Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
In de Gaper heeft niet voldaan aan de in artikel 7:304 lid 2 BW genoemde vereisten. Er is namelijk tussen partijen geen overleg geweest over de huurprijsverlaging, anders dan de enkele mededeling van In de Gaper dat zij de huurprijs verlaagd wilde zien, noch over een te benoemen deskundige. Volgens Aberdeen zijn alle besprekingen over de huurprijsverlaging gedaan in het kader van de tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst, zodat de focus lag op het beëindigen van de huurovereenkomst en zijn partijen daarover in overleg gegaan. Aberdeen heeft verder aangevoerd dat er nimmer een overleg is geweest of uitnodiging voor een overleg is gedaan tot het benoemen van een deskundige.
artikel 7:304 lid 2 BW aldus moet worden verstaan dat voor de ontvankelijkheid van de verzoeker in zijn verzoek is vereist dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over een gezamenlijk te benoemen deskundige. De verzoeker zal daartoe in het verzoekschrift moeten stellen dat hiervan sprake is.De Hoge Raad overweegt verder dat
aan de inhoud van het overleg dat tussen partijen dient plaats te vinden, geen hoge eisen zijn te stellen. Voldoende en ook noodzakelijk is dat serieus en – gelet op het belang van degene in wiens voordeel de mogelijk huurprijswijzigingen is – zonder onnodige vertraging op een uitnodiging tot overleg of op voorstel van de andere partij wordt ingegaan, zowel wat betreft de huurprijswijziging als wat betreft de eventuele benoeming van een deskundige. Worden partijen het daarover niet binnen een redelijke tijd eens, of blijft een serieuze reactie (onnodig lang) uit, dan kan geconcludeerd worden dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt als bedoeld in art. 7:304 lid 2 BW.
Zoals reeds aan u aangekondigd heb ik een huurprijsonderzoek van vergelijkbare winkelunits in de omgeving van het door mij gehuurde laten uitvoeren. Dit in verband met het feit dat ik u reeds heb aangegeven dat ik graag met u in gesprek wilde gaan om over een aanpassing van de huidige huurprijs te praten. Dit was voor u onbespreekbaar, u aan heeft gegeven dat er een lopende huurovereenkomst is en er voor u/verhuurder geenszins een reden is om met huurder in gesprek te gaan over de huidige huurvoorwaarden.
dat ons standpunt over een neerwaartse huurprijsaanpassing niet is gewijzigd (…).Wij wachten uw eventuele berichten inzake een 303 procedure af.
ons standpunt is dat wij geen aanleiding zien om de huurprijs nu aan te passen. (…). Wij hebben aangegeven dat wij bereid zijn om met een eventuele opvolgend huurder zelf in gesprek te gaan (…).
www.rechtspraak.nlte raadplegen. Hoewel deze Leidraad niet is geschreven voor een onderzoek en advies als het onderhavige bieden met name de hoofdstukken 4, 5 en 6 nuttige suggesties.
5.De beslissing
r.o. 4.13. en r.o. 4.14.;
binnen één weekna de datum van deze beschikking het volledige procesdossier in afschrift aan de deskundige te doen toekomen;
binnen drie wekenna de datum van deze beschikking een begroting van zijn kosten op te geven aan de civiele griffie, gespecificeerd naar het aantal uren, het uurtarief en de overige kosten;
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak;