uit het uitlezen van de GPS gegevens van dit systeem komt naar voren dat de desbetreffende auto zich op 8 januari 2018 van Amsterdam richting Venlo verplaatst.
Tussenconclusie 2:
De rechtbank leidt uit bovenstaande bewijsmiddelen af dat de Ford Focus, welke bij de overval is betrokken, op 5 januari 2018 door medeverdachte [medeverdachte 1] is gehuurd tot 12 januari 2018. Medeverdachte [medeverdachte 1] droeg daarbij een baseball cap met een opvallend wit logo. Verdachte is samen met [medeverdachte 1] op 7 januari 2018 in deze auto gezien.
De sloophamer
Uit onderzoek is gebleken dat de bij de overval gebruikte sloophamer van het merk Sensys uitsluitend door [naam 1] wordt gevoerd. Op 8 januari 2018 omstreeks 13.36 uur bleek een dergelijke sloophamer te zijn verkocht in de [naam 1] , gelegen aan de [adres 2] te Venray.
Op camerabeelden van [naam 1] , gelegen aan de [adres 2] te Venray, is te zien dat er omstreeks 13.33 uur twee mannen in het donker gekleed de winkel inlopen. Persoon 1 draagt grijskleurige bovenkleding met blauwkleurige mouwen. Hij draagt handschoenen. Omstreeks 13.35 uur zijn deze personen te zien bij de kassa, waarbij persoon 1 een sloophamer over zijn rechter schouder draagt en dit op de loopband van de kassa legt. Enkele momenten later verlaten beide personen de winkel. Persoon 1 draagt daarbij de sloophamer.
Blijkens het Track- en Tracesysteem stond de Ford Focus met het kenteken [kenteken] op 8 januari 2018 tussen 13.29 uur en 13.40 uur staat de auto in de buurt van de [adres 2] te Venray.
Tussenconclusie 3:
De rechtbank leidt uit bovenstaande bewijsmiddelen af dat de bij de overval gebruikte sloophamer op 8 januari 2018 bij [naam 1] in Venray is gekocht door twee in het donker geklede mannen, waarvan één donkere schoenen met witte zolen droeg. Op dat moment stond de Ford Focus in de omgeving geparkeerd.
Verblijf Heythuysen
Vervolgens staat de Ford Focus op 8 januari 2018 tussen 14.12 uur en 19.36 uur in de buurt van de [adres 3] te Heythuysen.
Uit onderzoek is gebleken dat medeverdachte [medeverdachte 1] een kamer heeft geboekt voor de nacht van 8 op 9 januari 2018.
Getuige [getuige 3] , de verhuurder van een appartement gelegen aan de [adres 3] te Heythuysen, heeft verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 1] een kamer heeft geboekt voor vier personen van 8 tot 9 januari 2018. De getuige heeft bij de overdracht van de sleutel ook vier personen gezien.
De telefoon in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] straalt in die periode een zendmast in Roggel aan.
Tussenconclusie 4:
De rechtbank leidt uit bovenstaande bewijsmiddelen af dat de inzittenden van de Ford Focus voor de overnachting van 8 op 9 januari 2018 een appartement hebben geboekt in Heythuysen. De boeking was voor vier personen, die ook door de verhuurder zijn gezien. Gelet op de boekingsgegevens en de telefoongegevens maakten medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] deel uit van deze groep.
De aankoop scooter
Vervolgens rijdt de Ford Focus op 8 januari 2018 tussen 20.00 uur en 21.00 uur rond in Venlo, onder andere over de Dokter Aletta Jacobsstraat, de Dr. Marie Curiestraat, de Urbanusweg en de Maaskade. Tussen 21.05 uur en 21.21 uur staat de auto stil in de buurt van de Zwanenstraat te Venlo.
