ECLI:NL:RBOVE:2019:2265
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Jaarlijkse storting vanaf een bankspaarrekening en de invloed op AIO-aanvulling
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 5 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Eiseres ontving een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) en had in 2017 een bedrag van € 1.075,56 ontvangen van Nationale Nederlanden, voortkomend uit een lijfrenteregeling. De Sociale Verzekeringsbank heeft dit bedrag in mindering gebracht op de AIO-aanvulling, wat leidde tot een terugvordering van € 1.045,26. Eiseres was het hier niet mee eens en heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld en op 8 mei 2019 een zitting gehouden. Eiseres betoogde dat de stortingen op haar bankspaarrekening geen inkomen waren, maar vermogen, en dat de beslissing van de Sociale Verzekeringsbank in strijd was met haar eigendomsrechten en het discriminatieverbod. De rechtbank oordeelde echter dat de betalingen uit de bankspaarrekening als inkomen moesten worden aangemerkt, omdat deze periodieke betalingen zijn waarover eiseres kan beschikken. De rechtbank concludeerde dat de AIO-aanvulling terecht was herzien en het beroep ongegrond verklaard.