ECLI:NL:RBOVE:2018:1842

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 mei 2018
Publicatiedatum
29 mei 2018
Zaaknummer
08/910002-18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel met voorwaardelijke gevangenisstraf en verbeurdverklaring van in beslag genomen goederen

Op 29 mei 2018 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 28-jarige man uit België, die werd beschuldigd van mensensmokkel. De verdachte werd op 6 februari 2018 aangehouden bij de Duitse grens op de A1, waar hij een gezin vervoerde dat asiel had aangevraagd in Denemarken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensensmokkel, omdat hij de betrokkenen had geholpen bij hun doorreis door Nederland, terwijl hij wist of ernstige redenen had om te vermoeden dat deze doorreis wederrechtelijk was. De rechtbank achtte niet bewezen dat de verdachte een beroep of gewoonte had gemaakt van mensensmokkel, en sprak hem daarvan vrij.

De rechtbank legde een gevangenisstraf op van acht maanden, waarvan zeven maanden en dertien dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast werden de in beslag genomen goederen, waaronder €500,- en de Volkswagen Touran, verbeurd verklaard. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, maar ook met de omstandigheden waaronder het was gepleegd, zoals het ontbreken van een crimineel netwerk en het feit dat de verdachte geen buitensporig bedrag had ontvangen voor het vervoer. De uitspraak benadrukt de maatschappelijke impact van mensensmokkel en de noodzaak om illegale toegang tot Nederland en andere Europese landen te bestrijden.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/910002-18 (P)
Datum vonnis: 29 mei 2018
Vonnis op tegenspraak (artikel 279 Wetboek van Strafvordering) in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats 1] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 mei 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. T. Feuth. De verdachte is niet ter zitting verschenen. De verdachte is ter zitting vertegenwoordigd door mr. A.P.E.M. Pover, advocaat te Assen, die heeft verklaard daartoe uitdrukkelijk te zijn gemachtigd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (medeplegen van) mensensmokkel, terwijl hij daarvan zijn beroep of gewoonte heeft gemaakt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2018 tot en met 6 februari 2018
te Deurningen (gemeente Dinkelland) en/of elders in Nederland en/of in Denemarken en/of in Duitsland en/of in België tezamen en in vereniging met een of meer andere perso(o)n(en), en/of alleen,
een of meer ander(en), te weten:
- [betrokkene 1] (geboren [1976] te [geboorteplaats 2] , Koeweit )
- [betrokkene 2] (geboren [1986] te [geboorteplaats 3] /Koeweit) en/of
- [betrokkene 3] en/of
- [betrokkene 4] en/of
- [betrokkene 5] en/of
- [betrokkene 6] en/of
- [betrokkene 7] ,
behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of Denemarken en/of Duitsland en/of België en/of Frankrijk en/of Groot-Brittannië (zijnde andere lidstaten van de Europese Unie),
of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft
verschaft,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- contacten onderhouden en/of afspraken gemaakt over de wijze van (smokkel)transport van bovengenoemde perso(o)n(en), en/of
- ( vervolgens) met een voertuig naar de (verblijf)plaats (van bovengenoemde
perso(o)n(en)) (in Denemarken en/of Duitsland) gereden om hen in dit voertuig
te laten plaatsnemen en/of
- voornoemde perso(o)n(en) (tegen betaling) in dit voortuig vervoerd/gereden door Denemarken en/of Duitsland en/of Nederland met als bestemming België en/of Frankrijk en/of Groot-Brittannië,
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden, met uitzondering van de strafverzwarende omstandigheid dat verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt van mensensmokkel, .
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat hij verdachte heeft geconfronteerd met de onderzoeksresultaten, waarna verdachte alsnog ten overstaan van de raadsman heeft bekend dat hij wist, of in elk geval ernstige redenen had om te vermoeden dat het gezin dat hij vervoerde niet in het bezit was van de juiste reisdocumenten. Indien verdachte ter zitting zou zijn verschenen dan zou hij ook daar een bekennende verklaring hebben afgelegd.
