In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 29 juni 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Het Stedelijk Lyceum Enschede en de H.B. Blijdenstein Stichting Openbare Bibliotheek voor Enschede. Het Stedelijk Lyceum vorderde de ontruiming van de bibliotheekruimte aan de Meindert Hobbemastraat in Enschede, omdat zij deze ruimte nodig had voor de huisvesting van een groeiend aantal leerlingen. De bibliotheek had de huurovereenkomst opgezegd, maar het Stedelijk Lyceum stelde dat er een bruikleenovereenkomst bestond die beëindigd moest worden. De kantonrechter oordeelde dat Het Stedelijk Lyceum niet voldoende had aangetoond dat de ruimte daadwerkelijk nodig was voor de school en dat de bibliotheek niet ontruimd hoefde te worden. De rechter wees de vordering van Het Stedelijk Lyceum af en veroordeelde hen in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende onderbouwing van claims in kort geding procedures en de noodzaak om alternatieven te onderzoeken voordat tot ontruiming wordt overgegaan.