ECLI:NL:RBOVE:2018:1620
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.R. Schimmel
- W.F. Bijloo
- W.M.B. Elferink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een te late aanvraag voor een WW-uitkering na terugvordering van WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 9 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. De eiseres had een aanvraag voor een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) ingediend, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat deze te laat was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres op de hoogte was van het feit dat zij onterecht een WAO-uitkering ontving, maar pas na een besluit van 14 februari 2017, waarbij de WAO-uitkering over een lange periode werd teruggevorderd, was zij zich hiervan bewust. De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om af te wijken van de wettelijke termijn voor het indienen van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep van de eiseres ongegrond verklaard, omdat zij niet kon aantonen dat er sprake was van een bijzonder geval dat een uitzondering op de regel rechtvaardigde. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de aanvrager om tijdig een aanvraag in te dienen en de bewijslast die op de aanvrager rust om aan te tonen dat er bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van de regels rechtvaardigen.