Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 maart 2017
- de mondelinge behandeling op 18 april 2017
- de pleitnota van [eiser 1] c.s.
- de pleitnota van [gedaagde 1] c.s.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, hebben eisers, buren van gedaagden, een kort geding aangespannen met als doel de verwijdering van een camera die door gedaagden aan de voorzijde van hun woning was geplaatst. De eisers stelden dat de camera inbreuk maakte op hun privacy, terwijl gedaagden aanvoerden dat de camera was geplaatst ter bescherming van hun eigendommen in verband met een toename van inbraken in de buurt. De procedure begon met een dagvaarding op 16 maart 2017, gevolgd door een mondelinge behandeling op 18 april 2017. De voorzieningenrechter heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. De rechter oordeelde dat de camera, die was afgesteld om alleen het perceel van gedaagden te filmen, niet onrechtmatig was en dat er voldoende rechtvaardigingsgrond was voor het filmen van een gedeelte van de openbare weg. De vorderingen van eisers werden afgewezen, en de rechter besloot dat beide partijen hun eigen proceskosten moesten dragen, gezien de rol die zij beiden hadden gespeeld in het escaleren van het conflict. De uitspraak benadrukt het belang van het zoeken naar een minnelijke oplossing in burenconflicten.