10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over hem gesteld gezag, terwijl de minderjarige beneden de twaalf jaar oud is, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, Molenstraat 50 in Enschede, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- op geen enkele wijze - direct noch indirect - contact opneemt en/of onderhoudt met [aangeefster] , [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] , tenzij met voorafgaande uitdrukkelijke instemming van de reclassering, zo lang de reclassering dit nodig acht;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in overleveringsdetentie, in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- legt op de navolgende
vrijheidsbeperkende maatregelaan verdachte:
- beveelt dat verdachte op geen enkele wijze - direct noch indirect - contact opneemt en/of onderhoudt met [aangeefster] , [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] , tenzij met voorafgaande uitdrukkelijke instemming van de reclassering, zo lang de reclassering dit nodig acht;
- bepaalt dat deze maatregel geldt voor de duur van twee jaren;
- bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, vervangende hechtenis voor de duur van één week wordt toegepast, met een maximum van zes maanden;
-
beveelt dat deze maatregelop grond van artikel 38v Sr
dadelijk uitvoerbaar is;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster] van een bedrag van € 1.937,54 (eenduizendnegenhonderd en zevenendertig euro en vierenvijftig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 30 mei 2017;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster] in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [naam 1] van een bedrag van € 1.000,- (duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 30 mei 2017;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster] in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [naam 2] van een bedrag van € 1.000,- (duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 30 mei 2017;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster] in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [naam 3] , van een bedrag van
€ 1.000,- (duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 30 mei 2017;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.937,54,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 20 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.000,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 13 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.000,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 13 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.000,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 13 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van haar vordering niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij in haar hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van de drie minderjarigen [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] voor de overige delen van de vorderingen niet-ontvankelijk is in die vordering, en dat de benadeelde partij die vorderingen voor die delen deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. S.K. Huisman en mr. A.A. Smit, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 december 2017.
Mr. Smit is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.