ECLI:NL:RBOVE:2018:2422

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 juni 2018
Publicatiedatum
12 juli 2018
Zaaknummer
6898087 \ CV EXPL 18-2506 (pm)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen in kort geding inzake koopovereenkomst en non-conformiteit van een gebruikte auto

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 25 juni 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en een gedaagde, waarbij de eiser een vordering had ingesteld tot het treffen van een voorlopige voorziening. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R. van de Beek, had een auto gekocht van de gedaagde, een vennootschap onder firma, en stelde dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die hij op basis van de koopovereenkomst had. De eiser vorderde onder andere betaling van een geldsom en de terugname van de auto, omdat hij meende dat de auto gebreken vertoonde die niet waren vermeld bij de verkoop. De gedaagde, vertegenwoordigd door J.A.M. Drinkenburg van DAS Rechtsbijstand, voerde verweer en betwistte de claims van de eiser. De rechter oordeelde dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat de gedaagde onjuiste mededelingen had gedaan over de technische staat van de auto. De rechter wees de vorderingen van de eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de terughoudendheid van de rechter bij het toekennen van geldvorderingen in kort geding en de noodzaak voor de eiser om voldoende bewijs te leveren voor zijn claims.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 6898087 \ CV EXPL 18-2506 (pm)
Vonnis in kort geding van 25 juni 2018
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij, hierna te noemen [eiser] ,
gemachtigde: mr. R. van de Beek, advocaat te Bennekom,
tegen

1.de vennootschap onder firma [VOF] ,gevestigd en kantoorhoudende te Losser,

2.
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
3.
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij, hierna gezamenlijk in enkelvoud te noemen [gedaagde] ,
gemachtigde: J.A.M. Drinkenburg, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
1.1.
De namens [eiser] betekende dagvaarding van 25 mei 2018, waarbij [eiser] een vordering heeft ingesteld tot het treffen van een voorlopige voorziening en [gedaagde] heeft opgeroepen ter zitting in kort geding te verschijnen.
1.2.
[gedaagde] heeft ter voorbereiding van de mondelinge behandeling een akte in het geding gebracht.
1.3.
De vordering is behandeld ter zitting van 11 juni 2018. [eiser] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Namens [gedaagde] is [naam] [gedaagde] verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.
1.4.
[eiser] heeft zijn standpunt laten toelichten door zijn gemachtigde, die daarbij gebruik heeft gemaakt van pleitaantekeningen. De gemachtigde van [gedaagde] heeft tegen de vordering verweer gevoerd. De griffier heeft van hetgeen ter zitting is besproken aantekeningen gemaakt.
1.5.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
[gedaagde] heeft een advertentie geplaatst op Marktplaats waarin hij de personenauto van het merk/type Alfa Romeo GT 1.9 JTD met kenteken [kenteken] , bouwjaar 2004 en APK keuring tot en met 15 april 2018 (hierna: de auto) aanbiedt voor een prijs van € 1.999,-.
2.2.
Op 24 februari 2018 heeft [eiser] , na een proefrit te hebben gemaakt, de auto van [gedaagde] gekocht voor een bedrag van € 1.550,-. De koopovereenkomst bevat onder meer de volgende vermeldingen:
“Kilometerstand +/- 300.000”
(…)
“Ivm leeftijd en km stand geen garantie
“Zoals gezien en bereden zo meenemen”
2.3.
[eiser] heeft geen aankoopkeuring laten uitvoeren.
2.4.
Op 26 maart 2018 heeft [eiser] de auto voor de APK keuring gebracht bij
[BV] B.V. (hierna: [BV] ). [BV] heeft een ‘voorbeeld werkplaatsfactuur’ opgesteld waarop een kilometerstand van 307.580 staat vermeld, alsmede de volgende gebreken:
“linker portier raam werkt niet meer
Koplampen afstellen
Koppeling versleten (trekt door de 3e versnelling heen en gaat zwaar)
Richting aanwijzer rechts voor in scherm is los
Verstuiver brandplaatjes lek 3e en 4e cilinder
Flexibel deel voorpijp is lek
Fuseekogelhoes rechts voor lek
Bovenste draagarm links voor speling
Schokdempers achter lek”
Met de hand is bijgeschreven:
“olielekkage krukaskeerring versn.bakzijde
dorpels links en rechts door gerot”
2.5.
Bij schrijven van 6 april 2018 heeft [eiser] de koopovereenkomst met [gedaagde] buitengerechtelijk vernietigd wegens dwaling dan wel ontbonden wegens non-conformiteit.
2.6.
Bij e-mailbericht van 6 april 2018 heeft [gedaagde] betwist dat [eiser] een beroep op vernietiging of ontbinding toekomt.

