Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
kamer van de rechtbank Overijssel;
2.Verdere feiten
1 juli 2012 tot en met 31 december 2012 aan Menzis gestuurd. Daarbij heeft hij vermeld dat een bedrag van € 26.799,60 aan zorgverleners is uitbetaald, waaronder een bedrag van
[eiser] met ingang van 23 november 2012, de datum met ingang van welke hij is opgeroepen in het kader van de hem door de rechtbank Zutphen opgelegde PIJ-maatregel, geen aanspraak meer kan maken op een PGB en het budget derhalve met ingang van die datum dient te worden beëindigd. Het bedrag van € 4.755,61 dat daarna, op
28 november 2012 is uitbetaald voor de maand december 2012 is, gelet op de PIJ-maatregel, onverschuldigd betaald en is terecht teruggevorderd. Voorts heeft Menzis aangevoerd dat er gelet op de omschrijvingen met betrekking tot de door Konkreet Zorg verleende zorg, geen sprake is van zorg in de zin van de AWBZ. Tot slot heeft Menzis in de beslissing op bezwaar overwogen dat er geen gegronde reden is gesteld op grond waarvan [eiser] niet voldoet aan de, aan de subsidie verbonden, verplichtingen. De individuele belangen van [eiser] dienen te wijken voor de belangen van Menzis, aldus Menzis.
3.De verdere beoordeling.
artikel 2.6.9, achtste lid, van de Rsa, als aanvraag tot subsidievaststelling geldt.
College voor zorgverzekeringen (Cvz), “Ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding en behandeling in de AWBZ”, in de praktijk niet of nauwelijks het geval is. Daar waar ondersteunende begeleiding en activerende begeleiding wel te onderscheiden zijn, gaat het eigenlijk om behandeling. Cvz stelt dat het dan gaat om activiteiten van vaktherapeuten als psychomotorische therapie en speltherapie. Deze activiteiten worden extramuraal vooral als activerende begeleiding aangeboden. Volgens veel behandelaars zijn deze activiteiten vaak onderdeel van een integraal behandelplan en zouden derhalve onder de zorgvorm behandeling moeten vallen. Met het Koninklijk Besluit van 1 december 2008 wordt dat geregeld.
(zie CRvB 13 augustus 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:2741) te worden afgeleid dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om het aantal indicaties, voor de functie begeleiding als bedoeld in artikel 6 van het Bza, terug te dringen. Dit brengt met zich dat voor een ruime opvatting over de activiteiten die kunnen worden verricht in het kader van het ondersteunen bij of het oefenen met vaardigheden of handelingen, als bedoeld in het derde lid, aanhef en onder a, en het ondersteunen bij of het oefenen met het aanbrengen van structuur of het voeren van regie, als bedoeld in het derde lid, aanhef en onder b, van artikel 6 van het Bza, geen plaats is.
23 november 2012 niet tot een ander oordeel leiden.
, maar een zorgplan of dagrapporten ontbreekt/ontbreken, zoals onder meer blijkt uit de beslissing op bezwaar onder: Conclusie/belangenafweging. Uit de voorhanden zijnde stukken kan niet worden afgeleid dat [eiser] kwalitatief verantwoorde zorg heeft ingekocht: de specificaties zijn zeer algemeen en telkens per dag identiek aan elkaar zodat niet is te zien waaraan de zorg daadwerkelijk is besteed. Dit betekent dat [eiser] niet heeft aangetoond te hebben voldaan aan zijn hiervoor genoemde verantwoordingsplicht. Hier kan dan ook aangehaakt worden bij hetgeen in het indicatiebesluit is opgenomen over het onvoldoende gezag vanuit de moeder, terwijl het juist de moeder is die vervolgens via Konkreet Zorg de begeleiding geeft. Zelfs vanaf het moment dat [eiser] weer aan
[adres] woont, vanuit de thuissituatie. Daar was het budget zeer zeker niet voor bedoeld!
Konkreet Zorg (verricht voor [eiser] ). Dat bepaalde door De Zorgconsulent ingebrachte facturen door het zorgkantoor in het kader van de verantwoording zijn geaccepteerd, maakt niet dat het zorgkantoor ook gehouden is de facturen van Konkreet Zorg te accepteren. Daar komt bij dat de omstandigheid dat het zorgkantoor in de situatie van [eiser] kennelijk aanleiding heeft gezien een verdergaand onderzoek in te stellen dan in de situatie van zijn broer geen grond biedt voor een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel.