Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
tussenuitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats 1], eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Zwolle, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“Met het overhevelen van de jeugd-ggz, dyslexiezorg, jeugd-vb, begeleiding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging uit de AWBZ en de Zvw naar Jeugdwet vervalt weliswaar het recht op zorg zoals dat in die wetten is vorm gegeven, maar in onderhavig wetsvoorstel komen deze vormen van zorg, hulp en ondersteuning onder de voorzieningenplicht te vallen. De gemeente krijgt de verplichting om waar nodig voor de jeugdige of zijn ouders een individuele voorziening te treffen.”En op bladzijde 101:
“Ook dyslexie valt in dit licht onder het begrip psychische stoornis en derhalve onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Ondersteuning op het gebied van dyslexie kan echter mede plaatsvinden door hulp en aanpassingen in het onderwijs. Samenwerking met scholen op dit onderwerp is dan ook van groot belang.”Tenslotte in de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstukken II, 2012-2013, 33 684, nr. 10 p. 33):
“Op dit moment is er een aanspraak op grond van de Zvw op dyslexiezorg voor basisschoolgaande kinderen (ernstige enkelvoudige dyslexie van kinderen van 7 jaar en ouder die basisonderwijs volgen). Deze vorm van zorg wordt gedecentraliseerd naar de gemeente. Reden dat dyslexie niet gepositioneerd is in de wetgeving inzake het passend onderwijs is dat deze specifieke vorm van dyslexiezorg een neurobiologische grondslag kent en veelal door behandelaars uit de jeugd-ggz wordt behandeld…..Nu ook de jeugd-ggz wordt gedecentraliseerd naar gemeenten is het logisch om deze vorm van zorg ook over te hevelen, gezien de duidelijke link tussen beide zorgvormen. Zuiver vanwege deze overheveling van de bekostiging wordt dyslexie in het nieuwe stelsel daarom onder de noemer van de jeugdhulp en meer specifiek onder de noemer jeugd-ggz geschaard. Gemeenten zullen dus ook voor kinderen met ernstige enkelvoudige dyslexie een passend zorgaanbod moeten realiseren.”