ECLI:NL:RBOVE:2019:3201

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 september 2019
Publicatiedatum
9 september 2019
Zaaknummer
08-997035-18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het vervoeren en voorhanden hebben van illegaal vuurwerk en munitie

Op 9 september 2019 heeft de Rechtbank Overijssel een 34-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De man was samen met een medeverdachte betrokken bij het illegaal vervoeren van vuurwerk van Duitsland naar Nederland. In de periode van januari tot september 2018 had hij 1475,5 kilogram professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, in Nederland gebracht en voorhanden gehad. Daarnaast had hij ook 5000 pyro-patronen, die als munitie worden aangemerkt, in zijn bezit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde, aangezien hij het vuurwerk zelf had gekocht en de medeverdachte had ingeschakeld voor het vervoer. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar voor de bewezen feiten, die in strijd zijn met het Vuurwerkbesluit en de Wet wapens en munitie. De verdachte had eerder al een veroordeling voor vergelijkbare feiten en de rechtbank weegt de ernst van de gepleegde feiten zwaar mee in de strafoplegging. De verdachte had zich bewust blootgesteld aan de risico's van het vervoeren van illegaal vuurwerk, wat grote gevaren met zich meebrengt voor de samenleving. De rechtbank besloot tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, maar hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder de zorg voor zijn minderjarige dochter.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer 08-997035-18 (P)
Datum vonnis: 9 september 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1985 in [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 augustus 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. D. van Ieperen en van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van januari tot september 2018 te Nieuw-Schoonebeek samen met anderen 1475,5 kilogram bangers, zijnde professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en voorhanden heeft gehad;
feit 2:in de periode van oktober 2017 tot september 2018 te Nieuw-Schoonebeek samen met anderen munitie, te weten 5000 pyro-patronen, voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 18 september 2018, althans in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek, in de gemeente Emmen en/of elders in het arrondissement Noord Nederland, althans in Nederland en/of in Duitsland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten: 1475,5 kilogram bangers (artikel Nitraat TP2), althans een hoeveelheid bangers (artikel Nitraat TP2) (zie pag. 110 proces-verbaal), binnen het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht door (telkens) (een deel van) vorengenoemd vuurwerk met een (bedrijfs-)bus (met aanhanger), althans een vervoermiddel, vanuit Duitsland de grens over naar Nederland te vervoeren en/of (een deel van) vorengenoemde hoeveelheid / hoeveelheden vuurwerk voorhanden heeft/hebben gehad;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek in de gemeente Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, munitie van categorie II onder 3, te weten: 5000 stuks, althans een (groot) aantal pyro-patronen (kaliber 15mm) (zie pag. 123 proces-verbaal), voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Op 11 september 2018 werd bij de gemeentewinkel in Schoonebeek een anonieme brief bezorgd waarin was vermeld dat er vuurwerk op de zolder van de paardenstal lag aan [adres 2] te Nieuw-Schoonebeek. Op 18 september 2018 trof de politie op aanwijzing van de bewoner, zijnde [medeverdachte 1] , 130 dozen met nitraten en vijf dozen met knalpatronen aan.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen.
4.3
Het standpunt van de verdachte
Verdachte heeft aangevoerd een zeer beperkte rol te hebben vervuld ten aanzien van dit vuurwerk. Hij heeft alleen contacten gelegd ten behoeve van anderen. Hij heeft zelf geen vuurwerk vervoerd. Het vuurwerk is volgens verdachte eind 2017 naar Nederland gekomen. Verdachte heeft ontkend geweten te hebben dat er dozen met knalpatronen bij de lading zaten, zodat hij daarvoor niet veroordeeld kan worden.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 18 september 2018 hebben verbalisanten op de zolder van de paardenstal aan [adres 2] te Nieuw-Schoonebeek 130 dozen nitraten en vijf dozen pyro-patronen aangetroffen. [medeverdachte 1] is de bewoner van dat perceel. Hij heeft verklaard dat ongeveer tien weken eerder [medeverdachte 2] had gevraagd of [medeverdachte 1] een partij vuurwerk voor hem wilde bewaren.
[medeverdachte 2] heeft bevestigd dat hij het vuurwerk naar de stal van [medeverdachte 1] heeft gebracht. [medeverdachte 2] was medio oktober 2017 gebeld door verdachte die hem had gevraagd naar Duitsland te komen met de bus en een aanhanger. De bus en de aanhanger zijn aldaar volgeladen en thuis heeft [medeverdachte 2] het vuurwerk uit de bus in zijn schuur gelegd. De aanhanger heeft hij vol weggezet. Op een later moment heeft [medeverdachte 2] [medeverdachte 1] gevraagd of hij het vuurwerk daar mocht opslaan.
Verdachte heeft bevestigd dat hij [medeverdachte 2] heeft gevraagd of hij het vuurwerk in Duitsland wilde komen ophalen. Verdachte had deze partij vuurwerk in 2017 gekocht. Deze partij behoorde nog bij een andere partij vuurwerk waarvoor hij op 27 december 2018 door deze rechtbank al is veroordeeld. Hij stond met deze laatste partij in Duitsland, maar had door de aanhoudingen van de toenmalige medeverdachten plotseling geen vervoer meer. Daarop heeft hij [medeverdachte 2] gevraagd het vuurwerk in Duitsland te komen ophalen. Hij is met de leverancier naar de afgesproken plek in Duitsland gereden en daar is de partij overgeladen in de bus en aanhanger die [medeverdachte 2] bij zich had.
Uit onderzoek is gebleken dat er 1475,5 kilo bangers, type nitraat TP2, en 5000 pyro-patronen, zijnde munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie, in de opgeslagen dozen zaten.
Op de dozen met nitraten bevonden zich stickers met de code 43F223/005/18. Uit die code is af te leiden in welke fabriek en in welke provincie in China het vuurwerk geproduceerd is en in welk jaar. Uit onderzoek is gebleken dat de aangetroffen nitraten afkomstig zijn uit fabriek F223, uit de provincie JIANXI en zijn geproduceerd met toestemming en toegelaten door de UN in het jaar 2018.
Uit het vorenstaande leidt de rechtbank af dat op enig moment in 2018 de nitraten en de pyro-patronen, nadat ze door verdachte waren gekocht, op verzoek van verdachte door [medeverdachte 2] naar Nederland zijn vervoerd en later naar [medeverdachte 1] zijn gebracht. De stickers op de dozen wijzen onmiskenbaar op het jaar 2018. [medeverdachte 1] heeft ook verklaard dat ongeveer een week of tien voorafgaand aan 18 september 2018 de dozen bij hem zijn gebracht en [medeverdachte 2] heeft een termijn van drie of vier maanden genoemd. De rechtbank acht de verklaring van verdachte, dat deze partij een laatste partij uit 2017 betrof die samenhangt met een andere partij vuurwerk waarvoor hij inmiddels is veroordeeld, dan ook niet geloofwaardig.
Verdachte heeft ten aanzien van het vervoeren en voorhanden hebben van de nitraten, zoals ten laste gelegd onder 1, opzettelijk gehandeld, omdat hij deze zelf heeft gekocht en dus willens en wetens heeft gehandeld. Verdachte heeft ontkend geweten te hebben dat er ook pyro-patronen bij de lading zaten. Hij wist echter, zo blijkt uit zijn verklaring, dat er regelmatig wat mis was met de leveringen van [leverancier] . Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte, door de inhoud van de dozen niet te controleren (zoals hij heeft verklaard), in ieder geval bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat er ook andersoortig vuurwerk geleverd was.
