10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 3 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair:
de eendaadse samenloop van:
het misdrijf: aan zijn schuld te wijten zijn van brand, terwijl daarvoor gemeen gevaar voor goederen ontstaat;
en
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig gebouw dat aan een ander toebehoort, vernielen;
en
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort, vernielen;
feit 3
het misdrijf: overtreding van artikel 7 WVW.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1 primair en feit 3 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
100 (honderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
schadevergoeding
ten aanzien van feit 1 primair:
- bepaalt dat de benadeelde partij: [naam 1] , niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 2] . van een bedrag van € 3.922,70, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 december 2016;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder feit 1 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.922,70,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 december 2016 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
49 dagenzal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.M. Bos, voorzitter, mr. J.H. Olthof en mr. S.K. Huisman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Wilmink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 juli 2018.
Buiten staat
Mr. Olthof is niet in de gelegenheid om dit vonnis te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer [nummer] van 19 januari 2017. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte door [naam 1] van 19 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van vernieling van mijn pand. Als gevolg van een aanrijding, er is een personenauto ons pand ingereden, is in ons pand brand ontstaan. Ons pand is onherstelbaar beschadigd als gevolg van de aanrijding en de daaropvolgende brand. Ook de goederen die in ons pand waren opgeslagen zijn allemaal verloren gegaan.
2. Een geschrift, zijnde een afschrift van de aangifte door [naam 2] . voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Een auto heeft een afrastering omver gereden vervolgens een HAS gas station
geraakt en toen een bedrijfspand binnen gereden. De schade is € 4.000,--.
3. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 17 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb gisteren onder invloed van alcohol gereden en ben in aanrijding met het pand gekomen.Ik ben door de weilanden naar huis gelopen met verwondingen.
4. Het proces-verbaal sporenonderzoek van 23 december 2016, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 17 december 2016 omstreeks 01.55 uur werd er melding gedaan van een brand in een
bedrijfspand, waarbij een explosie werd gehoord. In het pand, in de brand, zag de brandweer een auto staan waar het bestuurdersportier van open stond. Door de brandweer werd in het brandende pand gekeken naar eventuele inzittenden van de auto en of slachtoffers. Deze werden niet aangetroffen. De brandweer had het pand gecontroleerd uit laten branden.
We zagen dat het pand op een t-splitsing stond van de [adres 2] met de
[adres 3] . Gezien de situatie moet de auto vanaf de [adres 3] zijn
aan komen rijden. Vanaf de [adres 3] zagen we dat er aan de rand van de [adres 2] zich een groenstrook bevond met aansluitend een hekwerk, enkele meters straatwerk dat ingericht was als parkeerplaats en dan de voorgevel van het pand. Ik zag dat er zich in het gaashekwerk zich een loophek had bevonden, waarvan de paal
er compleet uit getrokken was en dat deze ernstig vervormd was.
Op de plek waar de auto het pand binnen gereden moet zijn zagen we dat een horizontaal
geplaatste H-balk aan zijn bevestiging losgescheurd was.
Aan de rechterzijde van de plek waar de auto het pand was binnen gereden zag ik een
kapotte gasleiding, die inmiddels afgesloten was.
5. Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] van 4 januari 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Door mij zijn de bewakingsbeelden bekeken van de bedrijven [naam 3] . en [naam 4] , respectievelijk gevestigd aan de [adres 3] en de [adres 3] te Enschede. Op zowel de beelden van [naam 3] . alsmede de beelden van [naam 4] is enkel een personenauto te zien die met zeer hoge snelheid voorbij de panden rijdt.
6. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 17 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik werd wakker van een gigantische knal en hoorde vervolgens gesis. Ik ben meteen uit
bed gegaan en keek naar buiten. Ik zag dat de voorgevel van het bedrijf kapot was. Ik zag rook en vuur.