11.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 : zware mishandeling
feit 2 : mishandeling
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 subsidiair en 2 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien veroordeelde voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij reclassering Leger des Heils Enschede aan de Molenstraat 37, 7514 DJ Enschede op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- actief deelneemt aan een (korte) leefstijltraining of een andere gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Veroordeelde moet zich houden aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- meewerkt aan een ambulante begeleiding vanuit het Leger des Heils, of soortgelijke instelling die hem helpt bij praktische zaken;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de veroordeelde:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- beveelt dat de tijd die verdachte veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
schadevergoeding [slachtoffer 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van
€ 2.224,15 (tweeduizend tweehonderdvierentwintig euro en vijftien eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 januari 2019;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.224,15(
tweeduizend tweehonderdvierentwintig euro en vijftien eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 januari 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 32 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst af de vordering van de benadeelde partij voor het meer of anders gevorderde (Hepatitis injecties en € 20,00 verdiencapaciteit);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 360,00, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
schadevergoeding [slachtoffer 2]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van
€ 381,84 (driehonderdeenentachtig euro en vierentachtig eurocent)te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 januari 2019;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 381,84 (driehonderdeenentachtig euro en vierentachtig eurocent),te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 januari 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 7 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij ten aanzien van de meer of anders gevorderde schade niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij [slachtoffer 2] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- gelast de teruggave van de in beslag genomen goederen aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Berlo, voorzitter, mr. H.R. Schimmel en
mr. F.C. Berg, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 mei 2019.
Buiten staat
Mr. H.R. Schimmel is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-2019042292
Z. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. De verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 6 mei 2019 voor zover inhoudend:
Ik was op 27 januari 2019 in Hengelo. Ik heb ruzie gekregen. Ik was onder invloed van alcohol en drugs. Het zou kunnen dat ik heb geslagen. Wanneer ik nu hoor en zie wat er is gebeurd dan denk ik dat ik dat heb gedaan.
2. Het proces-verbaal van aangifte nummer PL0600-2019040466-l (pagina 4 tot en met 13 van de doorgenummerde bijlagen), inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] , zakelijk weergegeven:
Op 27 januari 2019 was ik met vrienden van mij naar Hengelo gegaan. Ik ging naar buiten. Ik zag dat er veel mensen op het trottoir stonden. Ik liep door deze groep. Toen ik halverwege in de groep liep keek ik achterom. Ik zag dat er een jongen heel dicht achter mij stond. Ik zag dat deze jongen een hele donkere huidskleur had. Ik zag opeens dat die jongen uithaalde met een hand. Vervolgens zag ik zijn hand met een glas op mij af komen. Opeens voelde ik uit het niets allemaal glas in mijn mond. Ik zag dat er allemaal bloed van mijn gezicht af lekte.
Ik kan de jongen die mij sloeg als volgt omschrijven:
- leeftijd ongeveer 22 jaar
- lengte ongeveer 1.70 meter
Ik zag dat de politie een jongen heeft aangehouden. Die jongen is honderd procent zeker de jongen die mij met het glas in mijn gezicht geslagen heeft. Ik heb het volgende letsel overgehouden:
- scheur in mijn onderlip
- gehele bovenlip lag open
- verwondingen op mijn neus
Er is een stuk van mijn ondertand afgeknapt.
Ik ben in het ziekenhuis behandeld aan mijn verwondingen. Ik heb diverse hechtingen
in mijn gezicht gekregen. Ik heb op dit moment erg veel last van mijn voortand en alle hechtingen in mijn gezicht. Ik kan niet eten op dit moment. Verder hoorde ik dat de jongen die mij geslagen heeft besmet is met Hepatitis B. Ik moet daar ook nog injecties voor krijgen.
Ik weet op dit moment niet wanneer ik het ziekenhuis mag verlaten. Voor het letsel aan mijn tanden moet ik naar de tandarts. Ik heb onder andere een verwonding boven mijn rechter wenkbrauw. Tevens wil ik alle kosten verhalen op de jongen die mij geslagen heeft. Ik weet op dit moment ook niet hoe het verder gaat met het letsel aan mijn gezicht en mijn tanden. Ik ben schilder van beroep. Ik ben niet in staat om aan het werk te gaan. Ik weet niet hoe lang ik niet zal kunnen werken.
3. Het proces-verbaal van politie nummer PL0600-2019040466-5 (pagina 35 en 36 van de doorgenummerde bijlagen), inhoudende als relaas van de verbalisant/en of één van hen:
Op 27 januari 2019, omstreeks 02.00 uur, waren wij verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] belast met de horecadienst te Hengelo. Wij de melding van Operationeel centrum dat iemand met een glas in zijn gezicht zou zijn geslagen. Wij, verbalisanten, werden op Willemstraat aangesproken door getuige [getuige 3] dat een negroïde manspersoon helemaal was doorgedraaid. Ik hoorde hem zeggen dat hij een onbekend persoon met glaswerk in zijn gezicht had geslagen. Wij, verbalisanten zagen op dat moment een negroide persoon, gekleed in een donkere jas met daaronder een wit shirt lopen op de kruising Langestraat/Willemstraat. Wij zagen dat deze persoon kennelijk schrok van onze komst. Vervolgens liep hij in tegengestelde richting weg richting Burgemeester Jansenplein. Wij, verbalisanten zijn in versnelde pas die kant uitgelopen aldaar ter hoogte van de [snackbar] , gelegen [adres 1] , troffen wij de bovengenoemde negroïde man aan. Ik, [verbalisant 1] hoorde op deze locatie van getuige [getuige 2] dat hij had gezien dat deze persoon iemand met een flesje bier in het gezicht had geslagen. Wij zagen in de directe omgeving van [getuige 2] een persoon staan met zeer bebloed gezicht. Wij zagen dat deze man meerdere diepe sneden had in zijn gelaat. Deze persoon bleek l ater het slachtoffer genaamd [slachtoffer 1] te zijn. Wij hebben toen de negroïde man, welke door getuigen werd aangewezen als de dader, aangehouden voor zware mishandeling. De verdachte bleek [verdachte] te zijn. Wij zijn toen met de aanwezige betrokkenen naar het bureau aan de Willemstraat te Hengelo gegaan om getuigenverklaringen op te nemen. Aldaar bleek dat ook [slachtoffer 2] was mishandeld door verdachte [verdachte] .
