Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
mr. G. van Eerden, rol- en kantonrechter in deze rechtbank (hierna: mr. Van Eerden). Dit wrakingsverzoek is geregistreerd onder nummer [nummer 2] en zal hierna het eerste wrakingsverzoek worden genoemd.
2.Waarvan kan worden uitgegaan
Het eerste wrakingsverzoek
nog niet opgelost. Volgens artikel 2.3. van het Landelijk Procesreglement vraagt de rechter van een gemachtigde overlegging van een schriftelijke volmacht, zo dikwijls als hem dit wenselijk voorkomt. Overlegging wordt niet verlangd van een advocaat of deurwaarder. Voor eiseres heeft zich als gemachtigde gesteld “Syncasso B.V.”, maar zeker geen advocaat of deurwaarder. Syncasso B.V. is als zodanig niet traceerbaar. Dat deelde ik u eerder mede. Redenen genoeg om te twijfelen aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid en de waarachtigheid van geplaatste handtekeningen. Voor de vertegenwoordiging van en door rechtspersonen gelden bovendien speciale regels. Ik vraag om uw oordeel daarover.
mr. Krauth telefonisch meegedeeld dat er nog geen kantonrechter aan de zaak is gekoppeld. Bij later verstuurd mailbericht op 16 mei 2018 heeft de griffie van de rechtbank mr. Krauth en [verzoeker] - kort gezegd - meegedeeld dat er zich in het dossier geen zogenoemde “introductiebrief” bevindt en dat het in kantonzaken niet ongebruikelijk is om te volstaan met inzending van alleen de dagvaarding zonder aanbiedingsbrief. Tevens is meegedeeld dat (in tegenstelling tot wat eerder telefonisch was meegedeeld) mr. Van Eerden de behandelend kantonrechter zal zijn.
mr. Van Eerden.
3.De wrakingsverzoeken en het standpunt van mr. Van Eerden
Het eerste wrakingsverzoek
mr. Van Eerden in zijn brief van 28 februari 2018 dat het adres van de gemachtigde staat vermeld in de aanhef van de dagvaarding mist relevantie. Onder verwijzing naar het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 29 januari 2014 (geregistreerd onder nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:774) is er maar een conclusie mogelijk, namelijk de nietigheid van de dagvaarding. Het is juist dat het overleggen van een volmacht niet dwingend is voorgeschreven, doch het feit dat mr. Van Eerden zich daarop beroept, terwijl het voor hem duidelijk moet zijn dat er sprake van is misleiding, geeft aan dat mr. Van Eerden vooringenomen is. Voorts vult mr. Van Eerden zelf ontbrekende gegevens aan, aangezien in het roljournaal Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V. als gemachtigde van Zilveren Kruis staat vermeld, terwijl hij deze gegevens niet controleert. De nevenvestiging van
Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V. te Leeuwarden is reeds lange tijd uitgeschreven in het Handelsregister. Mr. Van Eerden laat het langs zich heen gaan dat er zowel met het “label” Zilveren Kruis als het “label” Syncasso wat aan de hand is.
23 februari 2018. Op de door [verzoeker] aangeduide onderwerpen zal volgens mr. Van Eerden moeten worden beslist in het nog te wijzen vonnis, want in de conclusies van mr. Krauth komen zijn onderwerpen ook al direct of indirect aan de orde. Er is geen sprake van (schijn van) vooringenomenheid. Tot nu toe is alleen op de juiste wijze de rolprocedure doorlopen en een vonnis is nog niet gewezen.
mr. Van Eerden doet daar iets mee en dat levert op (de schijn van) vooringenomenheid en partijdigheid. Mr. Van Eerden lijkt geen interesse te hebben en corrigeert niet. Uit het roljournaal blijkt dat Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V. als gemachtigde van Zilveren Kruis staat vermeld. Mr. Van Eerden maakt kennelijk een keuze die nergens op gestoeld is en brengt [verzoeker] hiervan ook niet op de hoogte. De rechtbank stelt Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V. gelijk aan een deurwaarder en dit is in strijd met de wet. [verzoeker] kan niet vaststellen of hier een deurwaarder gemachtigde is. In de eerdergenoemde brief van 28 februari 2018 reageert mr. Van Eerden niet op de opmerking van mr. Krauth dat Syncasso B.V. geen deurwaarder is en dus controle wel aan de orde dient te komen.