Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
Wie moet er gaan vastzitten. Bedoel je jezelf”. Waarop [naam 2] antwoordt: “I
k of me oom of me vader. Maakt niet uit. Is voor [naam 6]”. Verder appt [naam 2] : “
Maar als er iemand gaat vastzitten is het allemaal wel Mijn schuld. Maarja dan accepteer k het ook” [25] .
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van verdachte
medeplegen van doodslag.
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelden
- kosten vliegtickets (drie personen) € 1.049,69;
- extra telefoonkosten € 25,00.
- kosten vliegtickets (twee personen) € 738,00;
- reiskosten € 221,26;
- extra telefoonkosten € 66,05.
- verlies aan arbeidsvermogen € 2.700,72;
- reiskosten bedrijfsarts € 28,60.
- reiskosten € 1.085,18;
- verblijfkosten € 4.320,00;
- gederfde inkomsten € 1.500,00.
LJNAD5356,
NJ2002, 240).
8.De vordering tenuitvoerlegging
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren;
[naam 11], voor een deel van € 17.500,00 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.384,84, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 april 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 33 dagen zal worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[naam 9], voor een deel van € 23.438,72 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 13.815,91, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 104 dagen zal worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[naam 12], voor een deel van € 4.320,00 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 4.985,18, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 mei 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 59 dagen zal worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Gelderland van op 27 januari 2015 van 26 januari 2016 met parketnummer 05-800157-14 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
90 dagen.