Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het verloop van de procedure
- de onrechtmatigheid van de inbeslagneming
- het uitblijven van een last tot teruggave
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de raadkamer van de Rechtbank Overijssel op 1 maart 2017 geoordeeld over een klaagschrift van een vrouw (klaagster) die de teruggave van een in beslag genomen motorboot eiste. De motorboot, geregistreerd op naam van klaagster, was in beslag genomen door het Openbaar Ministerie (OM) in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar haar echtgenoot, die als verdachte was aangemerkt. Klaagster stelde dat zij de eigenaar van de boot was, omdat deze met haar geld was gekocht en het registratiebewijs op haar naam stond. Tijdens de zitting werd echter duidelijk dat de boot door haar echtgenoot en een derde partij was aangeschaft en dat er onvoldoende bewijs was dat klaagster daadwerkelijk eigenaar was. De officier van justitie betwistte het eigendomsrecht van klaagster en stelde dat de inbeslagneming rechtmatig was, gezien het strafvorderlijk belang. De raadkamer concludeerde dat er voldoende aanwijzingen waren dat de boot toebehoorde aan de echtgenoot van klaagster en dat het klaagschrift ongegrond moest worden verklaard. De beslissing werd genomen op basis van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de raadkamer het summiere karakter van de beklagprocedure in acht nam.