Op 9 februari 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 52-jarige leidinggevende, die beschuldigd werd van het aanranden van een medewerkster op een camping in Zwolle. De verdachte heeft de medewerkster op 10 juni 2015 bij haar borsten gegrepen en op haar billen getikt. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid en hem veroordeeld tot een taakstraf van 80 uur, met een vervangende hechtenis van 40 dagen indien hij deze taakstraf niet naar behoren verricht. Daarnaast moet de verdachte een schadevergoeding van € 893,33 betalen aan het slachtoffer.
De zaak kwam aan het licht na een aangifte van de medewerkster op 18 augustus 2015, waarin zij verklaarde dat de verdachte haar op de werkvloer had betast. De rechtbank heeft tijdens de zitting op 6 juni 2016 en 26 januari 2017 de verklaringen van de aangeefster en getuigen gehoord. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangeefster, ondersteund door die van getuigen, voldoende bewijs boden voor de bewezenverklaring van de aanranding. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar zijn verklaring dat hij de aangeefster een tik op de billen had gegeven, werd door de rechtbank als een gedeeltelijke bevestiging van de feiten gezien.
De rechtbank heeft in haar overwegingen ook gekeken naar de context van de handelingen en de impact op de aangeefster. De rechtbank concludeerde dat de verdachte de seksuele integriteit van de aangeefster had geschonden en dat zijn handelingen niet in overeenstemming waren met de sociaal ethische normen. De rechtbank heeft de verdachte niet alleen veroordeeld voor de aanranding, maar ook de schadevergoeding aan de benadeelde partij toegewezen, waarbij de vordering deels gegrond werd verklaard en de verdachte werd verplicht tot betaling van de schadevergoeding.