4. Het proces-verbaal van verhoor PL0600-2019040466-2 (pagina 18 van de doorgenummerde bijlagen), inhoudende als verklaring van [getuige 2] , zakelijk weergegeven:
Ik was op 27 januari 2019 met mijn kameraden [getuige 3] , [slachtoffer 2] , [naam] en [getuige 1] bij de [cafe] , gelegen [adres 2] te Hengelo.Ik zag een andere persoon(aangever) staan . Ik zag dat deze persoon een woordenwisseling had met de donkere man. Ik zag dat het steeds erger werd. Ik zag dat de donkere man ons bij de ruzie wilde betrekken. Ik zag dat de donkere man met kracht en gebalde vuist inslaan op de persoon(aangever). Ik zag dat de genoemde donkere man die later door jullie werd aangehouden een glazen flesje, merk Grolsch pakte van grond. Ik zag dat hij dit volgens mij met zijn rechterhand pakte. Ik zag dat hij het flesje met zijn rechterhand naar achteren bracht en met kracht op het gezicht van de persoon(aangever) sloeg. Ik hoorde dat het flesje kapot knapte op zijn gezicht. Ik zag overal bloed. Op dat moment kwam de politie ter plaatse. Ze hebben de persoon die geslagen heeft met het flesje bier meegenomen.
5. Het proces-verbaal van verhoor PL0600-2019040466-3 (pagina 22 van de doorgenummerde bijlagen), inhoudende als verklaring van [getuige 3] , zakelijk weergegeven:
Op 27 januari 2019, liep ik omstreeks 02.00 uur, samen met kameraden [naam] , [getuige 2] , [getuige 1] en [slachtoffer 2] bij de [cafe] naar buiten. [cafe] is een cafe gelegen aan [adres 2] te Hengelo. Ik zag dat de Nederlandse jongen in elkaar werd geslagen door de donkere man. Ik zag dat hij met kracht en gebalde vuist sloeg op het hoofd van de Nederlandse jongen. Ik zag dat de Nederlandse jongen op de motorkap van een auto viel. Ik zag dat de donkere man iets van glas in zijn handen had. Ik zag dat de donkere man werd meegenomen door de politie. Dit was de man die meerdere keren had geslagen en gooide met het glaswerk.
6. Het proces-verbaal van verhoor nummer PL0600-2019040466-13 (pagina 52 van de doorgenummerde bijlagen), inhoudende als verklaring van verdachte:
V: Heb je met een fles geslagen?
A: Ja.
7. Het proces-verbaal van aangifte nummer PL0600-2019040500-1 (pagina 14 tot en met 17 van de doorgenummerde bijlagen), inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
“Ik was op 26 januari 2019 samen met mijn vrienden uit geweest in Hengelo. Ik zag dat er buiten een vechtpartij was. Opeens voelde ik een klap in mijn gezicht.”
8. Het proces-verbaal van verhoor PL0600-2019040466-3 (pagina 22 van de doorgenummerde bijlagen), inhoudende als verklaring van [getuige 3] :
“Op 27 januari 2019, liep ik omstreeks 02.00 uur, samen met kameraden waaronder [getuige 2] , [getuige 1] en [slachtoffer 2] in Hengelo. Ik zag dat de donkere man met kracht en gebalde vuist op het gezicht van [slachtoffer 2] sloeg. Ik zag dat [slachtoffer 2] bloedde in zijn gezicht. Ik ben met de politie meegelopen om de donkere man aan te wijzen. Ik zag dat de donkere man werd meegenomen door de politie. Dit was de man die meerdere keren had geslagen en gooide met het glaswerk.”
9. Het proces-verbaal van verhoor PL0600-2019040466-4 (pagina 20 en 21 van de doorgenummerde bijlagen), inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
“Ik was vanavond uit met vrienden in Hengelo. Ik was in totaal met 5 kameraden uit. [slachtoffer 2] , [getuige 3] [getuige 2] , [naam] en ik. Toen wij buiten liepen zagen wij een opstootje. Wij bleven staan om te kijken. Ik zag toen dat er een man liep die kennelijk helemaal overstuur was. Op een gegeven zag ik dat [slachtoffer 2] uit het niets een klap kreeg van die man. Ik zag dat hij met zijn rechter arm uithaalde met zijn vuist. Ik zag dat hij [slachtoffer 2] vol op zijn hoofd raakte. Ik zag dat [slachtoffer 2] bloed aan zijn gezicht had. Ik heb samen met anderen de man aangewezen die [slachtoffer 2] en een andere persoon geslagen had. Ik zag dat de man die geslagen heeft werd meegenomen door de Politie.”