Dat verdachte niet zelf het vuurwerk heeft vervoerd staat aan een bewezenverklaring niet in de weg, aangezien ten laste is gelegd dat verdachte het ‘tezamen en in vereniging’ met een ander heeft gepleegd. Verdachte heeft het vuurwerk gekocht en [medeverdachte 2] voor het vervoer ervan ingeschakeld. Op verzoek van verdachte heeft [medeverdachte 2] het vuurwerk naar Nederland vervoerd. Hierdoor is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte 2] en kan het vanuit Duitsland naar Nederland vervoeren van het vuurwerk ook voor verdachte worden bewezen. [medeverdachte 2] heeft het vuurwerk opgeslagen bij [medeverdachte 1] . Ook daar kon verdachte erover beschikken, waardoor het voorhanden hebben eveneens kan worden bewezen.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1
hij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek, in Nederland en in Duitsland, tezamen en in vereniging met één ander, opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten: 1475,5 kilogram bangers (artikel Nitraat TP2), binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht door vorengenoemd vuurwerk met een (bedrijfs-)bus met aanhanger vanuit Duitsland de grens over naar Nederland te vervoeren en vorengenoemde hoeveelheid vuurwerk voorhanden heeft gehad;
2
hij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek tezamen en in vereniging met één ander munitie van categorie II onder 3, te weten: 5000 stuks pyro-patronen (kaliber 15mm), voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde onder 1 is strafbaar gesteld in artikel 1.2.2. van het Vuurwerkbesluit in samenhang met artikel 9.2.2.1. van de Wet milieubeheer en het bewezenverklaarde onder 2 is strafbaar gesteld in artikel 26 van de Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2. van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2
het misdrijf: medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van twaalf maanden.
7.2
Het standpunt van de verdachte
Verdachte heeft aangevoerd dat detentie een onevenredige zware wissel zal trekken op zijn gezin vanwege de hulpbehoevendheid van zijn minderjarige dochter. Verdachte heeft een belangrijke rol in het verlenen van zorg aan haar. Daarnaast is tijdens de behandeling van de vorige zaak in december 2018 door de verdediging al verzocht de zaken tegelijk te behandelen. Dat was niet mogelijk. Verdachte heeft aangevoerd dat er nu wel rekening mee dient te worden gehouden dat de taakstraf die destijds is opgelegd inmiddels is verricht. Verdachte heeft verzocht wederom een taakstraf op te leggen, eventueel gecombineerd met een voorwaardelijke straf.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het over de grens van Duitsland naar Nederland vervoeren en voorhanden hebben van een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten 1475,5 kilogram nitraten en 5000 stuks pyro-patronen. De pyro-patronen betreffen munitie in de zin van de Wet wapens en munitie.
De dozen met het vuurwerk zijn opgeslagen in een paardenschuur van een kennis van de medeverdachte. Daarvan heeft een ongeruste burger een anonieme melding gedaan bij de gemeente.
Het vervoeren van en voorhanden hebben van een dergelijke grote hoeveelheid illegaal vuurwerk levert grote gevaren op voor mens en dier en daarmee maatschappelijk onacceptabele risico’s.
Ook het afsteken van dergelijk zwaar en onveilig vuurwerk brengt risico’s met zich, niet alleen voor degene die het ontsteekt, maar ook voor omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging of zwaar lichamelijk letsel, dan wel overlijden kan het gevolg zijn.
Verdachte is reeds eerder aangehouden geweest voor het vervoeren en voorhanden hebben van illegaal vuurwerk en is bij vonnis van 27 december 2018 van deze rechtbank daar ook voor veroordeeld. Ondanks de eerdere aanhouding heeft verdachte in 2018 opnieuw een grote hoeveelheid zwaar illegaal vuurwerk gekocht en geregeld dat het vuurwerk naar Nederland werd vervoerd.
Verdachte heeft wederom de hem bekend zijnde risico’s van het vuurwerk op de koop toegenomen en zich van het gevaarzettende karakter van zijn handelen geen enkele rekenschap gegeven.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging in het vonnis van 27 december 2018 de persoonlijke omstandigheden van verdachte zwaar laten meewegen. In verband met de zorg voor de hulpbehoevende dochter van verdachte en zijn vrouw heeft de rechtbank bij dat vonnis geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.
Verdachte was door de eerdere aanhouding een gewaarschuwd man. Dat, en de voortdurende zorgelijke gezinssituatie, heeft verdachte er echter niet van weerhouden opnieuw een omvangrijke lading illegaal vuurwerk te kopen en wederom een leidende rol te spelen in het vervoeren daarvan.