Gelet op de bekennende verklaring van verdachte in samenhang met de bewijsmiddelen, kan het ten laste gelegde feit, met uitzondering van de strafverzwarende omstandigheid dat verdachte een beroep/gewoonte maakt van het smokkelen, wettig en overtuigend bewezen worden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten eerste overweegt de rechtbank dat uit vaste rechtspraak volgt dat de verklaring van verdachte, bij monde van zijn raadsman, niet als bekennende verklaring kan worden aangemerkt zodat niet met een opgave van bewijsmiddelen kan worden volstaan zoals bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv) (vergelijk ECLI:NL:HR:2009:BK2129) .
Dat neemt niet weg dat, naar het oordeel van de rechtbank uit de bewijsmiddelen (zie de bijlage bewijsmiddelen), te weten het proces-verbaal van aanhouding, het ambtelijk verslag en de processen-verbaal van verhoor verdachte, kan worden geconcludeerd dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel.
Verdachte is net over de grens in Nederland aangetroffen met in zijn personenauto het gezin bestaande uit de in de tenlastelegging genoemde personen (betrokkenen). Uit het dossier blijkt dat de betrokkenen niet in het bezit waren van geldige reisdocumenten, maar alleen van pasjes waaruit blijkt dat zij aangemerkt zijn als asielzoekers in Denemarken. Verdachte heeft tijdens de verhoren bij de politie verklaard dat hij de betrokkenen vanuit Denemarken heeft vervoerd als illegale taxi en dat zij hem daarvoor hebben betaald. Het was de bedoeling dat hij hen uiteindelijk naar Frankrijk zou brengen. Verdachte heeft ook verklaard dat hij heeft gevraagd naar hun identiteitsdocumenten. De betrokkenen hebben hem pasjes getoond met een foto, naam, geboortedatum en stempel er op en daarom ging verdachte ervan uit dat zij rechtmatig mochten reizen van Denemarken naar Frankrijk. Hij vertrouwde betrokkenen, omdat de man een oude man was.
De rechtbank ziet zich, gelet op de verklaringen van de verdachte, gesteld voor de vraag of verdachte wist, of ernstige redenen had om te vermoeden dat de betrokkenen niet rechtmatig mochten (door)reizen. Naar het oordeel van de rechtbank is dit het geval. De verdachte heeft verklaard dat hij ervan uitging dat het goed zat, omdat de betrokkenen pasjes toonden met een foto, naam, geboortedatum en stempel er op en omdat hij de betrokkene vertrouwde, maar de rechtbank vindt dit niet geloofwaardig. Het is een feit van algemene bekendheid dat niet met elk document met daarop een foto of stempel mag worden gereisd binnen het Schengengebied. De rechtbank vindt het niet geloofwaardig dat dit niet bij verdachte bekend was. Verdachte verklaart bovendien zelf dat hij weet dat personen die geen rechtmatig verblijf hebben niet mogen reizen. Dat verdachte daarom de documenten wel controleert, maar vervolgens genoegen neemt met een pasje met daarop een naam, geboortedatum en stempel acht de rechtbank niet geloofwaardig. Op de pasjes van verdachten staat ook in het Engels geschreven dat deze alleen geldig zijn in Denemarken. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat verdachte wist, of op zijn minst ernstige redenen had om te vermoeden dat betrokkenen niet in het bezit waren van de vereiste reisdocumenten.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat bewezen is dat verdachte bovengenoemde personen behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, terwijl hij wist of ernstige redenen had om te vermoeden dat die toegang of doorreis wederrechtelijk was.