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat hij op 8 januari 2018 tussen 20.00 uur en 21.00 uur had afgesproken op de Zwanenstraat te Venlo met de koper van de door hem aangeboden rode scooter van het merk Piaggo. De motor had geen kenteken. Op de afgesproken plek kwamen twee Marokkaanse jongens naar hem toe. Een van hen vroeg hem of de motor in een keer startte en niet uitviel. Hij vroeg ook verschillende keren of de motor hem niet in de steek zou laten. Wanneer de getuige een foto van de aangetroffen scooter wordt getoond, herkent hij de motor die hij heeft verkocht aan de twee Marokkaanse jongens.
Getuige [getuige 5] heeft de rode scooter op 8 januari omstreeks 23.00 uur het pleintje bij de Dokter Aletta Jacobsstraat te Venlo zien oprijden. De scooter werd daar gestald onder een zeil.
Na het tijdstip van aankoop van de scooter gaat de Ford Focus weer richting Heythuysen waar deze een uur stilstaat, om vervolgens weer een rondje rondom de Sint Urbanusweg en de Maaskade te maken in Venlo en een stukje Duitsland in- en weer uit te rijden. Rond 00.59 uur staat de auto stil bij het appartement in Heythuysen.
Tussenconclusie 5:
De rechtbank leidt uit bovenstaande bewijsmiddelen af dat de na de overval aangetroffen rode scooter zonder kenteken op 8 januari 2018 door getuige [getuige 4] is verkocht aan twee Marokkaanse jongens. Ook hierbij stond de Ford Focus in de omgeving geparkeerd.
9 januari 2018
Op 9 januari 2018 vanaf 09.30 uur rijdt de Ford Focus weer richting Venlo. Tussen 10.23 uur en 10.53 uur staat de auto op het Wilhelminapark te Venlo
Getuige [getuige 6]heeft verklaard dat op 9 januari 2018 omstreeks 10.00 uur op de Dokter Aletta Jacobsstraat te Venlo een scooter stond waarover een doek of hoes zat. Op dat moment kwamen er twee jongens vanuit de Sint Urbanusweg het bergje omhoog lopen, de Dokter Aletta Jacobsstraat in. Zij liepen naar de scooter en haalden de hoes er af. Er stond een oranje/rood kleurige scooter onder zonder kentekenplaat. Een van de jongens probeerde de scooter te starten, maar dat lukte niet. Vervolgens liepen beide jongens weg met de scooter in de richting van de Sint Urbanusweg.
Vanaf 11.03 uur wordt de route van de Ford Focus vervolgd naar Duitsland en via Nederland uiteindelijk naar Antwerpen, waar de auto tussen 14.26 en 16.20 uur stil staat in de Handelstraat Seefhoek. Daarna zet de auto weer koers via Nederland naar Duitsland, terug naar Venlo. Tussen 20.06 uur en 20.22 uur bevindt de Ford Focus zich op de Albatrosstraat te Venlo. Daarna rijdt de auto naar Roermond. Tussen 22.03 uur en 22.44 uur staat de auto op de Zwartbroekstraat te Roermond.
Op de camerabeeldenvan coffeeshop [naam coffeeshop] , gelegen aan de [adres 4] te Roermond, is te zien dat omstreeks 22.31 uur een Ford Focus parkeert voor de coffeeshop. Vervolgens stappen er vier personen uit de auto, die richting de coffeeshop lopen. De persoon die aan de passagierszijde uitstapt, draagt geen hoofddeksel en heeft witte schoenen aan. De andere drie hebben allemaal een soort baseballpet op het hoofd. De persoon die links achter aan de bestuurderszijde uitstapt, heeft schoenen met een witte zool of rand. De persoon met de witte schoenen loopt daarna weer terug naar de auto en stapt rechts achter in. Deze persoon wordt door de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] herkend als medeverdachte [medeverdachte 2] . Omstreeks 22.43 uur verlaten de andere drie de coffeeshop, stappen in de auto en rijden weg.
Tussenconclusie 6:
De rechtbank leidt uit bovenstaande bewijsmiddelen af dat op 9 januari 2018 problemen zijn geweest met het starten van de scooter en de scooter door twee personen wordt verplaatst. De Ford Focus is omtrent dat tijdstip wederom in dezelfde omgeving te plaatsen. Voorts leidt de rechtbank uit het feit dat er vier personen hebben verbleven in het appartement in Heythuysen, de auto daar niet meer teug is geweest en er op het eind van de dag bij de coffeeshop vier inzittenden uit de auto komen, af dat de auto die dag is gebruikt door de groep van vier personen.
10 januari 2018
Op 10 januari 2018 tussen 05.00 uur en 05.24 uur bevindt de Ford Focus zich weer in Venlo op de Dokter Blumenkampstraat.
Getuige [getuige 7], die werkzaam is bij [naam 2] , gelegen aan de [adres 5] te Venlo, heeft verklaard dat hij omstreeks 05.30 uur op weg was naar zijn werk en het geluid van een stationair draaiende motor van een scooter hoorde. Hij zag op de parkeerplaats bij de flat aan de Hogeschoorweg een rode scooter staan. Over de scooter lag een lichtgrijze deken.
Op de camerabeeldenvan de [naam 2] is te zien dat op 10 januari 2018 omstreeks 05.32 uur een scooter de Genooyerbergen inrijdt en dat deze wordt geparkeerd op het trottoir. Vervolgens komt er ook een auto, welke de lichten dooft om vervolgens op de weg te keren. Tussen 05.44 uur en 05.54 uur zijn er rondom de scooter twee personen te zien.
De telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] straalt omstreeks 06.05 uur een mast aan in Venlo.
De Ford Focus rijdt vervolgens naar Sevenum, waar deze tussen 06.31 uur en 07.21 uur stilstaat op de parkeerplaats van de Tulip Inn.
Vervolgens wordt medeverdachte [medeverdachte 2] op beeld gezien bij [naam 3] te Sevenum als hij Red bull blikjes koopt tussen 06.30 en 07.30 uur.
Tussen 07.35 uur en 07.49 uur is de Ford Focus op de Hogeschoorweg/Karbinderstraat te Venlo en tussen 08.06 en 09.19 uur staat de Ford Focus stil op het bedrijventerrein aan de [adres 2] te Venray.
Op de camerabeeldenvan [naam 2] is te zien dat er omstreeks 09.33 uur een auto uit de richting van de Karbinderstraat komt en dat deze ter hoogte van de Rummerkampstraat stopt. Rechts op het trottoir staat een lichtkleurig voorwerp. Er stappen twee personen uit de auto en lopen richting dit voorwerp. De auto rijdt weer weg en de twee personen blijven bij het voorwerp staan. Het voorwerp verandert naar een donkerkleurig voorwerp. Mogelijk dat het lichtkleurige voorwerp een zeil was dat van het op een scooter gelijkend vervoermiddel is afgetrokken. Een van de twee personen loopt vervolgens in de richting van de Rummerkampstraat naar een lichtkleurige personenauto. Hij gaat in gesprek met de bestuurder. Vervolgens rent deze persoon weer weg en rijdt ook de auto weg. De persoon loopt terug naar de scooter en vervolgens lopen beide personen samen weg. Omstreeks 09.49 uur keren beide personen weer terug en lopen naar de scooter. Even later komt de lichtkleurige auto weer in beeld en stappen beide personen in, waarna de auto wegrijdt. Omstreeks 10.09 uur verschijnt de lichtkleurige auto weer en stappen er drie personen uit en lopen naar de scooter. Vervolgens wordt er een lichtkleurig voorwerp van de scooter gepakt en in de auto gelegd. De auto rijdt achteruit en één van de drie personen stapt weer in. De twee andere personen rijden met de scooter weg richting de Karbinderstraat. De desbetreffende auto, een Ford Focus, en rode scooter worden vervolgens om 10.14 uur gezien op de Sint Urbanusweg rijdend in de richting van de Maaskade. Op de scooter zitten twee in het donker geklede personen. De auto rijdt omstreeks 10.21 uur weer op de Sint Urbanusweg terug.
