4.4Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt aan de hand van het dossier de volgende feiten en omstandigheden vast.
Factuur d.d. 5 maart 2013, gericht aan [bedrijf 2]
In de administratie van [bedrijf 6] is een orderbevestiging van [verdachte] van 28 december 2012 met nummer 75236 aangetroffen, gericht aan [bedrijf 2] (hierna: [naam 11] ), wegens de verkoop van een aantal landbouwmachines voor een bedrag van € 23.750,-- exclusief btw. Op deze orderbevestiging was een “post-it”-velletje geplakt waarop stond geschreven:
‘Bon 75236 Deze rekening eerst sturen! (subsidie). Bon 75237 Dit is de werkelijke factuur’.
In de administratie is tevens een orderbevestiging d.d. 28 december 2012 met nummer 75237 voor een bedrag van € 15.625,-- exclusief btw aangetroffen.
Op 5 maart 2013 is wegens de verkoop aan [naam 11] van een Trimble gps/rtk systeem een factuur van € 23.750,-- exclusief btw opgemaakt. Deze factuur is op 10 maart 2013 betaald door [naam 11] .Op 13 maart 2013 is een creditnota voor € 23.750,-- exclusief btw opgemaakt. Dit bedrag is op 14 maart 2013 (terug)betaald aan [naam 11] .
Op 13 maart 2013 is wegens de verkoop van een Trimble gps/rtk systeem aan [naam 11] tevens een factuur van € 15.625,-- exclusief btw opgemaakt, die vervolgens door [naam 11] in twee delen is betaald.
[naam 11] heeft verklaard dat hij zaken heeft gedaan met vertegenwoordiger [naam 11] van [verdachte] .De vertegenwoordiger [naam 11] heeft erkend dat het handschrift op de orderbevestiging van 28 december 2012 van hem is, alsmede dat de teksten
‘Deze rekening eerst sturen’en
‘Dit is de werkelijke factuur’op de “post-it”-plakker door hem zijn geschreven.
Factuur d.d. 11 april 2013, gericht aan [naam 2]
Op 11 april 2013 is ten name van [naam 2] een factuur van € 30.795,-- exclusief btw opgesteld wegens de aankoop van een aantal landbouwmachines.
Op 12 juli 2013 is ten name van [naam 2] een creditnota van € 14.795,-- exclusief btw opgemaakt.
[medeverdachte] heeft verklaard dat hij bij deze verkoop als vertegenwoordiger van [verdachte] heeft opgetreden en dat bewust een te hoge factuur is opgesteld zodat [naam 2] een hogere subsidie kon aanvragen.
Factuur d.d. 26 april 2013, gericht aan [naam 3] en [naam 4]
Op 26 april 2013 is ten name van [naam 3] een factuur van € 26.500,-- exclusief btw opgesteld wegens de aankoop van een landbouwmachine.
Op 19 augustus 2013 is ten name van [naam 3] een creditnota van € 10.750,-- exclusief btw opgemaakt.
Op een ongedateerd dagrapport, ondertekend door [medeverdachte] staat (onder meer):
‘ [naam 3] betaalt € 26.500 voor Gps systeem, moet in werkelijkheid betalen € 15.750’.
[naam 3] heeft verklaard dat hij een systeem van € 26.500,-- wilde, maar dat [medeverdachte] aangaf dat hij het systeem kon aanbieden voor een lager bedrag. [naam 3] heeft vervolgens gevraagd om hem een factuur voor het volledige bedrag te sturen zodat hij de volledige subsidie kon aanvragen.[medeverdachte] heeft erkend dat hij als vertegenwoordiger bij deze verkoop betrokken is geweest en dat op de factuur een hoger bedrag staat dan hetgeen, voorafgaand aan het opmaken van die factuur, als prijs tussen partijen was afgesproken.
Factuur d.d. 17 mei 2013, gericht aan [bedrijf 3]
Op 17 mei 2013 is ter zake van de aankoop door [bedrijf 3] van een Amazone UX 4200 veldspuit bij [verdachte] een factuur ten bedrage van € 144.750,-- exclusief btw opgemaakt. Deze factuur is op 21 juni 2013 volledig door [bedrijf 3] betaald.
Op 29 mei 2013 is ten behoeve van [bedrijf 3] een creditnota van € 51.000,-- exclusief btw opgesteld. Dit bedrag is op 18 juni 2013 door [verdachte] aan [bedrijf 3] (terug)betaald.
Op 30 mei 2013 is in verband met de inruil van een Dubex veldspuit een creditfactuur van
€ 20.000,-- exclusief btw opgesteld ten behoeve van [bedrijf 3] .Uit een in de administratie van [verdachte] ten name van [bedrijf 3] aangetroffen dagrapport valt af te leiden dat deze Dubex is ingeruild op de aan te schaffen Amazone UX 4200.
In de administratie van [verdachte] is voorts een document aangetroffen waarin onder meer staat:
‘Door ons te betalen: Amazone spuit € 175.147,--‘en
‘Door ons te ontvangen: verschil wat wij te veel betalen op de nieuwe spuit i.v.m. rekening en echt bedrag: € 85.910,--‘.
[medeverdachte] heeft verklaard dat met ‘echt bedrag’ in voornoemd document wordt bedoeld het bedrag dat verdachte in werkelijkheid voor de spuit moest betalen.
De rechtbank concludeert dat het in dit document genoemde bedrag van € 175.147,-- overeenkomt met de prijs van de Amazone veldspuit op de factuur van 17 mei 2013 inclusief btw, en dat het bedrag van € 85.910,-- overeenkomt met het bedrag van de inruil van de Dubex veldspuit (€ 24.200,-- inclusief btw) vermeerderd met het bedrag van de creditfactuur van 29 mei 2013 (€ 61.710,-- inclusief btw).
