ECLI:NL:RBOVE:2019:3203

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 september 2019
Publicatiedatum
9 september 2019
Zaaknummer
08-994505-19 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk en munitie

Op 9 september 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 61-jarige man, die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk en munitie. De verdachte werd benaderd door een medeverdachte om opslagruimte te bieden voor een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk en munitie. Op 18 september 2018 vond de politie, op aanwijzing van de verdachte, 130 dozen met nitraten en 5000 pyro-patronen in de zolder van zijn paardenstal. De verdachte verklaarde dat hij niet op de hoogte was van de aard en hoeveelheid van het vuurwerk dat hij had opgeslagen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden veroordeeld voor het primair ten laste gelegde, maar wel voor medeplichtigheid aan het voorhanden hebben van het vuurwerk en de munitie. De rechtbank legde een taakstraf van 120 uur op, waarbij rekening werd gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van de feiten. De rechtbank benadrukte de gevaren van het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk en munitie, en de maatschappelijke risico's die daarmee gepaard gaan.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer 08-994505-19 (P)
Datum vonnis: 9 september 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1958 in [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 augustus 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. D. van Ieperen en van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:op 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek samen met anderen 1475,5 kilogram bangers, zijnde professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, voorhanden heeft gehad, althans dat hij daarbij behulpzaam is geweest door opslagruimte ter beschikking te stellen;
feit 2:op 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek samen met anderen munitie, te weten 5000 pyro-patronen, voorhanden heeft gehad, althans dat hij daarbij behulpzaam is geweest door opslagruimte ter beschikking te stellen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
primair
hij op of omstreeks 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek in de gemeente Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten: 1475,5 kilogram bangers (artikel Nitraat TP2), althans een hoeveelheid bangers (artikel Nitraat TP2) (zie pag. 110 proces-verbaal), voorhanden heeft gehad en/of heeft opgeslagen;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, terzake dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 18 september 2018, althans in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek, in de gemeente Emmen en/of elders in het arrondissement Noord Nederland, althans in Nederland en/of in Duitsland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten: 1475,5 kilogram bangers (artikel Nitraat TP2), althans een hoeveelheid bangers (artikel Nitraat TP2) (zie pag. 110 proces-verbaal), voorhanden heeft/hebben gehad,
bij/tot het plegen van welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek in de gemeente Emmen, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen aldaar - zakelijk weergegeven - opslagruimte aan [adres 1] te Nieuw-Schoonebeek ter beschikking te stellen aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ;
2
primair
hij op of omstreeks 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, munitie van categorie II onder 3, te weten: 5000 stuks, althans een (groot) aantal pyro-patronen (kaliber 15mm) (zie pag. 123 proces-verbaal), voorhanden heeft gehad; de in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, terzake dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek in de gemeente Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, munitie van categorie II onder 3, te weten: 5000 stuks, althans een (groot) aantal pyro-patronen (kaliber 15mm) (zie pag. 123 proces-verbaal), voorhanden heeft/hebben gehad,
bij/tot het plegen van welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek in de gemeente Emmen, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen aldaar - zakelijk weergegeven - opslagruimte aan [adres 1] te Nieuw-Schoonebeek ter beschikking te stellen aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] .

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Op 11 september 2018 werd bij de gemeentewinkel in Schoonebeek een anonieme brief bezorgd waarin was vermeld dat er vuurwerk op de zolder van de paardenstal lag aan [adres 1] te Nieuw-Schoonebeek. Op 18 september 2018 trof de politie op aanwijzing van verdachte, zijnde de bewoner van het perceel [adres 1] , 130 dozen met nitraten en vijf dozen met knalpatronen aan.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
Het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen.
4.3
Het standpunt van de verdachte
Verdachte wist niet dat het ging om professioneel vuurwerk en wist ook niet hoeveel er was gebracht. Hij heeft enkel de zolder ter beschikking gesteld. Om die reden dient hij te worden vrijgesproken.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair en 2 primair is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde onder 1 en 2 heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Op 18 september 2018 hebben verbalisanten op de zolder van de paardenstal van verdachte 130 dozen nitraten en vijf dozen pyro-patronen aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat ongeveer tien weken eerder [medeverdachte 1] had gevraagd of verdachte een partij vuurwerk voor hem wilde bewaren.
[medeverdachte 1] heeft bevestigd dat hij het vuurwerk naar de stal van verdachte heeft gebracht. [medeverdachte 1] was gebeld door [medeverdachte 2] die hem had gevraagd naar Duitsland te komen met de bus en een aanhanger. [medeverdachte 1] heeft het vuurwerk meegenomen naar zijn huis en op een later moment heeft [medeverdachte 1] gevraagd of hij het vuurwerk bij verdachte mocht opslaan.
[medeverdachte 2] heeft bevestigd dat hij [medeverdachte 1] heeft gevraagd of hij het vuurwerk wilde ophalen. Hij had de partij vuurwerk gekocht en stond ermee in Duitsland, maar had geen vervoer.
Uit onderzoek is gebleken dat er 1475,5 kilo bangers, type nitraat TP2, en 5000 pyro-patronen, zijnde munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie, in de opgeslagen dozen zaten.
Op de dozen met nitraten bevonden zich stickers met de code 43F223/005/18. Uit die code is af te leiden in welke fabriek en in welke provincie in China het vuurwerk geproduceerd is en in welk jaar. Uit onderzoek is gebleken dat de aangetroffen nitraten afkomstig zijn uit fabriek F223, uit de provincie JIANXI en zijn geproduceerd met toestemming en toegelaten door de UN in het jaar 2018.
Uit het vorenstaande leidt de rechtbank af dat op enig moment in 2018 de nitraten en de pyro-patronen, nadat ze door [medeverdachte 2] waren gekocht, door [medeverdachte 1] naar Nederland zijn vervoerd en later naar verdachte zijn gebracht. De stickers op de dozen wijzen op het jaar 2018. Verdachte heeft ook verklaard dat ongeveer een week of tien voorafgaand aan 18 september 2018 de dozen bij hem zijn gebracht en [medeverdachte 1] heeft een termijn van drie of vier maanden genoemd.
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] enerzijds en verdachte anderzijds ten aanzien van het voorhanden hebben van het vuurwerk. Verdachte heeft enkel op verzoek van [medeverdachte 1] zijn zolder beschikbaar gesteld voor opslag. Dit is onvoldoende om van een wezenlijke bijdrage in de zin van medeplegen te kunnen spreken, zodat de rechtbank het primair ten laste gelegde bij beide feiten niet bewezen acht.
Verdachte is echter door het beschikbaar stellen van de zolder wel behulpzaam geweest bij het voorhanden hebben van het vuurwerk door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Door de opslagruimte beschikbaar te stellen heeft hij het [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] gemakkelijk gemaakt om de misdrijven te plegen.
Deze medeplichtigheid, zoals bij beide feiten subsidiair is ten laste gelegd, heeft verdachte opzettelijk gepleegd. Verdachte wist dat het om een partij vuurwerk ging. Verdachte heeft zonder te controleren wat er in de dozen zat en hoe groot de opgeslagen partij was, naar het oordeel van de rechtbank in ieder geval bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat er illegaal, professioneel vuurwerk almede pyro-patronen in de dozen zat.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1. subsidiair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de periode van 1 januari 2018 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek, in Nederland en in Duitsland, tezamen en in vereniging met één ander, opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten: 1475,5 kilogram bangers (artikel Nitraat TP2), voorhanden hebben gehad,
bij het plegen van welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, in de periode van 1 januari 2018 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek, opzettelijk behulpzaam is geweest door toen aldaar - zakelijk weergegeven - opslagruimte aan [adres 1] te Nieuw-Schoonebeek ter beschikking te stellen aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ;
2 subsidiair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de periode van 1 januari 2018 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek, tezamen en in vereniging met één ander, munitie van categorie II onder 3, te weten: 5000 stuks pyro-patronen (kaliber 15mm), voorhanden hebben gehad,
bij het plegen van welk bovenomschreven misdrijf hij, verdachte, in de periode van 1 januari 2018 tot en met 18 september 2018 te Nieuw-Schoonebeek, opzettelijk behulpzaam is geweest door toen aldaar - zakelijk weergegeven - opslagruimte aan [adres 1] te Nieuw-Schoonebeek ter beschikking te stellen aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde onder 1 subsidiair is strafbaar gesteld in artikel 1.2.2. van het Vuurwerkbesluit in samenhang met artikel 9.2.2.1. van de Wet milieubeheer en het bewezenverklaarde onder 2 subsidiair is strafbaar gesteld in artikel 26 van de Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1, subsidiair
het misdrijf: medeplichtigheid aan medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2. van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2, subsidiair
het misdrijf: medeplichtigheid aan medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van één maand voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, alsmede een taakstraf van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis.
7.2
Het standpunt van de verdachte
Verdachte heeft vrijspraak bepleit. Voor het geval het tot een veroordeling zou komen heeft verdachte aangevoerd dat een werkstraf zeer belastend voor hem zal zijn, omdat hij vanwege rugklachten hooguit twee uur per dag mag werken. Hij is bereid een boete te betalen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
De twee medeverdachten hebben zich samen schuldig gemaakt aan het over de grens van Duitsland naar Nederland vervoeren en voorhanden hebben van een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten 1475,5 kilogram nitraten en 5000 stuks pyro-patronen. De pyro-patronen betreffen munitie in de zin van de Wet wapens en munitie.
De dozen met het vuurwerk zijn, op verzoek van één van de medeverdachten, opgeslagen op de zolder van de paardenschuur van verdachte. Daarvan heeft een ongeruste burger een anonieme melding gedaan bij de gemeente.
Het voorhanden hebben van een dergelijke grote hoeveelheid illegaal vuurwerk levert grote gevaren op voor mens en dier en daarmee maatschappelijk onacceptabele risico’s.