Op de camerabeeldenvan de binnenstad van Venlo is te zien dat de rode scooter met de twee personen vervolgens de volgende route aflegt:
- 10.12 uur: de scooter steekt vanuit de Sint Urbanusweg met hoge snelheid de Maaskade over en rijdt richting de Maasboulevard. Vervolgens slaat hij linksaf de Peperstraat in richting de Markt;
- 10.13 uur: de scooter rijdt vanuit de Markt richting juwelier [naam juwelier] . Aan de achterzijde van het stadhuis verdwijnt de scooter uit het zicht onder de parasols. Kort daarop komen de twee personen van de scooter vanonder de parasols vandaan en lopen richting juwelier [naam juwelier] . De laatste tien meter voor de ingang beginnen ze te rennen. De achterste persoon draagt een sporttas en haalt daar een lang smal voorwerp uit. Vervolgens lopen beiden de juwelierszaak binnen;
- 10.15 uur: beide personen komen weer uit de juwelierszaak naar buiten en rennen richting de achterzijde van het stadhuis. Zij verdwijnen weer onder de parasols en even later rijden zij met hoge snelheid over de Peperstraat weg richting de Maaskade. Zij vervolgen hun route over de Puteanusstraat richting de Maaskade/Sint Urbanusweg. De bestuurder van de scooter draagt zwarte schoenen met witte zolen. De bijrijder heeft een baseballpetje met een grote witte opdruk.
De baseballpet met witte opdruk van de bijrijder van de scooter vertoont sterke overeenkomst met het baseballpetje dat door medeverdachte [medeverdachte 1] wordt gedragen ten tijde van het huren van de Ford Focus.
Tussenconclusie 7:
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat kort voor de overval vier personen rondom de Ford Focus en de bij de overval gebruikte rode scooter aanwezig zijn geweest. Vervolgens rijden twee personen weg op de scooter en de andere twee in de Ford Focus. Van de twee personen op de scooter, draagt er één donkere schoenen met witte zolen en de andere een baseballpet met een opvallend wit logo. Deze twee personen zijn degenen die de juwelier binnengaan om de overval te plegen. Na de overval voegen zij zich weer bij de twee personen in de Ford Focus.
Duisburg
Uit de Track- en Tracegegevens van de Ford Focus blijkt dat deze om 10.19 uur vanuit Venlo via de A73 en de A40 naar Duitsland rijdt. De auto stopt tussen 11.10 uur en 11.26 uur bij het Shell tankstation ‘ [naam 4] ’ te Duisburg en bij de [naam 5] in Duisburg. Daarna wordt er meteen doorgereden naar het [naam hotel] Hotel, gelegen aan de [adres 6] te Duissern (Duisburg), waar de auto om 11.44 uur aankomt.
Uit onderzoekblijkt dat medeverdachte [medeverdachte 3] twee tweepersoonskamers heeft geboekt in het desbetreffende hotel. Medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] vullen beiden hun gegevens in op een incheckformulier van het hotel en [medeverdachte 3] laat zijn rijbewijs kopiëren.
Op de camerabeeldenvan het [naam hotel] hotel is te zien dat omstreeks 11.55 uur vier mannen inchecken in de door [medeverdachte 3] gehuurde kamers.
Verbalisant [verbalisant 2] stelt aan de hand van de camerabeeldenvan het [naam hotel] Hotel op 5 maart 2018 vast dat [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] op 10 januari 2018 omstreeks 10.50 uur hebben ingecheckt en op 11 januari 2018 omstreeks 5. 28 uur het hotel hebben verlaten.
