In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Overijssel, is op 1 februari 2017 een vonnis in incident gewezen. De zaak betreft een verzoek van [gedaagde 1] c.s. om Schiphol c.s. te veroordelen tot het overleggen van bepaalde bescheiden, waaronder het Hoffmann-rapport en bijbehorende documenten. De rechtbank heeft vastgesteld dat een groot deel van de gevraagde stukken niet aan de conclusies van het rapport ten grondslag ligt en dat de meerwaarde van het overleggen van deze stukken onvoldoende is onderbouwd. De incidentele vordering tot overlegging van deze stukken is dan ook afgewezen. Echter, de rechtbank heeft wel de gevorderde afgifte van geluidsopnames toegewezen, omdat er geen gewichtige reden was om deze niet te verstrekken in de zin van artikel 843a lid 4 Rv. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere beoordeling en heeft [gedaagde 1] c.s. in de gelegenheid gesteld om aan te geven welke documenten nog ontbreken en waarom zij rechtmatig belang hebben bij de afgifte van deze documenten. De zaak zal opnieuw op de rol komen op 15 februari 2017 voor het nemen van een akte door [gedaagde 1] c.s.