ECLI:NL:RBOVE:2018:2240

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 juni 2018
Publicatiedatum
29 juni 2018
Zaaknummer
08/730088-18 en 08/730095-18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mishandeling en vernieling door zoon

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 28 juni 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man uit Enschede, die werd beschuldigd van het mishandelen van zijn moeder en het vernielen van een celdeur in het politiebureau van Borne. De verdachte, geboren in 2000, was op het moment van de zitting in voorarrest. De rechtbank heeft het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 juni 2018 gevolgd, waarbij de officier van justitie, mr. C.Y. Huang, de vordering heeft ingediend. De tenlastelegging omvatte onder andere het knijpen in de armen van de moeder, het omdraaien van haar arm, het slaan en stompen, en het vernielen van een celdeur. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.

De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster, de moeder van de verdachte, als betrouwbaar en gedetailleerd beoordeeld. De aangeefster heeft verklaard dat de verdachte haar op 1 en 2 maart 2018 in hun gezamenlijke woning in Enschede heeft mishandeld. De rechtbank heeft ook bewijsstukken, zoals aangiftes en camerabeelden, in overweging genomen. De verdachte heeft ontkend zijn moeder te hebben mishandeld en stelde dat er slechts sprake was van woordenwisselingen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaringen van de aangeefster door de bewijsmiddelen werden ondersteund.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte schuldig bevonden aan de mishandeling van zijn moeder en het vernielen van de celdeur. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 90 uur en heeft geen toepassing gegeven aan het adolescentenstrafrecht, omdat de verdachte niet ontvankelijk bleek voor een pedagogische aanpak. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de moeder, en heeft besloten dat de verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/730088-18 en 08/730095-18 (P)
Datum vonnis: 28 juni 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2000 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans in voorarrest verblijvende in Juvaid locatie Veenhuizen.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 juni 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.Y. Huang en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. G.B. Meijer, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 08/730088-18, onder 1 en 2
zijn moeder heeft mishandeld;
en parketnummer 08/730095-18
een celdeur heeft vernield.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08/730088-18
1.
hij op of omstreeks 01 maart 2018 te Enschede zijn moeder, [slachtoffer] ,
heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer] (met kracht)
- in de (boven) arm(en) te knijpen en/of
- de arm(en) om te draaien en/of
- tegen het (boven)lichaam te slaan en/of te stompen en/of
- in/tegen het gelaat te spugen en/of
- op bed te duwen/gooien en/of
- een kussen in en/of op en/of tegen het gelaat van die [slachtoffer] te duwen;
2.
hij op of omstreeks 02 maart 2018 te Enschede zijn moeder, [slachtoffer] ,
heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer] (met kracht)
- bij de keel/hals vast te pakken en/of
- het hoofd van die [slachtoffer] naar achteren te duwen, tengevolge waarvan het hoofd
de (balkon)deur raakt;
en parketnummer 08/730095-18
hij op of omstreeks 15 maart 2018 te Borne opzettelijk en wederrechtelijk een celdeur (in het politiebureau op/aan de Hosbekkeweg 1a), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan de Politie Eenheid Oost-Nederland toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte voor het onder parketnummer 08/730088-18 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 08/730095-18 tenlastegelegde moet worden veroordeeld. Ter zitting heeft de officier van justitie daartoe de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor het onder parketnummer 08/730088-18 onder 1 en 2 tenlastegelegd wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs en zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft een bewezenverklaring van het onder parketnummer 08/730095-18 tenlastegelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 08/730088-18
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder parketnummer 08/730088-18 onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Aangeefster heeft bij de politie verklaard dat verdachte haar op respectievelijk donderdag
1 maart 2018 en vrijdag 2 maart 2018 in hun beider woning in Enschede heeft mishandeld. Volgens aangeefster heeft verdachte haar die donderdag bij haar linker bovenarm gepakt toen zij de badkamer uit kwam en erg hard in haar arm geknepen. Verdachte draaide daarbij de arm van aangeefster om waardoor zij erg veel pijn voelde aan haar arm. Vervolgens liet hij haar los en stompte hij aangeefster tegen haar linkerborst waardoor er blauwe plekken ontstonden. Ook drukte hij een kussen op haar gezicht. Volgens aangeefster heeft verdachte haar gefilmd toen hij een pakje sigaretten vanaf de 7e verdieping naar beneden gooide en aangeefster de sigaretten weer ophaalde en toen hij haar uitschold terwijl zij op de bank lag. Ook vrijdag 2 maart 2018 heeft verdachte aangeefster mishandeld. Volgens aangeefster liep verdachte op haar af en heeft hij haar bij haar keel gegrepen. Hij drukte vervolgens met zijn pols/onderarm haar hoofd omhoog en drukte aangeefster hard tegen de balkondeur aan. Dit deed haar naar eigen zeggen erg veel pijn.
Verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat hij op 1 en 2 maart 2018 samen met zijn moeder in de gezamenlijke woning in Enschede aanwezig is geweest. Volgens verdachte heeft hij zijn moeder niet mishandeld en was er slechts sprake van woordenwisselingen.
De rechtbank volgt de verklaring van verdachte niet.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van aangeefster betrouwbaar, geloofwaardig en gedetailleerd is. Bovendien wordt de verklaring van aangeefster op essentiële punten ondersteund door de volgende bewijsmiddelen. Uit het proces-verbaal van aanhouding blijkt dat verbalisanten, na een melding op 2 maart 2018 om 16.20 uur van mogelijk huiselijk geweld aan de [adres] in Enschede, om 16.30 uur ter plaatse zijn gegaan en hebben gezien dat aangeefster bij haar keel een rode vlek had. Dit letsel past bij de verklaring van aangeefster dat verdachte haar kort daarvoor bij haar keel heeft gegrepen.
Uit de fotobijlagen bij het proces-verbaal van aangifte leidt de rechtbank af dat verbalisanten op vrijdag 2 maart 2018 rond 16:40 uur bij aangeefster blauwe plekken en schrammen hebben geconstateerd. Ook dit letsel past naar het oordeel van de rechtbank bij hetgeen aangeefster over voornoemde mishandelingen heeft verklaard.
De authenticiteit van de aangifte wordt bovendien ondersteund door twee filmpjes die door verbalisanten op de telefoon van verdachte zijn aangetroffen, waaronder een filmpje waarbij er gefilmd wordt vanaf een balkon. Te zien is dat aangeefster over de parkeerplaats loopt en iets opraapt van de grond. Ook is er een filmpje waarop aangeefster in een witte badjas ineengedoken op een stoel zit en zichtbaar aan het huilen en hoesten is. Verdachte zegt onder meer: “jij bent niks waard, jij bent poep onder mijn schoen”.
Op grond van voorgaande verklaringen en bevindingen is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat verdachte aangeefster op 1 en 2 maart 2018 heeft mishandeld. Derhalve is wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder parketnummer 08/730088-18 onder 1 en 2 ten laste is gelegd.
Parketnummer 08/730095-18
De rechtbank komt ook tot bewezenverklaring van het onder parketnummer 08/730095-18 tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens verdachte geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] .
het proces-verbaal van aangifte van 15 maart 2018 (pagina 3-4), met fotobijlagen (pagina 5-8);
het proces-verbaal van de terechtzitting d.d. 14 juni 2018, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hierboven en in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
Parketnummer 08/730088-18
1.
hij op 1 maart 2018 te Enschede zijn moeder, [slachtoffer] , heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer]
- in de bovenarm te knijpen en
- de arm om te draaien en
- tegen het bovenlichaam te stompen en
- op bed te duwen en
- een kussen in het gelaat van die [slachtoffer] te duwen;
2.
hij op 2 maart 2018 te Enschede zijn moeder, [slachtoffer] , heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer]
- bij de keel vast te pakken en
- het hoofd van die [slachtoffer] naar achteren te duwen, tengevolge waarvan het hoofd
de balkondeur raakt;
en parketnummer 08/730095-18
hij op 15 maart 2018 te Borne opzettelijk en wederrechtelijk een celdeur in het politiebureau aan de Hosbekkeweg 1a, dat aan de Politie Eenheid Oost-Nederland toebehoorde, heeft beschadigd.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08/730088-18 onder 1 en 2 en onder parketnummer 08/730095-18 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 300, 304 en 350 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 08/730088-18
de feiten 1 en 2
telkens het misdrijf: mishandeling, begaan tegen zijn moeder;
Parketnummer 08/730095-18
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, met toepassing van het adolescentenstrafrecht, wordt veroordeeld tot 115 dagen jeugddetentie, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en met een proeftijd van twee jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit aan verdachte een straf gelijk aan voorarrest op te leggen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee mishandelingen van zijn moeder met wie hij samenwoonde. Verdachte heeft door zijn handelwijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn moeder en daarbij een gevoel van onveiligheid en verdriet over de verstoorde moeder-zoonrelatie bij haar teweeggebracht. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De rechtbank heeft kennis genomen van een door mevrouw M. Horstman, als reclasseringswerker werkzaam bij Reclassering Nederland, opgemaakt advies van 12 juni 2018. Geadviseerd wordt het jeugdstrafrecht toe te passen en het NIFP alsnog nader over verdachte te laten rapporteren. Gezien de complexe problematiek (systeem en gedragsproblematiek) alsook het gebrek aan motivatie voor begeleiding en hulpverlening en het zich niet conformeren aan afspraken, naast het ontbreken van passende huisvesting, waarbij ingeschat wordt dat verdachte terug zal keren naar zijn moeder, wordt de kans op recidive als hoog inschat.
De opdracht tot een Pro Justitia psychologisch onderzoek over verdachte is geretourneerd omdat verdachte niet op de vervolgafspraak is verschenen.
Uit het reclasseringsrapport leidt de rechtbank af dat verdachte het door hem gepleegde geweld jegens zijn moeder gepleegd heeft vanuit een ernstig verstoorde moeder-zoonrelatie. Verdachte is eerder gediagnostiseerd met ODD en ADHD problematiek en het is niet ondenkbaar dat ook ASS problematiek of hechtingsproblematiek meespeelt. Vanuit frustratie over zijn thuissituatie en het onvermogen van verdachte hier op een gezonde manier op te reageren is het gekomen tot toepassing van geweld. In haar wanhoop heeft moeder geen andere uitweg gezien dan aangifte te doen tegen haar eigen zoon. Om in de toekomst een gezondere omgang met zijn moeder en in andere affectieve relaties te bewerkstelligen zou behandeling om tot andere reactiestrategieën te kunnen komen aangewezen zijn. Wegens het niet verschijnen op afspraken is een behandeladvies door de gedragsdeskundige echter niet mogelijk gebleken. Gelet op de ernst van het gepleegde huiselijk geweld en zijn tot dusverre blanco justitiële documentatie resteert niets anders dan aan verdachte een werkstraf van na te noemen duur, met aftrek van voorarrest op te leggen.
De rechtbank zal geen toepassing geven aan het adolescentenstrafrecht. Gelet op het feit dat de reclassering haar voorstel tot toepassing van het adolescentenstrafrecht niet nader heeft gemotiveerd en de rechtbank uit de overtreding van de schorsingsvoorwaarden afleidt dat de verdachte nagenoeg niet ontvankelijk is voor een pedagogische aanpak, acht de rechtbank toepassing van het volwassenstrafrecht in deze passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 22c, 22d, 27 en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/730088-18 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 08/730095-18 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08/730088-18 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 08/730095-18 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08/730088-18, de feiten 1 en 2
telkens het misdrijf: mishandeling, begaan tegen zijn moeder;
Parketnummer 08/730095-18
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08/730088-18 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 08/730095-18 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
90 (negentig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
45 dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.M. Bos, voorzitter, mr. M.M. Lorist en mr. A. Flos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.A. Krooshof, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2018.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland, district Twente, basisteam Twente-Midden met nummer PL0600-2018093506-14. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 2 maart 2018 (pagina 43-45), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Op vrijdag 2 maart 2018 te 16:40 uur, kwam ik ter plaatse van het misdrijf op de locatie [adres] , bij een persoon die opgaf te zijn:
Achternaam : [slachtoffer]
Voornaam : [slachtoffer]
Geboren : [geboortedatum 2] 1975
Adres : [adres]
(…)
Zij deed aangifte en verklaarde het volgende over het in de aanhef vermelde incident, dat plaatsvond op de locatie genoemd bij plaats delict, tussen vrijdag 2 maart 2018 te 16:00 uur en vrijdag 2 maart 2018 te 16:15 uur.
(…)
Ik doe hierbij aangifte van mishandeling door mijn zoon genaamd [verdachte] . Gisteren, donderdag 1 maart heeft hij mij ook mishandeld. [verdachte] was mij gisteren aan het treiteren en uitdagen. Hij heeft mij zelfs gefilmd nadat hij mijn pakje sigaretten vanuit het raam naar beneden had gegooid en ik het ben gaan ophalen. (…) Ik ben toen de badkamer ingegaan om te douchen. Toen ik de badkamer uitkwam pakte hij mij bij mijn linker bovenarm en kneep erg hard. Ook draaide hij hierbij mijn arm om. Ik voelde hierdoor erg veel pijn aan mijn arm. Hij liet mij toen los en stompte mij met zijn vuist op mijn linkerborst. Ik heb hier blauwe plekken aan overgehouden. (…) Hij heeft mij toen bij mijn rechterarm gepakt en naar de slaapkamer gesleurd. (…) Hij gooide mij toen op het bed en pakte een kussen. Dit kussen drukte hij op mijn gezicht toen ik op mijn rug lag.
(…)
Hij liep toen op mij af en heeft mij bij de keel gegrepen. Hij drukte met zijn pols/onderarm mijn hoofd omhoog en drukte mij hard tegen de balkondeur aan. Dit deed mij erg veel pijn.

