ECLI:NL:RBOVE:2017:4739

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 december 2017
Publicatiedatum
22 december 2017
Zaaknummer
08/770198-17
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de verdachte in een strafzaak met ontuchtige handelingen en mishandeling van minderjarigen

Op 22 december 2017 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van ontuchtige handelingen en mishandeling van minderjarigen. De rechtbank heeft het onderzoek heropend na een eerdere zitting op 8 december 2017, omdat het onderzoek naar de persoon van de verdachte niet volledig was. De verdachte, geboren in 1984 en thans gedetineerd in P.I. Leeuwarden, wordt verdacht van meerdere ernstige feiten, waaronder het seksueel binnendringen van minderjarige meisjes en mishandeling.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. C.Y. Huang, en de verdediging door de raadsvrouw, mr. S. Aytemur. De tenlastelegging omvat onder andere het duwen van vingers in de vagina van slachtoffers en het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een hoog recidiverisico en dat de verdachte niet heeft meegewerkt aan een eerder voorgesteld multidisciplinair onderzoek.

Gezien de ernst van de beschuldigingen en de noodzaak voor een zorgvuldige afdoening, heeft de rechtbank besloten dat de verdachte ter observatie moet worden overgebracht naar het Pieter Baan Centrum (PBC) voor een persoonlijkheidsonderzoek. Het onderzoek is geschorst voor onbepaalde tijd, met de verwachting dat het onderzoek in het PBC en de rapportages van de reclassering meer inzicht zullen geven in de geestelijke toestand van de verdachte. De rechtbank heeft de zitting geschorst tot een nader te bepalen tijdstip, waarbij de termijn van schorsing langer dan één maand maar niet langer dan drie maanden zal zijn.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/770198-17
Datum vonnis: 22 december 2017
Tussenvonnis van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1984 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in P.I. Leeuwarden.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 december 2017.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.Y. Huang en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. S. Aytemur, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2017 tot en met 26 juni 2017 te Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2001, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft/hebben gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader:
- één of meer vinger(s) in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] gebracht/geduwd en/of
- een penis in de mond van voornoemde [slachtoffer 1] gebracht/geduwd en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] getongzoend en/of
- de borst(en) en/of bil(len) en/of vagina van voornoemde [slachtoffer 1] betast en/of bevoeld;
2.
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2017 tot en met 26 juni 2017 te Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2001, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft/hebben gepleegd, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader:
- voornoemde [slachtoffer 1] getongzoend en/of
- aan/over de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] gelikt en/of
- de borst(en) en/of bil(len) en/of vagina van voornoemde [slachtoffer 1] betast en/of bevoeld;
3.
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2017 tot en met 26 juni 2017 te Hengelo,
gemeente Hengelo (O), althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of een
meer anderen, althans alleen, opzettelijk (een) minderjarige(n), [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2001, en/of [slachtoffer 2] , geboren op 03 oktober 1999, heeft/hebben onttrokken en/of onttrokken gehouden aan het wettig over haar/hen gesteld(e) gezag en/of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over haar/hen uitoefende,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
toegang tot een woning verleend en/of (daarbij) de SIM-kaart(en) uit de mobiele telefoon(s)
van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] verwijderd en/of laten verwijderen en/of (vervolgens)
voornoemde mobiele telefoon(s) en/of SIM-kaart(en) in een lade opgeborgen, teneinde
naspeuring en/of vaststellen van locatie te voorkomen en/of (vervolgens) contact gezocht
met derden teneinde die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (nogmaals) op een ander adres onder te
brengen;
4.
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2017 tot en met 26 juni 2017 te Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, [slachtoffer 2] , geboren op 03 oktober 1999, van wie verdachte en/of zijn mededader wist(en) of redelijkwijs moest(en) vermoeden dat deze [slachtoffer 2] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft/hebben bewogen ontuchtige handelingen te plegen, of zodanige handelingen van verdachte en/of zijn mededader te dulden, bestaande die handelingen (onder meer) uit:
- het tongzoenen met die [slachtoffer 2] en/of
- het duwen/brengen van één of meer vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 2] en/of
- het betasten/bevoelen van/aan de borst(en) en/of bil(len) en/of vagina van die [slachtoffer 2]
en bestaande dat uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht uit:
- het (aanzienlijke) leeftijdsverschil tussen hem/hen, verdachte en/of zijn mededader, en die
[slachtoffer 2] en/of
- het feit dat die [slachtoffer 2] woonachtig was bij (gesloten inrichting) Intermetzo te Zeist vanwege
haar problematiek en/of
- gelet op haar kwetsbaarheid en/of beïnvloedbaarheid en/of psychische gesteldheid;
5.
hij op of omstreeks 07 juni 2017 te Hengelo (O) [slachtoffer 3] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer 3] krachtig op/tegen dier (boven)lichaam te duwen/drukken en/of (daarbij) voornoemde [slachtoffer 3] achterwaarts van een trap te duwen/drukken, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten gebroken (voor)tand, althans enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad;
6.
hij op of omstreeks 24 juni 2017 te Hengelo (O), met [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 3] 2001, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4] , immers heeft verdachte:
- één of meer vinger(s) en/of zijn penis in de vagina van voornoemde [slachtoffer 4]
gebracht/geduwd;
7.
hij op of omstreeks 19 juni 2017 te Hengelo (O), met [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 3] 2001, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft verdachte:
- voornoemde [slachtoffer 4] getongzoend en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en) over de schaamlippen gestreeld, althans de schaamstreek
betast en/of bevoeld.

