[eiser] vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in kort geding:
1)Voorlopig vast te stellen dat er tussen [eiser] en Zinkunie BV geen
concurrentiebeding bestaat, dan wel te bepalen dat [eiser] hier voorlopig
niet aan gebonden is, dan wel de werking van dit gehele concurrentiebeding
(artikel 6 van de arbeidsovereenkomst) per direct te schorsen op de gronden zoals in de dagvaarding aangegeven, dan wel dit beding te schorsen met ingang van 1 juli 2018,
dan wel een nader te bepalen datum gelegen vóór 1 februari 2020, totdat in een bodemprocedure anders is beslist;
2) Voor het geval vastgesteld wordt dat het concurrentiebeding (artikel 6 van
de arbeidsovereenkomst) tussen partijen geldt en het
concurrentiebeding niet per direct geschorst wordt, het concurrentiebeding
voorlopig te beperken in territorium, door vast te stellen dat het
concurrentiebeding voor de tijd dat het geldt tussen partijen en de werking
niet geschorst is, slechts geldt voor de regio Zwolle dan wel een nader door
u edelachtbare kantonrechter te bepalen territorium dat een beperkter
gebied omvat dan heel Nederland, totdat in een bodemprocedure anders is beslist;
3) Voor het geval vastgesteld wordt dat het concurrentiebeding tussen partijen
geldt, voorlopig vast te stellen dat het daarin opgenomen boetebeding
nietig is nu het in strijd is met artikel 7:651 BW (oud en nieuw) en dat
voorlopig buiten werking te stellen en/of te schorsen, totdat in een
bodemprocedure anders is beslist;
4) Voor het geval vastgesteld wordt dat het concurrentiebeding tussen partijen
geldt en de werking hiervan niet geheel of gedeeltelijk wordt geschorst, te
bepalen dat Zinkunie per maand dat het beding geldt aan [eiser] een
vergoeding verschuldigd is van € 4.080,- bruto per maand, dan wel een
nader door U edelachtbare kantonrechter te bepalen bedrag;
5) Zinkunie te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder de
deurwaarderskosten en de advocaatkosten te voldoen binnen veertien
dagen na dagtekening van het vonnis en - voor het geval dat voldoening
van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te
vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na
dagtekening van het vonnis.