Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 31 januari 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.T. Poort, had beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV waarin werd bepaald dat hij geen uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) zou ontvangen. Dit besluit was gebaseerd op het argument dat de eiser verwijtbaar werkloos was geworden door te laat en onder invloed op het werk te verschijnen, wat leidde tot zijn ontslag door de minister van Defensie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser zich op 11 april 2016 ziek had gemeld en dat het ontslagbesluit nog niet onherroepelijk was. De rechtbank oordeelde dat het UWV onvoldoende had aangetoond dat de eiser ten tijde van de verweten gedragingen al arbeidsongeschikt was. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en heeft het beroep gegrond verklaard. Het UWV werd opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen van de rechtbank.
Daarnaast werd het UWV veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van de eiser, die op € 990,-- werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de besluitvorming van het UWV, vooral in situaties waarin de arbeidsongeschiktheid van de werknemer ter discussie staat.