Op 6 oktober 2017 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van twee verzoekers tegen mr. A. Flos, rechter en kinderrechter. De verzoekers, beiden wonende te [woonplaats], hebben op 27 september 2017 een verzoek tot wraking ingediend, omdat zij van mening zijn dat mr. Flos partijdig is in de behandeling van hun zaken. Verzoekster sub 1 heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven het wrakingsverzoek in te trekken, waardoor dit verzoek niet verder inhoudelijk is beoordeeld. Verzoeker sub 2 is niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproep, en zijn verzoek tot wraking is beoordeeld op ontvankelijkheid.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker sub 2 niet als partij kan worden aangemerkt in de onderliggende procedure, omdat hij geen gezag heeft over het ongeboren kind waar de zaak betrekking op heeft. De wrakingskamer heeft daarbij verwezen naar artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarin staat dat alleen partijen en belanghebbenden een wrakingsverzoek kunnen indienen. Aangezien verzoeker sub 2 niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, is zijn verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.