In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 29 juni 2018 uitspraak gedaan in een verzoek van de H.B. Blijdenstein Stichting Openbare Bibliotheek voor Enschede (hierna: de Bibliotheek) om de huurtermijn van de door haar gehuurde ruimte aan de Meindert Hobbemastraat in Enschede te verlengen. De Bibliotheek had een verzoekschrift ingediend op 18 juni 2018, waarin zij verzocht om de termijn voor ontruiming van de ruimte te verlengen tot 1 mei 2019. Dit verzoek volgde op een eerdere aankondiging van het Stedelijk Lyceum Enschede (hierna: het Stedelijk Lyceum) dat zij de ruimte nodig had voor onderwijsdoeleinden en de huur zou beëindigen.
Tijdens de zitting op 19 juni 2018 zijn beide partijen vertegenwoordigd verschenen, waarbij de Bibliotheek werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. J. Schutrups, en het Stedelijk Lyceum door mr. H. Eillert. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een huurovereenkomst bestaat tussen de partijen, ondanks dat het Stedelijk Lyceum betwistte dat er sprake was van een huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de Bibliotheek zich kan beroepen op de huurbescherming van artikel 7:230a van het Burgerlijk Wetboek, omdat de ontruimingstermijn tijdig was aangevraagd.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat het Stedelijk Lyceum niet voldoende onderbouwd heeft dat zij de ruimte nodig heeft en dat de belangen van de Bibliotheek om op de huidige locatie te blijven zwaarder wegen. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek van de Bibliotheek toegewezen en de huurtermijn verlengd tot 1 mei 2019. Tevens is het Stedelijk Lyceum veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 519,00, te voldoen binnen 14 dagen na de uitspraak.