ECLI:NL:RBOVE:2019:3437
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.F. Bijloo
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening Wajong-uitkering na eerdere afwijzing wegens toegenomen arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 30 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. De eiser had een verzoek ingediend om terug te komen op een eerdere afwijzing van zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser in 2011 een aanvraag had gedaan die was afgewezen omdat hij in staat werd geacht het maatmaninkomen te verdienen. In 2016 werd hij opgenomen in het landelijke doelgroepenregister, maar in 2018 diende hij opnieuw een aanvraag in, die leidde tot het bestreden besluit van 18 januari 2019, waarin zijn bezwaar ongegrond werd verklaard.
De rechtbank heeft het procesverloop besproken, inclusief de zitting op 2 september 2019, waar de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en begeleidster. De rechtbank heeft overwogen dat de eiser geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die aanleiding zouden geven om het eerdere besluit te herzien. De medische informatie die door de eiser werd ingediend, was wel nieuw, maar leidde niet tot een andere beslissing dan die in 2011. De rechtbank concludeert dat de aanvraag van de eiser breder is opgevat dan hij had beoogd, en dat hij terecht in aanmerking is gebracht voor een uitkering met ingang van de datum van zijn laatste aanvraag, 13 juli 2018.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.