Tussenconclusie 8:
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat de Ford Focus meteen na de overval naar het [naam hotel] hotel in Duisburg is gereden, waarna vier personen inchecken in het hotel. De rechtbank is van oordeel dat het niet anders kan dan dat dit de vier personen zijn die bij de overval op de juwelier betrokken zijn geweest. Op basis van de gegevens van het hotel is zeker dat medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] twee van de vier personen zijn die van deze groep deel uitmaakten.
Antwerpen
Nadat de vier personen, waaronder [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] , het [naam hotel] hotel op 11 januari 2018 omstreeks 5. 28 uur hebben verlaten, vertrekt de Ford Focus omstreeks 05.39 uur naar Nederland om vervolgens door te rijden naar Antwerpen. Daar wordt de auto omstreeks 10.05 uur geparkeerd bij Q-park in het Diamantkwartier.
Op de camerabeeldenvan stadstoezicht Antwerpen is de zien dat de vier verdachten de parkeergarage verlaten. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] worden op de beelden uit de [adres 7] herkend, waarbij verdachte herkend wordt als de persoon met de schoenen met de witte zool.
Medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] wachten in de [naam 6] , terwijl verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] een daarnaast gelegen winkel binnen lopen. Kort daarna ontmoeten zij elkaar weer. Verdachte overhandigt iets aan [medeverdachte 3] , maar even later ontstaat er ruzie tussen verdachte en [medeverdachte 3] . [medeverdachte 1] probeert de ruzie te sussen.
Medeverdachte [medeverdachte 1] wordt herkend als de persoon met de baseballpet met het witte embleem.
Naar aanleiding van een duw-en trek partij in de [adres 7] worden verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] door Belgische politie in burger gecontroleerd. De medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] worden geïdentificeerd aan de hand van hun identiteitsdocumenten. Verdachte werd meegenomen naar het bureau, omdat hij geen identiteitsdocumenten kon overleggen. Verdachte blijkt een contant geldbedrag van 2.500 euro in biljetten van 50 en één van 500 euro bij zich te hebben. Verdachte verklaart dit die dag te hebben gepind.
Uit onderzoeknaar de pintransacties van de bankrekening van verdachte blijkt dat rond 11 januari 2018 geen bedrag van 2.500 is gepind of opgenomen.
Ondertussen lopen de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] omstreeks 12.33 uur de winkel [naam winkel] , gelegen aan de [adres 7] te Antwerpen binnen. Om 12.42 uur verlaten zij de winkel weer en gaan via het politiebureau terug naar de parkeergarage.
Getuige [getuige 8], zijnde de zaakvoerder van [naam winkel] , heeft op de aan hem getoonde foto’s van de gestolen horloges, drie horloges meteen herkent. Deze waren hem twee weken eerder aangeboden door twee mannen van Marokkaanse afkomst, zo verklaart hij op 26 januari 2018. De getuige werd de foto getoond van de camerabeelden van de [adres 7] met drie van de verdachten. Hierop verklaarde [getuige 8] dat twee van deze personen zijn winkel hebben bezocht. Zij hebben hem de drie uurwerken aangeboden.
De verdachten keren terug naar de parkeergarage. Omstreeks 12.57 uur verlaat de Ford Focus de parkeergarage in Antwerpen en vertrekt richting Amsterdam.
Tussenconclusie 9:
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en de twee andere verdachten in de vroege ochtend van 11 januari 2018 het [naam hotel] Hotel verlieten. Zij kwamen samen aan in Antwerpen en bij het verlaten van de parkeergarage werden de verdachte en [medeverdachte 1] op camerabeelden herkend. Uit deze bewijsmiddelen blijkt verder dat de vier verdachten ook na de overval bij elkaar aanwezig zijn geweest in Antwerpen en hebben geprobeerd gestolen horloges te verkopen. Daarbij zijn verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] winkels binnengelopen. Voorts had verdachte een groot contant geldbedrag op zak, waaronder één biljet van 500 euro. De verklaring van verdachte dat hij het geld heeft gepind van zijn rekening wordt weerlegd door het onderzoek naar de pintransacties.
