ECLI:NL:RBOVE:2018:403
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering wegens onduidelijkheid financiële situatie en gebrek aan informed consent voor huisbezoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 9 februari 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een alleenstaande vrouw (eiseres) en het college van burgemeester en wethouders van Hengelo (verweerder). Eiseres had een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering, welke door verweerder op 1 mei 2017 werd afgewezen. Dit besluit werd in een later stadium door verweerder bevestigd, waarna eiseres beroep instelde. Tijdens de zitting op 20 december 2017 werd eiseres bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en J.P. Hageman.
Eiseres voerde aan dat er geen informed consent was voor het huisbezoek dat door verweerder was uitgevoerd. Ze stelde dat het binnentreden in haar woning onrechtmatig was, omdat zij geen toestemming had gegeven. De rechtbank oordeelde dat de toestemming voor het huisbezoek niet op de juiste wijze was verkregen, waardoor er sprake was van een schending van artikel 8 van het EVRM. Dit had tot gevolg dat het bewijs dat tijdens het huisbezoek was verkregen, niet kon worden gebruikt in de beoordeling van de zaak.
De rechtbank concludeerde dat eiseres onvoldoende duidelijkheid had verschaft over haar financiële situatie en dat zij niet had aangetoond dat zij recht had op bijstand. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat eiseres niet had aangetoond hoe zij in haar levensonderhoud voorzag. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Oosterveld, rechter, in aanwezigheid van mr. M.D. Moeke, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.