4.4Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Uit de verklaringen van aangeefster volgt dat verdachte op 1 januari 2019, vlak na middernacht, de woonkamer van aangeefster is binnen gekomen met een fles drank. Nadat aangeefster had aangegeven dat hij moest vertrekken, heeft hij het licht uit gedaan en aangeefster op de bank en vervolgens op de grond geduwd. Verdachte duwde met zijn hoofd tegen het hoofd van aangeefster en probeerde haar te kussen. Terwijl aangeefster op de grond lag heeft verdachte haar handen en polsen vastgehouden en haar bij de keel gegrepen. Aangeefster probeerde zich te verzetten door hem te bijten, maar kon niet voorkomen dat verdachte haar jurk omhoog deed en haar panty en onderbroek uittrok. Verdachte deed zijn spijkerbroek omlaag en ging op haar zitten of liggen. Verdachte probeerde de benen van aangeefster uit elkaar te duwen en probeerde zijn penis bij aangeefster naar binnen te brengen. Doordat aangeefster haar benen bij elkaar hield, kwam de penis op haar buik terecht. Op dat moment kwam getuige [getuige 1] de woonkamer binnen. Verdachte is toen gevlucht.
Deze verklaring van aangeefster wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Zo heeft getuige [getuige 1] verklaard dat hij bij thuiskomst het licht heeft aan gedaan en zag dat aangeefster op de grond lag, dat de man, die half uitgekleed was, bovenop haar zat en aangeefster wurgde. Hij hield haar bij de keel vast. De man deed na binnenkomst van [getuige 1] zijn broek aan, had de gulp nog open en is gevlucht. Hij nam de telefoon van aangeefster mee. De man had kort geknipt, donker haar. [getuige 1] heeft met de buren de politie gebeld. De man heeft de volgende dag de telefoon van aangeefster terug gebracht.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat die nacht om 01.30 uur twee buurmannen van [adres 2] naar haar toe kwamen en haar duidelijk maakten dat ze de politie moest bellen. Ze liep met de buurmannen mee naar een kamer aan [adres 2] . In die kamer zag ze de huilende buurvrouw. Eén van de buurmannen had 112 gebeld en [getuige 2] nam het gesprek over. De huilende buurvrouw sprak twee keer over “sexual”. De buurmannen zeiden “buurman” en wezen naar [adres 4] .
Bij de meldkamer van 112 politie is op 1 januari 2019 om 01.33 uur een telefoongesprek ontvangen van ‘ [getuige 2] ’, [adres 3] te Deventer. Zij liet weten te bellen vanaf [adres 2] . [getuige 2] meldde dat ze verzocht was door de buren om te bellen, omdat de buurvrouw zou zijn aangevallen door de buurman van [adres 4] . [getuige 2] gaf aan dat de buurvrouw wees naar haar keel en dat ze sprak over “sexual”.
De politie is vervolgens ter plaatse gegaan en bij [adres 2] begreep de politie van [aangeefster] , aangeefster, dat ze bij de keel was gepakt door ene [verdachte] die zou wonen aan de [adres 4] .
De politie heeft de bewoner van [adres 4] om 02.11 uur op ongeveer 50 meter van de woning aangetroffen. Hij had een fles alcohol bij zich. De politie liet de man op een briefje zijn gegevens noteren. Hij schreef op dat hij [verdachte] was, geboren [geboortedatum] 1978. De politie heeft een foto van de man gemaakt. De politieagenten hebben waargenomen dat de man krassen in zijn gezicht had en op zijn hemd kleine spatjes bloed had zitten.
De foto is getoond aan aangeefster. Zij heeft bevestigd dat dit de man betreft die haar heeft aangevallen.
Verdachte heeft onder meer verklaard dat hij woont op [adres 4] . Hij droeg die avond een spijkerbroek en een wit t-shirt. Hij is een minuut of vijf in de kamer op [adres 2] geweest. Toen kwam de man van de vrouw de kamer binnen. Verdachte heeft de telefoon van de vrouw gepakt van de tafel en die de volgende avond terug gegeven, samen met buurman [naam 1] .
Verdachte heeft bevestigd dat hij een fles alcohol in zijn broek had en weet niet waarom zijn gulp open is op de foto van de politie.
De hiervoor omschreven omstandigheden ondersteunen naar het oordeel van de rechtbank de aangifte van het slachtoffer. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster en getuige [getuige 1] . Getuige [getuige 1] blijft in zijn verklaring bij de rechter-commissaris, ondanks zijn boosheid op dat moment richting aangeefster, bij zijn eerder afgelegde verklaring met betrekking tot hetgeen hij heeft gezien bij thuiskomst na oud en nieuw. Dat [getuige 1] direct na het voorval de buren heeft benaderd om de politie te bellen wordt bevestigd door getuige [getuige 2] en de 112-melding. Tegen deze getuige wijst aangeefster naar haar keel en spreekt over “sexual”. De politie heeft vervolgens kort daarna verdachte op straat aangetroffen met krassen in zijn gezicht en kleine spatjes bloed op zijn hemd. Hij heeft op zijn borstkas een verwonding die lijkt op een bijtverwonding. Dat past bij de verklaring van aangeefster, die heeft verklaard zich onder meer te hebben verweerd door verdachte te bijten. Verdachte blijkt ook, zoals hij ook zelf heeft verklaard, in het bezit te zijn geweest van de telefoon van aangeefster.
Voor het alternatieve scenario, zoals door verdachte is geschetst, is daarentegen geen ondersteuning te vinden in het dossier. Verdachte heeft verklaard dat aangeefster hem eerder op de avond buiten op straat heeft benaderd door haar hand in zijn broek ter hoogte van zijn kruis te stoppen. Na middernacht zou aangeefster verdachte gedwongen hebben om met haar mee naar binnen te gaan en daar aangekomen zou aangeefster verdachte betast hebben. De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van verdachte ten aanzien van dit scenario ongeloofwaardig en niet consistent is. Nergens blijkt uit dat aangeefster en verdachte eerder op de avond op straat al contact met elkaar hebben gehad. Voorts acht de rechtbank het niet aannemelijk dat verdachte, nadat hij, zoals hij zelf stelt, in shock was door de greep in zijn kruis door aangeefster eerder op de avond, zich later heeft laten dwingen om met haar mee naar binnen te gaan, ook gelet op haar postuur en leeftijd.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is.