Betrokkenheid verdachte
Verdachte wordt door de verbalisanten van de politie Amsterdam op de camerabeelden van de [adres 7] te Antwerpen herkend als de persoon met het zwarte petje en de zwarte schoenen met witte zolen.
Op de camerabeelden die in het onderzoek naar de overval zijn bekeken, bleek dat slechts één van de vier betrokken personen steeds (sport)schoenen droeg waarvan de zolen rondom een witte rand hadden. Gezien het feit dat verdachte op de camerabeelden wordt herkend als de persoon met de donkerkleurige sportschoenen, is het aannemelijk dat verdachte de persoon is die op de diverse camerabeelden te zien is en steeds de donkerkleurige sportschoenen draagt met rondom de zolen een witte rand, te weten:
- op 8 januari 2018 bij de [naam 1] in Venray als hij de breekhamer koopt;
- op 9 januari 2018 als hij links achter in de Ford Focus stapt bij coffeeshop [naam coffeeshop] in Roermond;
- op 10 januari 2018 als hij naar de Ford Focus loopt en met de bestuurder gaat praten;
- op 10 januari 2018 als hij met medeverdachte [medeverdachte 2] met een hamer naar de scooter loopt;
- op 10 januari 2018 als bestuurder van de rode scooter die naar juwelierszaak [naam juwelier] rijdt;
- op 10 januari 2018 als de dader met de breekhamer in zijn handen in juwelierszaak [naam juwelier] ;
- op 10 oktober 2018 bij binnenkomst in het [naam hotel] hotel te Duisburg;
- op 11 januari 2018 in Antwerpen.
Wanneer verdachte op 14 februari 2018 het politiebureau in Amsterdam verlaat, draagt hij ook donkere schoenen met witte zolen.
Tussenconclusie 10:
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat verdachte degene is die op de verschillende camerabeelden is te zien als de persoon met de donkere schoenen met de witte zolen. De rechtbank overweegt daarbij dat verdachte op de camerabeelden van Antwerpen uitdrukkelijk is herkend als de persoon met de desbetreffende schoenen. Voorts is er in de steeds vaste samenstelling van de vier bij de overval betrokken personen telkens maar één persoon die deze schoenen draagt en acht de rechtbank het niet aannemelijk dat de verdachten onderling van schoenen hebben gewisseld.
Eindconclusie
Gelet op de in het voorgaande vastgestelde de feiten en omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] in de periode van 8 tot en met 11 januari 2018 zowel tijdens de voorbereiding als tijdens en na de overval op juwelier [naam juwelier] een groep hebben gevormd die intensief heeft samengewerkt. Zij zijn steeds bij elkaar of in elkaars buurt. Voorts zijn zij allemaal rondom het tijdstip van de overval op de juwelierszaak aanwezig, hetzij in de winkel als overvaller hetzij in de Ford Focus die klaarstaat om samen weg te vluchten naar Duitsland.
Verdachte heeft naar oordeel van de rechtbank een significante bijdrage geleverd aan de overval. Hij wordt immers middels zijn schoenen met witte zool herkend als degene die de gebruikte sloophamer bij de [naam 1] koopt, degene die op de beelden van [naam 2] bij de scooter aanwezig is kort voor de overval, degene die de scooter bestuurt op weg naar de juwelier en als degene die tijdens de overval met de sloophamer een vitrinekast kapot slaat en de vitrines leegrooft. Ook wordt hij herkend in het [naam hotel] Hotel in Duitsland de middag na de overval en is hij degene die in Antwerpen als eerste een winkel binnenloopt en daarna 2.500 euro op zak blijkt te hebben.
Gelet op vorenstaande acht de rechtbank dan ook het medeplegen van de ten laste gelegde overval wettig en overtuigend bewezen.