Ook het afsteken van dergelijk zwaar en onveilig vuurwerk brengt risico’s met zich, niet alleen voor degene die het ontsteekt, maar ook voor omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging of zwaar lichamelijk letsel, danwel overlijden kan het gevolg zijn.
Verdachte werd benaderd door de medeverdachte om behulpzaam te zijn bij het opbergen van het vuurwerk. Verdachte heeft de enorme hoeveelheid zwaar illegaal vuurwerk klakkeloos, zonder iets te vragen of te controleren, bewaard.
Verdachte heeft de hiervoor omschreven risico’s van het vuurwerk daarbij op de koop toegenomen en zich van het gevaarzettende karakter van zijn handelen geen enkele rekenschap gegeven. Dat rekent de rechtbank verdachte zeer aan.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf houdt de rechtbank er evenwel ook rekening mee dat verdachte niet zelf het initiatief heeft genomen tot de aanschaf en het opslaan van het vuurwerk. Hij is erbij betrokken door een van de medeverdachten, heeft de zolder ter beschikking gesteld, maar zich er verder niet mee bemoeid. De rechtbank spreekt verdachte dan ook vrij van het primair ten laste gelegde medeplegen en veroordeelt verdachte voor de medeplichtigheid. Hierdoor valt de straf lager uit dan door de officier van justitie is gevorderd. Daarnaast is verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld.
Gelet echter ook op de straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd acht de rechtbank een taakstraf van na te melden duur passend en geboden. Bij de uitvoering van de taakstraf bestaat de mogelijkheid rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de feiten zijn begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 1a, 2, 6 en 8 van de Wet op de Economische Delicten, artikel 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 22c, 22d, 36b, 36c, 48, 49 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair en 2 primair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, subsidiair
het misdrijf: medeplichtigheid aan medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 1.2.2. van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2, subsidiair
het misdrijf: medeplichtigheid aan medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten 5000 stuks pyro-patronen, verpakt in 5 dozen en 130 dozen vuurwerk, zoals vermeld op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Aksu, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Offerein-Hulshoff, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 september 2019.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Noord-Nederland met nummer PL0100-2018245941 van 11 januari 2019. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 september 2018:
Pag. 18: Op 18 september 2018 troffen wij, verbalisanten in perceel [adres 1] te Nieuw-Schoonebeek boven een paardenstal ruim 1500 kilogram vuurwerk aan. Het vuurwerk bestond uit 130 dozen nitraten en 5 dozen met ongeveer 5000 pyro-patronen.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 28 september 2018:
Pag. 88: Ongeveer 10 weken geleden vroeg [medeverdachte 1] mij of ik een partij vuurwerk voor hem wilde bewaren.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 26 augustus 2019:
[medeverdachte 1] mocht het wel op zolder leggen. Ik heb het niet zelf naar zolder gebracht. Ik wist niet hoeveel er neergelegd was.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte 1] ) d.d. 28 september 2018:
Pag. 34: Ik werd gebeld door [medeverdachte 2] . Ik moest naar Duitsland komen. [medeverdachte 2] vroeg mij de bus en een aanhanger mee te nemen. Ik kreeg toen deze partij vuurwerk in mijn auto en in de aanhanger. Vervolgens ben ik naar huis gereden en heb ik het daar eerst in de aanhanger laten staan. De bus heb ik uitgeladen en het vuurwerk uit de bus in mijn schuur gelegd. Ongeveer 3 of 4 maand geleden heb ik het naar [adres 1] bij [verdachte] gebracht. Ik heb het bij [verdachte] boven op de paardenschuur gelegd.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte ( [medeverdachte 2] ) d.d. 2 oktober 2018:
Pag. 71: Ik weet dat er op het adres [adres 1] te Nieuw-Schoonebeek vuurwerk is aangetroffen. Dit is de partij vuurwerk die door mij was gekocht. Ik stond in Duitsland met een partij vuurwerk en had geen vervoer. Ik heb toen [medeverdachte 1] gebeld en die is toen met zijn werkbus en mijn aanhanger naar mij toe gekomen. Het vuurwerk is overgeladen in de auto en aanhanger van [medeverdachte 1] .
Het proces-verbaal van onderzoek inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 1 oktober 2018:
Pag. 110: Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk (bangers). Het artikelnummer is Nitraat TP2 en het totaal netto gewicht 1475,5 kilo.
Pag. 111: Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
Het proces-verbaal onderzoek munitie d.d. 22 oktober 2018:
Pag. 123: de objecten betreffen munitie (pyro-patronen), aantal 5000 stuks, kaliber 15 mm. De munitie is aan te merken als munitie in de zin van artikel 2 lid 2 categorie II onder 3 van de Wet wapens en munitie.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 oktober 2018:
Pag. 94: Op foto 14 van de partij professioneel vuurwerk welke in 2018 in beslag is genomen onder nummer PL0100-2018245941 is op de buitenkant van de verpakkingsdoos de code 43F223/005/18 te zien. Deze partij vuurwerk is afkomstig van de fabriek F223, uit de provincie JIANXI en is geproduceerd met toestemming van de UN en toegelaten in het jaar 2018.