De rechtbank is, evenals de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank zal verdachte van dat deel van de tenlastelegging vrijspreken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
hij in de periode van 1 februari 2018 tot en met 6 februari 2018 te Deurningen (gemeente Dinkelland) en elders in Nederland en in Denemarken en in Duitsland en in België,
- [betrokkene 1] (geboren [1976] te [geboorteplaats 2] , Koeweit )
- [betrokkene 2] (geboren [1986] te [geboorteplaats 3] /Koeweit) en/of
- [betrokkene 3] en
- [betrokkene 4] en
- [betrokkene 5] en
- [betrokkene 6] en
- [betrokkene 7] ,
behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en Denemarken en Duitsland en België en Frankrijk (zijnde andere lidstaten van de Europese Unie),
terwijl hij, verdachte, wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
immers
- heeft verdachte afspraken gemaakt over de wijze van (smokkel)transport van bovengenoemde personen, en
- is hij (vervolgens) met een voertuig naar de (verblijf)plaats (van bovengenoemde
personen) (in Denemarken) gereden om hen in dit voertuig te laten plaatsnemen en
- heeft hij voornoemde personen (tegen betaling) in dit voortuig vervoerd door Denemarken en Duitsland en Nederland met als bestemming België en/of Frankrijk.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 197a Wetboek van strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf: mensensmokkel.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de geëiste straf te fors is en heeft verzocht te volstaan met het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf, gelet op de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en omdat verdachte ook is getroffen door de inbeslagname van zijn auto en het geldbedrag.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
De verdachte heeft zich op bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan mensensmokkel.
Dit delict maakt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Het doorkruist het overheidsbeleid inzake de bestrijding van illegaal verblijf en illegale toegang tot Nederland en andere Europese landen. Daarnaast draagt het bij tot het in stand houden van een illegaal circuit, dat maatschappelijk ongewenste effecten met zich brengt en niet zelden persoonlijk leed tot gevolg heeft. Het delict kan ook tot gevolg hebben dat het maatschappelijk draagvlak om asielzoekers op te vangen wordt ondermijnd. Op grond hiervan is in beginsel oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gerechtvaardigd.
Voor wat betreft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is gepleegd, weegt de rechtbank ook mee dat er in dit geval niet is gebleken dat gebruik is gemaakt van een crimineel mensensmokkelnetwerk. Verder heeft verdachte geen buitenproportioneel bedrag ontvangen voor het vervoer en vond het vervoer plaats in gewone omstandigheden, namelijk in een personenauto. Er zijn dan ook geen aanwijzingen dat sprake was van uitbuiting.
De rechtbank ziet in het vorenstaande aanleiding om met betrekking tot de strafmaat af te wijken van de door de officier van justitie gevorderde straf ten gunste van de verdachte. Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden passend en geboden, waarvan zeven maanden en 13 dagen maanden voorwaardelijk, . Daarmee is het onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf gelijk aan de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorarrest. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf verbindt de rechtbank een proeftijd van drie jaren om verdachte er van te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie vordert voorts verbeurdverklaring van het in beslag genomen geld
(€ 500,-) en de in beslagenomen personenauto (Volkswagen Touran, kenteken [kenteken] ). De verdediging heeft op dit punt geen verweer gevoerd.
De rechtbank is van oordeel dat er gronden zijn om het geldbedrag (€ 500,-) verbeurd te verklaren, omdat het een voorwerp betreft dat aan verdachte toebehoort en dat geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het strafbare feit is verkregen.
De rechtbank zal ook de personenauto (Volkswagen Touran, kenteken [kenteken] ) verbeurdverklaren, omdat het een voorwerp betreft met behulp van welke het feit is begaan.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33 en 33a Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
  • verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
s
trafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een
strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in
verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de
gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
-een geldbedrag van € 500,-;
-een personenauto (Volkswagen Touran, kenteken [kenteken] ).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.I. van Meel, voorzitter, mr. G.J. Stoové en mr. F.H.W. Teekman, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 mei 2018.
Mr. M.I. van Meel is buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, District Noord-Oost met nummer PL27NN/18-000709 van 28 februari 2018. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aanhouding van verbalisant [verbalisant] , van 6 februari 2018, pagina’s 19 t/m 21, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
“(…) Datum en tijd aanhouding. Dinsdag 6 februari 2018 te 10:35 uur. Locatie aanhouding: Rijksweg A1 te Deurningen Dinkelland. (…) Op datum en tijd vermeld, werd door een voertuig van de Koninklijke Marechaussee een personenauto zijnde een grijze Volkswagen Touran voorzien van kenteken Belgisch kenteken [kenteken] middels een volgen teken naar de parkeerplaats Veelsveld op de rijksweg A1 te Deurningen gebracht. (…) De bestuurder gaf mij, verbalisant, een geldige Belgisch vreemdelingenpaspoort met een goed gelijkende foto en voorzien van nummer [nummer] . Deze was op naam gesteld van: [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1990. (…) De bijrijder, gaf mij, verbalisant, een asielzoekerspasje van hem, een vrouw en 5 kinderen welke achterin zaten. De pasjes waren afgegeven in Denemarken. Het gezin kon geen documenten tonen als bedoeld in artikel 4.21 van het vreemdelingenbesluit. (…).”
2.
Het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant] , van 28 februari 2018, pagina’s 5 t/m 16, in samenhang met een kopie aangetroffen documenten vreemdelingen pagina’s 54 t/m 56, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
“(…) Op dinsdag 6 februari 2018 werden aangetroffen vreemdelingen staande gehouden op grond van artikel 50 van de Vreemdelingenwet en overgebracht naar de brigade Oostgrens-Noord te Coevorden. Hier is middels de basis voorziening ID-vaststelling de identiteit van vreemdelingen middels biometrie geregistreerd. Tevens zijn de personalia van aangetroffen vreemdeling uitgezet bij Gemeenschappelijk Grens Coördinatiekantoor (GGC). Hieruit blijkt dat het asielverzoek in Denemarken is geweigerd op 26 juni 2017. Er loopt een Dublin-claim (vanuit DK) om vreemdelingen terug te sturen naar Griekenland. Op dit moment zijn vreemdelingen niet in bezit van een rechtmatige status binnen Europa. (…).”
3.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, van 6 februari 2018, pagina’s 143 t/m 150, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van verdachte:
“(…)
Ik werk als snorder, als illegale taxichauffeur.
A: Ik heb gisteren een advertentie op facebook. Daarop heeft een groep mensen contact opgenomen, om vanuit Denemarken naar Frankrijk gebracht te worden. (…) Hierop hebben we een tijd afgesproken en ben ik naar hun toe gegaan in Denemarken. De afspraak was om ze van Denemarken naar België te brengen voor 700 euro, en van Denemarken naar Frankrijk voor 1000 euro. (…) V: Hoeveel mensen heeft u opgehaald? A: Een gezin, een vader, moeder en vijf kinderen. (…).
(…)
Ik weet dat als mensen geen rechtmatig verblijf hebben ze niet zomaar mogen reizen. Maar ze hebben mij hun legitimatiebewijs laten zien. ”
4.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte en de bijlagen, van 22 februari 2018, pagina’s 159 t/m 174, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van verdachte:
“(…)
A: Toen ze mij hebben gebeld heb ik hun gevraagd of ze verblijfsvergunning hebben of niet. De meneer zei: Wij wonen sinds 3 jaar hier. Toen ik bij hem was heb ik voor de zekerheid nog een keer gevraagd om geen probleem te krijgen bij de grens. Meneer liet mij meteen een pasje zien met een foto en zijn naam erop.
V: Het kon een willekeurige klantenpas zijn. Hoe weet u zo zeker dat het een geldig reisdocument was?
A: Het kon niet een klantenpas zijn want een klantenpas heeft geen foto. De meneer liet de pasjes zien van hemzelf en zijn kinderen. Een klantenpas heeft altijd een naam van
een winkelketen staan. Op dit pasje zag ik zijn foto, geboortedatum, stempel en naam.
V: U zag een pasje met een foto, geboortedatum, stempel en naam? Hoe kunt u daaruit concluderen dat het een geldig reisdocument is?
A: Dat weet ik niet. Ik vertrouwde hem. Het is een oude man. Ik had nooit gedacht dat hij daar over zou liegen.”