3.Het geschil

3.1.
De vordering
[eiser] vordert - samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] hoofdelijk te veroordelen:
I. tot betaling van een bedrag van € 2.388,78, vermeerderd met rente;
II. om binnen vijf dagen na voldoening aan het onder I. gevorderde de auto in ontvangst te nemen en medewerking te verlenen aan het overschrijven van de auto op naam van [gedaagde] , op straffe van verbeurte van een dwangsom;
III. in de kosten van dit geding.
3.2.
[eiser] legt - samengevat - aan zijn vorderingen ten grondslag dat de met [gedaagde] gesloten koopovereenkomst primair vernietigbaar is wegens dwaling en subsidiair dient te worden ontbonden op grond van non-conformiteit.
[eiser] stelt de auto te hebben gekocht op grond van de van [gedaagde] ontvangen informatie over de staat van de auto en de geschiedenis van het onderhoud. [gedaagde] heeft in de jaren voorafgaand aan de koop het onderhoud aan de auto uitgevoerd en mag daarom bekend worden geacht met de staat daarvan.
Een maand na de aankoop zijn door [BV] gebreken aan de auto geconstateerd die zodanig zijn dat de auto zonder kostbare reparaties ten bedrage van € 5.500,- niet de verplichte
APK keuring zal doorstaan. De APK keuring is inmiddels verstreken en [eiser] heeft de auto geschorst.
[eiser] stelt spoedeisend belang bij zijn vorderingen te hebben, omdat hij kosten moet maken voor vervangend vervoer. Voorts voert hij aan dat hoe langer de auto stilstaat, hoe minder deze waard wordt en de kans op technische problemen toeneemt.
[eiser] vordert dat [gedaagde] de auto terugneemt, alsmede betaling van de aankoopsom van de auto, vermeerderd met rente, buitengerechtelijke incassokosten, kosten wegenbelasting, verzekering en vervangend vervoer en de nader te begroten keuringskosten van [BV] .
3.3.
[gedaagde] voert gemotiveerd verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna - voor zover van belang - nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] vordert onder I. betaling van een geldsom.
Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.
4.2.
[eiser] doet primair een beroep op vernietiging van de met [gedaagde] gesloten koopovereenkomst op grond van dwaling. Volgens [eiser] heeft [gedaagde] onjuiste mededelingen gedaan in de zin van artikel 6:228 lid 1 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW) over de (technische) staat van de auto. [gedaagde] heeft de auto volgens [eiser] aangeprezen als een technisch goede auto. [eiser] verwijst in dat kader naar de Marktplaatsadvertentie waarin staat:
“DE ALFA RIJDT, REMT, EN SCHAKELT GEZIEN ZIJN KILOMETERS VOORTREFFELIJK!!”.Een maand na aankoop is echter gebleken van diverse gebreken aan de auto, die volgens [eiser] met name zijn gelegen in de categorieën “Rijden, Remmen en Schakelen”.
4.3.
[eiser] stelt zich voorts op het standpunt dat [gedaagde] zijn mededelingsplicht heeft geschonden in de zin van artikel 6:228 lid 1 onder b BW. [gedaagde] is een gespecialiseerd garagebedrijf en heeft de auto jarenlang in onderhoud gehad. Desondanks heeft [gedaagde] zijn kennis over de technische staat van de auto niet met [eiser] gedeeld. Volgens [eiser] heeft [gedaagde] moeten weten van de doorgerotte dorpels, die provisorisch waren hersteld met tectyl, maar hierover gezwegen.
4.4.
[gedaagde] voert als verweer aan dat van dwaling geen sprake is. De advertentietekst bevatte slechts algemene aanprijzingen. Het gaat hier om een auto die ten tijde van de verkoop 14 jaar oud was en circa 300.000 kilometer had gereden. De auto is zonder nieuwe APK, afleveringsbeurt, garantie en aankoopkeuring gekocht voor ongeveer 4% van de nieuwwaarde, wat een “meeneemprijs” is.
4.5.
[gedaagde] stelt de auto zes jaar in onderhoud te hebben gehad voordat hij de auto verkocht aan [eiser] . Aan [eiser] is medegedeeld, en op de computer getoond, welke reparaties er in die periode aan de auto zijn uitgevoerd. Ook is het onderhoudsboekje aan [eiser] meegegeven. [gedaagde] stelt niet te hebben geweten van de doorgerotte dorpels. De tectyl is niet door hem aangebracht. Bovendien is het volgens [gedaagde] een feit van algemene bekendheid dat bij Italiaanse auto’s eerder roestvorming optreedt dan bij bijvoorbeeld Duitse auto’s.
4.6.
