2.2Crisis- en herstelwet
De aanvraag van Twence Holding BV betreft een omgevingsvergunning voor een installatie voor de verwerking van dierlijke mest. Ingevolge van artikel 1.1, eerste lid, onder a, juncto Bijlage I, categorie 10.1 van de Crisis- en herstelwet (Chw), valt de aanvraag derhalve onder de werking van de Chw, zodat op het bestreden besluit afdeling 2 van hoofdstuk 1 van die wet van toepassing is. Gelet op artikel 1:6a van de Chw mogen daarom alleen de gronden die in het beroepschrift zijn vermeld door de rechtbank worden beoordeeld en is het niet mogelijk om buiten de beroepstermijn nieuwe beroepsgronden in te brengen. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan hetgeen door eiser 1 nadien in de brieven van 4 november 2016 en 11 januari 2017 is aangevoerd, voor zover daarbij (al dan niet in reactie op stukken van andere partijen) nadere beroepsgronden zijn genoemd.
3. Wettelijke regeling
Ingevolge het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. het bouwen van een bouwwerk,
b. het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald,
c. het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet,…….
d. …….
e. 1°. het oprichten,
2°. het veranderen of veranderen van de werking of
3°. het in werking hebben
van een inrichting of mijnbouwwerk,
f. t/m i ……
Ingevolge het tweede lid van dit artikel kunnen bij algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld met betrekking tot hetgeen wordt verstaan onder de in het eerste lid bedoelde activiteiten.
Voorts kan op grond van het derde lid van dit artikel bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat met betrekking tot daarbij aangewezen activiteiten als bedoeld in het eerste lid in daarbij aangegeven categorieën gevallen, het in dat lid gestelde verbod niet geldt.
4. Beroepsgronden
Namens eiser 1 is, kort weergegeven, aangevoerd dat het project niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan omdat
- mest geen afvalstof is en de verwerking van meststoffen dus niet is aan te merken als het be- of verwerken van afvalstoffen. In dat verband is onder andere verwezen naar het Brady-arrest van het Hof van Justitie van 3 oktober 2013, ECLI:EU:C:2013:627;
- op de plankaart een aanduiding van een verwerkingslocatie ontbreekt.
Ten onrechte is de aanvraag niet opgevat als een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan, in welk geval een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist.
Daarnaast heeft eiser 1onder meer aangevoerd dat:
- de doorlopen procedure van afdeling 3.4 van de Awb
gebreken vertoonde;
- categorie C18.4 dan wel D 18.1 van de bijlage van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit Mer) van toepassing is, zodat er een zogenaamde Mer-plicht geldt;
- er gelet op de aard en omvang van de veranderingen een revisievergunning had
moeten worden aangevraagd;
- de omgevingsvergunning niet kon worden verleend vanwege afspraken uit het
verleden dat de inrichting na 25 jaar zou worden gesloten;
- de aanvraag onvolledig is ingevuld;
- alternatieve (meer geschikte) locaties niet zijn onderzocht;
- mestverwerking ondoelmatig is en mogelijk meer energie kost dan het opwekt;
- de (veiligheids)risico’s onvoldoende zijn belicht;
- bij de geurvoorschriften geen rekening is gehouden met cumulatie van stank;
- de verkeersveiligheid en verkeersoverlast onvoldoende in zicht is gebracht;
- niet gesteld kan worden dat er de laatste jaren geen klachten over geluid zijn binnengekomen, nu de inrichting gesloten was en bovendien de cumulatie van geluid niet inzichtelijk is gemaakt.