In het licht van het vorenstaande en gelet ook op de straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in dit geval wel passend en geboden.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf houdt de rechtbank evenwel ook in dit geval rekening met die zorgelijke gezinssituatie, met het gegeven dat deze feiten gepleegd zijn voorafgaand aan de veroordeling in december en de zaken niet gelijktijdig zijn afgedaan, alsmede met het feit dat verdachte na de vorige veroordeling niet opnieuw in beeld is gekomen voor dergelijke feiten.
Alles afwegende zal de rechtbank verdachte een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan negen maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar opleggen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de Economische Delicten, artikel 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2. van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2
het misdrijf: medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
9 (negen) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Aksu, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Offerein-Hulshoff, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 september 2019.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Noord-Nederland met nummer PL0100-2018245941 van 11 januari 2019. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 september 2018:
Pag. 18: Op 18 september 2018 troffen wij, verbalisanten in perceel [adres 2] te Nieuw-Schoonebeek boven een paardenstal ruim 1500 kilogram vuurwerk aan. Het vuurwerk bestond uit 130 dozen nitraten en 5 dozen met ongeveer 5000 pyro-patronen.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte 1] ) d.d. 28 september 2018:
Pag. 88: Ongeveer 10 weken geleden vroeg [medeverdachte 2] mij of ik een partij vuurwerk voor hem wilde bewaren.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte 2] ) d.d. 28 september 2018:
Pag. 34: Ik werd gebeld door [verdachte] . Ik moest naar [bedrijf] in Duitsland komen. [verdachte] vroeg mij de bus en een aanhanger mee te nemen. Ik kreeg toen deze partij vuurwerk in mijn auto en in de aanhanger. De man en [verdachte] hebben daarbij geholpen. Ik had de hele partij die in de bus van de man lag in mijn bus met aanhanger. Vervolgens ben ik naar huis gereden en heb ik het daar eerst in de aanhanger laten staan. De bus heb ik uitgeladen en het vuurwerk uit de bus in mijn schuur gelegd. Ongeveer 3 of 4 maand geleden heb ik het naar [adres 2] bij [medeverdachte 1] gebracht. Ik heb het bij [medeverdachte 1] boven op de paardenschuur gelegd.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 oktober 2018:
Pag. 71: Ik weet dat er op het adres [adres 2] te Nieuw-Schoonebeek vuurwerk is aangetroffen. Dit is de partij vuurwerk die door mij was gekocht. Ik stond in Duitsland met een partij vuurwerk en had geen vervoer. Ik heb [medeverdachte 2] gebeld en die is met zijn werkbus en mijn aanhanger naar mij toe gekomen. Ik ben met de leverancier van het vuurwerk naar [bedrijf] gereden. Daar op de parkeerplaats is het vuurwerk overgeladen in de auto en aanhanger van [medeverdachte 2] .
Pag. 72: Het was iedere keer een zooitje als ik vuurwerk bestelde bij [leverancier] . Vaak had hij andere artikelen bij zich dan dat ik besteld had. ’s Avonds is er toen ook niet geteld of gekeken. De boel is in snel tempo overgeladen.
Het proces-verbaal van onderzoek inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 1 oktober 2018:
Pag. 110: Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers). Het artikelnummer is Nitraat TP2 en het totaal netto gewicht 1475,5 kilo.
Pag. 111: Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
Het proces-verbaal onderzoek munitie d.d. 22 oktober 2018:
Pag. 123: de objecten betreffen munitie (pyro-patronen), aantal 5000 stuks, kaliber 15 mm. De munitie is aan te merken als munitie in de zin van artikel 2 lid 2 categorie II onder 3 van de Wet wapens en munitie.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 oktober 2018:
Pag. 94: Op foto 14 van de partij professioneel vuurwerk welke in 2018 in beslag is genomen onder nummer PL0100-2018245941 is op de buitenkant van de verpakkingsdoos de code 43F223/005/18 te zien. Deze partij vuurwerk is afkomstig van de fabriek F223, uit de provincie JIANXI en is geproduceerd met toestemming van de UN en toegelaten in het jaar 2018.