[gedaagde] beroept zich tenslotte op artikel 6:228 lid 2 BW, waaruit volgt dat vernietiging niet kan worden gegrond op een dwaling die een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft of die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende behoort te blijven. [gedaagde] voert daartoe aan dat de gebreken zich pas hebben voorgedaan nadat [eiser] een fors aantal kilometers met de auto had gereden. Uit de werkplaatsfactuur van [BV] blijkt namelijk dat de auto vier weken na aankoop een kilometerstand van 307.580 had.
4.7.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] niet, althans onvoldoende, aannemelijk gemaakt dat [gedaagde] onjuiste mededelingen heeft gedaan over de technische staat van de auto. De advertentietekst kan niet als zodanig worden beschouwd. Ter zitting is door [eiser] aangevoerd dat er tijdens de proefrit geen gebreken naar voren zijn gekomen en dat hij tussen 24 februari 2018 en 26 maart 2018 probleemloos ongeveer 4.000 kilometer met de auto heeft kunnen rijden. Bovendien heeft [eiser] de stelling van [gedaagde] , dat hij [eiser] over de onderhoudshistorie van de auto heeft geïnformeerd en [eiser] hier inzage in heeft verleend op zijn computer, niet betwist.
4.8.
Dat er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 6:228 lid 1 onder b BW is evenmin aannemelijk geworden. [gedaagde] heeft de daaraan door [eiser] ten grondslag gelegde stelling, dat hij moet hebben geweten van de doorgerotte dorpels en hierover richting [eiser] heeft gezwegen, immers gemotiveerd betwist. Een kort geding procedure leent zich niet voor nader onderzoek en eventuele bewijslevering op dit punt. Daarvoor is een bodemprocedure de geëigende weg.
4.9.
Nu het beroep op dwaling wordt gepasseerd wordt toegekomen aan de beoordeling van het subsidiaire standpunt van [eiser] , dat er sprake is van non-conformiteit. Hiervan is sprake als de auto niet de eigenschappen bezat die [eiser] , mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die [gedaagde] daarover heeft gedaan, op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
4.10.
In dit geval heeft [eiser] weloverwogen een gebruikte auto van 14 jaar oud gekocht, met een kilometerstand van 300.000, voor een lage aanschafprijs. Door [gedaagde] is de auto verkocht als goed rijdend, remmend en schakelend, gelet op het aantal gereden kilometers. Op grond van deze gegevens en mededelingen mocht [eiser] verwachten dat hij met de auto aan het verkeer kon deelnemen, dat gebruik van de auto geen gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren en dat de auto voldoet aan de daaraan gestelde milieueisen. Uit het verhandelde ter zitting volgt dat de auto voor dit normale gebruik in ieder geval tot 26 maart 2018 geschikt is geweest. Op 26 maart 2018 zijn door [BV] weliswaar diverse gebreken aan de auto geconstateerd, maar naar de onbetwist gebleven stelling van [gedaagde] staan er daarvan slechts twee in de weg aan het apk goedkeuren van de auto, namelijk de doorgerotte dorpels en de draagarm.
4.11.
De kantonrechter is voorshands van oordeel dat dit geen non-conformiteit oplevert. [eiser] heeft ter zitting verklaard dat hij een aankoopkeuring heeft overwogen, maar hiervan heeft afgezien, omdat hij de kosten daarvan niet vond opwegen tegen de lage aanschafprijs van de auto. Dit terwijl [eiser] ermee bekend was dat de auto voor het laatst op 15 april 2017 apk gekeurd was en door [gedaagde] geen garantie werd verleend. Voorts heeft [eiser] niet betwist dat het een feit van algemene bekendheid is dat Italiaanse auto’s over het algemeen eerder aan roestvorming onderhevig zijn dan bijvoorbeeld Duitse auto’s. Onder deze omstandigheden mocht [eiser] niet verwachten dat de auto op korte termijn geen reparaties zou behoeven, zoals ook volgt uit de door [gedaagde] aangehaalde uitspraken van het Gerechtshof ’s Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2018:1622) en de rechtbank
Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2017:4902).
4.12.
Nu [eiser] naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter ook geen beroep op ontbinding van de koopovereenkomst toekomt op grond van non-conformiteit, dient het gevorderde te worden afgewezen.
4.13.
[eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure.

5.De beslissing in kort geding

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 600,- aan salaris gemachtigde,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Enschede door mr. A.M.S. Kuipers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2018.