Factuur d.d. 13 augustus 2013, gericht aan [naam 5]
Op 13 augustus 2013 is ter zake van de aankoop door [naam 5] van landbouwmachines bij [verdachte] een factuur opgemaakt van € 62.560,-- exclusief btw.heeft de volledige op de factuur vermelde koopprijs voldaan.
Bij [verdachte] is een ongedateerd schrijven aangetroffen, dat is ondertekend door [naam 12] (vertegenwoordiger van [verdachte] ) en [naam 5] , waarop onder meer staat:
‘totaal factuur inzake subsidieregeling € 62.560’en
‘werkelijk te betalen € 46.775,--’.
Op 8 april 2014 is een creditnota ten behoeve van [naam 5] van € 9.785,-- exclusief btw opgemaakt en aan hem betaald.
Orderbevestiging d.d. 2 september 2013, inhoudende een aankoop door [bedrijf 4]
Ter zake van de verkoop van een Amazone UX 6200 veldspuit, een Trimble gps/rtk systeem en de inruil van een andere machine zijn op 14 en 25 maart 2013 facturen opgemaakt, waaruit een totaal te betalen bedrag van € 8.750,-- exclusief btw (factuur 14 maart 2013) en
€ 83.000,-- exclusief btw (facturen van 25 maart 2013) blijkt.Deze bedragen heeft [bedrijf 4] op 20 maart 2013 respectievelijk 2 april 2013 betaald.
Op 30 oktober 2013 heeft de accountant van [bedrijf 4] een verzoek tot vaststelling van een subsidie ingediend bij de Dienst Regelingen op basis van een orderbevestiging van
2 september 2013 met een bedrag van € 127.075,-- exclusief btw (zijnde € 153.760,75 inclusief btw) voor een Amazone veldspuit UX 6200 en een Trimble rtk/gps systeem.Op 31 oktober 2013 (derhalve een dag na de betaling aan [verdachte] door [bedrijf 4] ) heeft [verdachte] een bedrag van € 153.760,75 teruggestort naar de privé bankrekening van [bedrijf 4] .
[naam 11] (vertegenwoordiger van [verdachte] ) heeft verklaard dat [bedrijf 4] hem na de facturatie en nadat [bedrijf 4] al vier maanden met de gekochte machine had gewerkt, heeft gebeld met de mededeling dat het administratief anders geregeld moest worden.[naam 11] heeft vervolgens in opdracht van de directie een nieuwe orderbevestiging gemaakt.
Factuur d.d. 23 oktober 2013 [naam 6]
Op 23 oktober 2013 is een factuur ten name van [naam 6] van € 80.000,-- exclusief btw opgemaakt wegens de aankoop van een landbouwmachine.
Op 30 april 2014 is ten name van [naam 6] een creditnota van € 9.500,-- exclusief btw opgemaakt.
[medeverdachte] heeft verklaard dat hij als vertegenwoordiger van [verdachte] bij deze verkoop betrokken is geweest en dat het bedrag van de subsidietoezegging is gefactureerd, waarna een creditnota is gemaakt om tot de daadwerkelijk afgesproken prijs te komen.
Facturen d.d. 28 oktober 2013, gericht aan. [naam 7]
Op 28 oktober 2013 zijn ten name van [naam 7] twee facturen van € 132.000,-- exclusief btw respectievelijk € 36.000,-- exclusief btw opgemaakt wegens de aankoop van landbouwmachines.
Op 7 mei 2014 zijn ten name van [naam 7] twee creditnota's van € 11.000,-- exclusief btw respectievelijk € 6.000,-- exclusief btw opgemaakt.
[medeverdachte] heeft erkend dat hij als vertegenwoordiger van [verdachte] bij deze verkoop betrokken is geweest en dat de facturen bewust tot een te hoog bedrag zijn opgemaakt.
Factuur d.d. 27 december 2013, gericht aan [naam 8]
Op 27 december 2013 is ten name van [naam 8] een factuur van € 130.000,-- exclusief btw opgemaakt wegens de aankoop van een landbouwmachine.
Op 18 april 2014 is ten name van [naam 8] een creditnota van € 35.000,-- exclusief btw opgemaakt.
[medeverdachte] heeft verklaard dat deze factuur te hoog is opgemaakt zodat [naam 8] een te hoog bedrag aan subsidie kon aanvragen.
Conclusie
De rechtbank acht op basis van de weergegeven feiten en omstandigheden, telkens in onderling verband en samenhang bezien, bewezen dat de genoemde facturen en orderbevestiging valselijk zijn opgemaakt met het oogmerk om als echt en onvervalst te doen gebruiken.
De strafbaarheid van [verdachte]
De rechtbank is van oordeel dat aan de vereiste voorwaarden voor strafbaarheid van verdachte is voldaan, aangezien verdachte geadresseerde is van de norm en de verboden gedragingen en het opzet aan verdachte kunnen worden toegerekend.
De rechtbank overweegt daartoe dat de verboden gedragingen in de sfeer van de rechtspersoon hebben plaatsgevonden nu het actieve handelingen waren die door drie in dienstbetrekking werkzame vertegenwoordigers van verdachte zijn verricht, de gedragingen (het (laten) opmaken van facturen) passen in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon, terwijl de verboden gedragingen dienstig zijn geweest aan de rechtspersoon nu zij de klantenbinding en de omzet hebben bevorderd. Eveneens kan het opzet van de drie vertegenwoordigers aan verdachte worden toegerekend.