ECLI:NL:RBOVE:2016:4095
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens noodweer na mishandeling
Op 25 oktober 2016 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van (zware) mishandeling. De zaak vond plaats in Zwolle en was het resultaat van een incident dat zich op 14 oktober 2015 had voorgedaan. De verdachte werd ervan beschuldigd het slachtoffer, na een woordenwisseling, meerdere keren met zijn hand of vuist te hebben geslagen, wat leidde tot zwaar lichamelijk letsel. Tijdens de zitting op 11 oktober 2016 werd de vordering van de officier van justitie, mr. A. van Veen, besproken, evenals de verdediging door mr. U. Yildirim, advocaat van de verdachte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De feiten die niet ter discussie stonden, waren dat de verdachte het slachtoffer had geslagen, maar dat het slachtoffer ook een klap had uitgedeeld aan de verdachte. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een noodweersituatie, waarbij de verdachte zich verdedigde tegen een wederrechtelijke aanranding. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij wederrechtelijk had gehandeld.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat de noodweer als rechtvaardigingsgrond werd erkend. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.