10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het sub 1 primair en sub 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair
het misdrijf:
medeplegen van doodslag
feit 2 primair
het misdrijf:
medeplegen van poging tot doodslag;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [vader slachtoffers] , in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [moeder slachtoffers] van een bedrag van € 6.996,91 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2017) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 500,--, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit 1 primair tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 6.996,91,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 69 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij, voor een deel van € 5.145,-- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [vrouw slachtoffer 2] van een bedrag van
€ 9.023,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2017) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 500,--, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit 1 primair tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 9.023,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 80 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van € 105,-- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 53.423,15 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2017) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 605,--, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten
1 primair en 2 primair tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 53.423,15,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 80 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Rikken, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. S.K. Huisman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2018.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] van 5 augustus 2017, pagina’s 3239, 3240, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de verdachte:
Pas toen ik de deur opendeed zag ik [medeverdachte] en [verdachte] . Zij waren in het café vlak bij de bar. Het café is niet zo heel groot. lk zag dat er ruzie was in een bepaald groepje. lk zag dat [medeverdachte] en [verdachte] daar tussen stonden.
V: Wat bedoel je met ruzie?
A: Er werd geduwd en getrokken.
V: Je zei duwen en trekken. Wie deden dat?
A: Het ging over en weer.
V: Waren er twee partijen?
A: [verdachte] en [medeverdachte] waren met zijn tweeën. De anderen vormden de andere partij op dat moment. Toen wij in het café zaten om even bij te komen was de andere groep buiten.
A: Ineens waren [medeverdachte] en [verdachte] weer buiten.
0: [verdachte] en [medeverdachte] gaan naar buiten.
V: Jij bent binnen. Wat heb je toen gezien?
A: Het ging buiten gewoon verder. Duwen, trekken, slaan. lk kon dat zien omdat ik meteen achter [verdachte] en [medeverdachte] aan, naar buiten ging. lk wilde ze tegenhouden.
De processen-verbaal van verhoor van [getuige 2] van 5 en 9 augustus 2017, pagina’s 2016 en 2026, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, in onderling verband en samenhang bezien als verklaring van de getuige:
Met hoeveel zaten jullie aan de bar toen om half twee?
Er was [medeverdachte] en hij was samen met zijn broer. Er was ook een dikke jongen. lk heb ze toen buiten op het terras ook nog zien klappen. lk heb gezien dat [medeverdachte] iemand begon te slaan. Die dikke met wie ik stond te praten was samen met de jongen die later neer is gestoken. [medeverdachte] heeft deze jongen geslagen.
V: Wie waren er dan slaags met elkaar?
A: [medeverdachte] en zijn broer, de gebroeders [slachtoffer 1 en 2] en die dikke man heb ik zien vechten.
De processen-verbaal van verhoor van [getuige 3] van 5 en 9 augustus 2017, pagina’s 2040, 2041 en 2056, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, in onderling verband en samenhang bezien als verklaring van de getuige:
De oudste broer is de persoon die ik later in het verhaal heb gezien met het mes in de handen en hij was gewond aan zijn hand. Hij liep met het mes uit de keuken.
lk zag alleen dat de beide broers helemaal wild waren en dat de oudste broer het mes vast had en uit de keuken kwam. Ze waren wel met elkaar aan het praten. Ze gingen toen naar buiten, naar het terras.
Maar op een gegeven moment zag ik beide broers weer naar binnen komen. lk zag de broers toen in de richting van de keuken lopen.
0: Je vertelde dat je de oudste broer met een mes in zijn handen hebt zien lopen.
V: Hoe ging dat precies?
A: lk zag dat [verdachte] en [medeverdachte] met de schouders tegen elkaar liepen. Zij kwamen toen uit de keuken lopen. Zij kwamen uit de klapdeuren naast de bar.
V: Omschrijf het mes eens?
A: lk zag dat het zo'n mes was dat uit de pochetten kwam.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 6 oktober 2017, pagina 68, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Op zaterdag 5 augustus 2017 ben ik betrokken geweest bij een vechtpartij bij café " [eetcafé] " te Reutum. Bij deze vechtpartij is mijn broer [slachtoffer 1] dodelijk letsel toegebracht.
Mij is bij de vechtpartij het volgende letsel toegebracht:
- een steekwond links onder in de rug;
- een steekwond boven in het midden van de rug (laag tussen de schouders);
Het geschrift van 15 augustus 2017 opgemaakt door arts en patholoog dr. V. Soerdjbalie-Maikoe, betreffende een pathologieonderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood, pagina’s 4478 en 4480, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Er waren verspreid aan het lichaam letsels en wel als volgt:
Vier scherprandige steek-snijletsels aan de linkerarm (letsels K en L), de borstkas links zijwaarts, ter hoogte van de middelste oksellijn (letsel M) en de rug rechts laag, iets naast het midden (letsel N), met bloeduitstorting.
Bij sectie op het lichaam van [slachtoffer 1] , oud 22 jaren, wordt het intreden van de dood verklaard door gevolgen van een scherprandig steekletsel aan de romp (rug/borstkas rechts).
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] van 5 augustus 2017, pagina 48, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
Op zaterdag 5 augustus 2017 omstreeks 02.45 uur was ik, verbalisant, aan de [adres] in een café genaamd [eetcafé] in verband met een steekpartij. Ik stond in de deuropening tussen het café gedeelte en de keuken. Direct na de deur zaten 2 mannen op de grond, rechts van de deuropening. Ik zag dat de eerste man gekleed was in een lange lichte spijkerbroek en een aubergine kleurig T-shirt. Ik zag dat deze man een baard had. Ik zag dat direct naast hem een man zat met verband om de vingers van zijn linker hand. Ik zag dat deze man gekleed was in een korte broek, groen van kleur gemaakt van een soort joggingstof. Ik zag dat deze man een wit T-shirt had gedragen maar dat dit kapot was getrokken. Ik zag dat deze, laatst genoemde, man als eerste werd onderzocht door een ambulancemedewerker. Ik zag dat de ambulancemedewerker de man naar voren boog om te kijken of hij verwondingen in zijn nek of op zijn rug had. Ik zag dat de ambulancemedewerker mij aankeek en zonder geluid tegen mij "MES" zei en daarbij wees naar de rug van de man. Ik zei tegen de ambulancemedewerker; "pak maar". Ik zag dat de ambulancemedewerker een mes pakte achter de rug van de man en deze aan mij overhandigde. Ik heb, toen ik het mes in ontvangst nam van de ambulancemedewerker, deze gelijk door gegeven aan collega [verbalisant] . [verbalisant] heeft hierna het mes verpakt in een papieren zak en om 05.18 uur overgedragen aan collega [verbalisant] van de FO. Ik kan het mes als volgt omschrijven; een steakmes met een zwart handvat. Ik hoorde later dat de man achter wiens rug het mes is weggenomen [medeverdachte] heette.
Het proces-verbaal van sporenonderzoek van [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] van 30 december 2017, pagina’s 4106 en 4107, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van die verbalisanten:
Voordat ik, [verbalisant] , aan mijn onderzoek begon ontving ik uit handen van een collega van de
basis politie zorg een papieren zak hierin zou een mes zitten. Dit mes zou zijn aangetroffen op de keukenvloer achter [verdachte] . [De rechtbank stelt op grond van het dossier vast dat dit [medeverdachte] moet zijn]. Ik voorzag het mes van het SIN AAKA4973NL.
Links van de deur stond een tafel met daarop onder andere een koffiemachine. Onder de tafel zag ik, verbalisant [verbalisant] , een mes liggen. Ik, [verbalisant] , stelde dit mes veilig en nam het in beslag (AAJQ9980NL).
Het relaas proces-verbaal forensische opsporing van [verbalisant] van 15 januari 2018, pagina 4014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van die verbalisant:
Op maandag 28 augustus 2017, omstreeks 14:05 uur werd door verbalisant en forensisch
onderzoeker [verbalisant] van politie Eenheid Oost-Nederland kleding afkomstig van de verdachte [medeverdachte] bekeken, beschreven en fotografisch vastgelegd. Het betrof het kledingstuk: een korte grijze broek voorzien van het SIN: AAKZ4600NL.
Het proces-verbaal biologisch vooronderzoek van [verbalisant] van 13 oktober 2017, pagina’s 4319 en 4320, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van die verbalisant:
Onderzoek kleding (broek) met SIN AAKZ4600NL
Tijdens het ingestelde onderzoek werd door mij het navolgende bevonden en waargenomen:
Ik zag dat het een grijs gekleurde korte broek, merk 'Jack & Jones', maat L, betrof.
Ik heb naar aanleiding van de vraagstelling van de forensisch coördinator de volgende bloedsporen uitgeknipt en veiliggesteld
- Binnenzijde voorkant rechterzak, circa 3 cm vanaf rits, circa 2 cm vanaf naad
- Binnenzijde voorkant rechterzak, circa 2,5 cm vanaf rits, circa 3 cm vanaf naad
- Binnenzijde achterkant rechterzak, circa 5,5 cm vanaf rits, circa 4,5 cm vanaf naad
- Binnenzijde achterkant rechterzak, circa 4 cm vanaf rits, circa 7 cm vanaf
bovenzijde rits
Ik heb de sporen gewaarmerkt met respectievelijk SIN AAKT5559NL, AAKT5560NL,
AAKT5561NL en AAKT5562NL en verzegeld.
Het geschrift van 13 april 2018 opgemaakt door dr. B. Kokshoorn en dr. P.A. Maaskant-Van Wijk, betreffende een onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een steekincident met dodelijke afloop in Reutum, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Politie Eenheid Oost-Nederland heeft verzocht om:
1. De volgende bemonsteringen te onderwerpen aan aanvullend DNA-onderzoek. Dit met als doel het identificeren van de personen die DNA aan de bemonsteringen kunnen hebben bijgedragen:
Aanvraag 002 en 003
AAKA4975NL#01 Bemonstering (Lemmet, midden van het lemmet)
Aanvraag 006 en 007
AAJQ9980NL#01 een bemonstering van de snijrand van het mes
AAJQ9980NL#04 een bemonstering van het heft van het mes
AAKA4973NL#02 een bemonstering van de snijrand van het mes
AAKT5559NL#01 een bemonstering (binnenzijde rechterzak)
2. Bemonsteringen van het lemmet van de messen AAJC29980NL en AAKA4973NL te
onderwerpen aan RNA-onderzoek. Dit met als doel het identificeren van het type
celmateriaal dat in de bemonsteringen aanwezig is.