3.Heropening onderzoek

Na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting is tijdens de beraadslaging gebleken dat het onderzoek naar de persoon van verdachte niet volledig is geweest, zodat het onderzoek moet worden heropend. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Verdachte wordt verdacht van het (mede)plegen van ontuchtige handelingen, waaronder het seksueel binnendringen bij minderjarige meisjes, het onttrekken aan het gezag van minderjarige meisjes en mishandeling..
Op 26 september 2017 is door de reclasseringswerker de heer [naam] advies uitgebracht. Uit het advies blijkt onder meer dat er sprake is van meerdere mislukte reclasseringstrajecten en een mislukte ambulante behandeling. Verder blijkt uit het advies dat het v.i. toezicht, waarvan sprake was ten tijde van de tenlastegelegde feiten, moeizaam verliep en dat verdachte veel weerstand bood tegen behandeling. De v.i. is inmiddels herroepen. Door de reclassering wordt het recidiverisico ingeschat als hoog. Uit het reclasseringsrapport blijkt verder dat verdachte in januari 2017 door Transfore is gediagnosticeerd met een antisociale persoonlijkheidsstoornis.
In het kader van de onderhavige strafzaak heeft verdachte geweigerd om mee te werken aan een uitgebreid multidisciplinair onderzoek bij het NIFP. Ter zitting heeft verdachte volhard in die weigering.
Gelet op de aard van de ten laste gelegde feiten, de documentatie van verdachte, de verklaring van de verdachte ter terechtzitting en de inhoud van voornoemd reclasseringsadvies, is de rechtbank van oordeel dat het voor een zorgvuldige afdoening van deze zaak van belang is dat de rechtbank nader over de persoon van verdachte wordt geïnformeerd. De rechtbank acht zich thans onvoldoende voorgelicht. Dit onderzoek kan gelet op de ernst van de verwijten, de achtergrond waartegen deze feiten zouden zijn begaan, de houding van verdachte ten opzichte van de hulpverlening en zijn weigering om (ambulant) mee te werken aan het tot stand komen van een Pro Justitia rapportage, naar het oordeel van de rechtbank niet op een andere wijze plaatsvinden dan door observatie in het Pieter Baan Centrum (hierna: PBC).
De rechtbank zal daarom het onderzoek ter terechtzitting heropenen en vervolgens schorsen omdat de rechtbank het noodzakelijk acht dat een onderzoek zal worden ingesteld naar verdachte door middel van observatie van verdachte in het PBC zoals bedoeld in artikel 317 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank is van oordeel dat zonder een observatie onvoldoende inzicht kan worden verkregen in de persoonlijkheid, de geestvermogens van verdachte en de mate van toerekeningsvatbaarheid.
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de reclassering in aansluiting op het rapport van het PBC nader dient te rapporteren.

4.De beslissing

De rechtbank:
- heropent het onderzoek en beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat;
- beveelt dat verdachte ter observatie zal worden overgebracht naar het PBC te Utrecht, opdat een persoonlijkheidsonderzoek zal worden verricht;
- bepaalt dat Reclassering Nederland na ontvangst van het rapport van het PBC aanvullend zal rapporteren;
- schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd tot een in overleg met de officier van justitie en de raadsvrouw van de verdachte nader te bepalen tijdstip. Deze termijn van schorsing is langer dan één maand, maar niet langer dan drie maanden om de klemmende reden dat hervatting van het onderzoek binnen één maand niet mogelijk is als gevolg van de omstandigheid dat de observatie van verdachte in het PBC en de rapportages van het PBC en de reclassering voor die tijd niet zullen zijn afgerond;
- beveelt de oproeping van de verdachte voor de, in overleg met de officier van justitie en de raadsvrouw, nader te bepalen zitting en verzoekt de kennisgeving van die zittingsdatum aan de raadsvrouw en de benadeelde partij(en).
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. C.C.S. Koppes, voorzitter, mr. E.J.M. Bos en
mr. P.M.F. Scheurs, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 december 2017.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.