Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
Bewoners /huurders/eigenaren appartementencomplex Wheeme 1, (centrum)ondernemers, stichting Historisch Goor, eigenaren diverse winkelpanden te Goor, alle(n) wonende of gevestigd te Goor, eisers,
het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente, verweerder,
Lidl Nederland GmbHte Huizen,
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
Beoordeling
;ten onrechte wordt niet uitgegaan van de aanwezigheid van bomen op eigen grond van belanghebbende die op grond van de verleende omgevingsvergunning van 28 mei 2018 geplant moeten worden en GC beveelt een veiligheidsmarge aan van 1 meter maar rekent met 0,75 m. Tevens wijzen eisers er op dat de verkeerintensiteit zal toenemen en dat GC daar ten onrechte geen rekening mee heeft gehouden.
Bomenrij
Veiligheidsmarge
Gevaar voor voetgangers en (brom)fietsers
- Bij aankomst kan de wagen de manoeuvre naar het pad maken zonder de Kerkstraat op te moeten komen. Omdat er zelfs nog ruimte is tussen de contourlijn van de vrachtwagenmanoeuvre en de ‘kant van de weg’ van de Kerkstraat, zal verkeer op de Kerkstraat niet of nauwelijks schrikken van de draaiende vrachtwagen. Wel moeten chauffeurs hier letten op voetgangers die op het trottoir lopen dat zij doorkruisen (potentiële dode hoek);
- De route langs de zuidkant is afgescheiden van overig verkeer;
- Bij vertrek naar de Kerkstraat heeft de chauffeur goed zicht op het verkeer uit beide richtingen;
- Bij vertrek komt de wagen wel voor een deel op de andere weghelft, maar afgezien van voetgangers op het trottoir aan de noordzijde van de Kerkstraat (die goed zichtbaar zijn) hoeft de wagen geen andere verkeersstromen te doorkruisen.
RH DHV onderschrijft in het rapport van 13 september 2017 deze door GC geformuleerde conclusie.
Parkeerplaatsen
Ruimte voor laden en lossen
Verkeersintensiteit
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1024,-.