ECLI:NL:RBOVE:2019:1577
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering verklaring geschiktheid voor rijbewijs categorie A voor een persoon met een amputatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 9 mei 2019 uitspraak gedaan over de weigering van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) om een verklaring van geschiktheid voor de categorie A af te geven aan eiser, die zijn linkerbeen mist door een amputatie. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het CBR, dat op 23 maart 2018 was genomen, waarin werd gesteld dat hij niet in staat is om een tweewielige motorfiets te besturen, zelfs niet met een speciaal ontwikkeld systeem genaamd 'Feetless Bike System' (FBS). Het CBR oordeelde dat dit systeem niet voldoende compensatie biedt voor de handicap van eiser.
Tijdens de zitting op 9 april 2019 heeft eiser, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. Hij betoogde dat er een individuele beoordeling moet plaatsvinden en dat hij recht heeft op een rijtest om zijn geschiktheid te bewijzen. Eiser verwees naar de Regeling eisen geschiktheid 2000 en een eerdere uitspraak van de Raad van State, waarin werd gesteld dat een rijtest noodzakelijk is bij twijfel over de geschiktheid.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser overwogen, maar oordeelde dat het CBR in redelijkheid heeft kunnen besluiten om geen rijtest aan te bieden. De rechtbank benadrukte dat de verkeersveiligheid voorop staat en dat het CBR de verantwoordelijkheid heeft om te waarborgen dat bestuurders met een handicap veilig kunnen rijden. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het besluit van het CBR in stand gelaten.