2.2.Namens eiser is betoogd dat verweerder met het bestreden besluit ten onrechte toepassing heeft gegeven aan het primaat van de verhuizing. Dit is volgens eiser in strijd met artikel 2.3.5, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), waaruit blijkt dat doelstelling van de wetgever is dat iemand in zijn eigen huis blijft wonen. Als de conclusie gerechtvaardigd is dat verhuizen is aangewezen, kan volgens eiser onder de Wmo 2015 niet meer worden volstaan met een forfaitaire vergoeding voor de verhuiskosten. De koopwoning van eiser staat bovendien ‘onder water’, wat door verweerder in de belangenafweging niet is meegenomen.
3. Op grond van artikel 1.1.1. van de Wmo 2015 wordt onder maatwerkvoorziening verstaan een op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen.
Op grond van artikel 2.3.1 van de Wmo 2015 draagt het college er zorg voor dat aan personen, die daarvoor in aanmerking komen, een maatwerkvoorziening wordt verstrekt.
Op grond van artikel 2.3.2, vierde lid aanhef en onder a, van de Wmo 2015 onderzoekt het college de behoeften, persoonskenmerken en de voorkeuren van de cliënt.
Op grond van artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo 2015 beslist verweerder tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk, dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.3.2 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
De gemeenteraad van de gemeente Hengelo heeft de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hengelo 2015 (Verordening) vastgesteld.
Op grond van artikel 4.1.3, tweede lid, van de Verordening verstrekt het college de goedkoopst adequate ingekochte voorziening in natura als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is.
Op grond van artikel 4.2.3, vierde lid onder f, wordt de hoogte van een persoonsgebonden budget (pgb) voor verhuiskosten bepaald aan de hand van een door de cliënt opgesteld ondersteunings- en budgetplan over hoe hij het pgb gaat besteden en tot het maximumtarief zoals opgenomen in bijlage 1 van de Verordening.
In bedoelde bijlage is de hoogte van een vergoeding voor verhuis- en inrichtingskosten bepaald op maximaal € 2.500,--.
4. De rechtbank overweegt als volgt.