Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de producties van de zijde van de Gemeente,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van Het Lamoen,
- de pleitnota van de Gemeente.
2.De feiten
- Iedere combinant dient een volledig ingevulde en rechtsgeldig ondertekende Eigen verklaring in te dienen.
- Iedere combinant dient op de Eigen verklaring bij 1.5 aan te geven wie de deelnemers zijn in het samenwerkingsverband en bij 1.6 wie namens het samenwerkingsverband als penvoerder optreedt.
- Iedere combinant dient op de Eigen verklaring bij 8.1 aan te geven aan welke geschiktheidseisen hij voldoet.
- De combinatie dient gezamenlijk te voldoen aan de voor deze aanbesteding gestelde geschiktheidseisen.
- Inschrijver dient op de Eigen verklaring bij punt 8.2 aan te geven voor welke eis(en) hij een beroep doet op welke derde(n).
- Inschrijver dient aan te tonen dat hij daadwerkelijk kan beschikken over de voor de opdracht noodzakelijke middelen van deze derde(n). Inschrijver dient dit aan te tonen door een door de derde(n) rechtsgeldig ondertekende verklaring te uploaden bij deze vraag, waarin de derde(n) verkla(a)(rt)(en) dat inschrijver kan beschikken over de voor de opdracht noodzakelijke middelen van deze derde(n).
Inschrijver dient bij deze vraag een overzicht te uploaden, waaruit blijkt welke onderdelen van opdracht hij laat uitvoeren door een onderaannemer.
3.Het geschil
ge-upload. Deze pagina’s zijn echter niet relevant en hebben geen invloed op de gunningsbeslissing. Er is namelijk sprake van een aanbesteding boven de Europese aanbestedingsdrempel. In dat geval zijn enkel punt 2 en 3 van de Eigen Verklaring van toepassing. Punt 4 (pagina 4 en 5) van de Eigen Verklaring ziet op de facultatieve uitsluitingsgronden onder de Europese aanbestedingsdrempel. Punt 7 (pagina 7 en 8) van de Eigen Verklaring ziet op de toelichting door de onderneming voor zover niet aan de uitsluitingsgronden/eisen wordt voldaan. Daar is in het onderhavige geval geen sprake van. Punt 8 (pagina 9) van de Eigen Verklaring is al beantwoord met vraag 1.2.3, waardoor
Het Lamoen deze vraag niet meer relevant heeft geacht voor de Eigen Verklaring. Het Lamoen vindt de wijze van vraagstelling ook verwarrend en bovendien in strijd met artikel 2.85 lid 2 van de Aanbestedingswet 2012 (AW 2012). De door Het Lamoen ge-uploade pagina’s van de Eigen Verklaring zien wel op de door de Gemeente gevraagde gegevens in vraag 1.2.1. Het Lamoen stelt dan ook dat zij heeft voldaan aan vraag 1.2.1.
Als er al sprake zou zijn van een gebrek, hetgeen wordt betwist, dan gaat het om een eenvoudig te herstellen gebrek. De Gemeente had Het Lamoen dan ook de gelegenheid moeten geven tot het indienen van een nieuwe Eigen Verklaring dan wel tot aanvulling van de ingevulde Eigen Verklaring. Aanvulling van de Eigen Verklaring doet geen afbreuk aan de gelijke kansen van andere deelnemers. Daarnaast betreft het geen kennelijke vergissing die zou leiden tot een inhoudelijke wijziging van de aanbieding. Onder omstandigheden is de Gemeente bovendien zelfs verplicht om een mogelijkheid tot herstel te bieden. In
AW 2012 is voorts een gebrek in de Eigen Verklaring niet gesanctioneerd met directe uitsluiting van de gunning. Verder is van belang dat in de Aanbestedingsleidraad niet tot in detail is omschreven dat het onvolledig uploaden van de Eigen Verklaring zal leiden tot uitsluiting. Het was Het Lamoen absoluut niet duidelijk dat dit dergelijke gevolgen had.
4.De beoordeling
aangezien de herstelmogelijkheid namelijk van invloed is op de concurrentiestelling.
5.De beslissing
Het Lamoen en overige inschrijvers die in dezelfde situatie verkeren als Het Lamoen de mogelijkheid tot herstel van de Eigen Verklaring(en) heeft geboden,