2. Het proces-verbaal aanhouding van 2 maart 2018 (pagina 28), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten:

Ik hoorde dat aangever aangifte wilde doen van mishandeling. Ik zag dat aangever bij haar keel een rode vlek had. Ik hoorde dat zij gisteren ook was mishandeld door [verdachte] .

3.

Het proces-verbaal van bevindingen (pagina 60) van 4 maart 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisanten bij het uitkijken van de camerabeelden van de telefoon van verdachte:
Ik verbalisant zie een vrouw. Deze vrouw draagt een witte badjas. De vrouw zit ineengedoken op een stoel. De vrouw is hoorbaar aan het huilen en hoesten. Ik hoor een mannenstem. Ik hoor deze man zeggen: Ik hoop dat je stikt in mijn geld. Ik hoop dat je overal in stikt. Jij bent, jij bent gewoon een eenzaam vies oud vrouwtje dat nou pas haar zoon gaat verneuken.” Ik hoor vervolgens de man een geluid maken alsof hij spuugt. Ik hoor de man vervolgens zeggen: “Jij bent niks waard, jij bent poep onder mijn schoen gatverdamme. En elke keer maar dreigen ik ga je uit huis schoppen, ik ga je uit huis schoppen.” Ik hoor de man vervolgen een geluid maken alsof hij spuugt. Ik hoorde de man vervolgens zeggen: “Je bent niks waard, schande.”
(…)
Ik verbalisant zie een rieten tafel met hierop een aantal sigarettenpeuken. Vervolgens draait de camera en zie ik van bovenaf gezien een parkeerplaats. Waarschijnlijk wordt er gefilmd vanaf een balkon. Ik hoor een mannenstem. Er wordt gedurende het hele filmpje gepraat in een voor mij verbalisant onverstaanbare taal. Ik zie dat de camera de parkeerplaats blijft filmen. Ik zie vervolgens dat een vrouw de parkeerplaats over loopt en ik zie dat zij iets opraapt van de grond. Ik zie dat zij zich vervolgens omdraait en loopt in de richting waarvan zij gekomen is.
4. De fotobijlagen bij het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 2 maart 2018 (pagina 46 t/m 49).

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district Twente, basisteam Twente-Noord met nummer PL0600-2018113435. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.