ECLI:NL:RBOVE:2016:3746

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 september 2016
Publicatiedatum
29 september 2016
Zaaknummer
08.760139-15, 08.730030-16
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor winkeldiefstal met vrijspraak voor andere diefstallen

Op 29 september 2016 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 34-jarige man, die werd beschuldigd van meerdere diefstallen, waaronder diefstal van vuurwerk en fietsen, en een USB-powermeter uit een winkel in Hardenberg. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de diefstal van vuurwerk en fietsen, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan de diefstal van de USB-powermeter. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was, waaronder camerabeelden en de verklaring van de verdachte zelf, die aangaf dat hij zichzelf herkende op de beelden. De verdachte had op 26 november 2015 de USB-powermeter gestolen door de verpakking open te snijden met een mes en het product in zijn zak te steken.

De officier van justitie had een werkstraf van 100 uren geëist, maar de rechtbank oordeelde dat gezien de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken passend was. De rechtbank hield rekening met de aard en ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste voor de diefstal, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte van het tenlastegelegde feit werd vrijgesproken. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.760139-15, 08.730030-16
Datum vonnis: 29 september 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 september 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. S.P. Revis en van wat door de verdachte en zijn raadsman mr. J. Michels, advocaat te Amersfoort, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 08.760139-15:
feit 1:
samen met een of meer anderen, althans alleen, vuurwerk heeft gestolen;
feit 2:
samen met een of meer anderen, althans alleen, fietsen heeft gestolen;
parketnummer 08.730030-16:
een USB-powermeter heeft gestolen bij de [winkel] .
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
parketnummer 08.760139-15:
1.

hij in of omstreeks de periode van 30 december 2014 tot en met 31 december 2014 te Hardenberg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid vuurwerk (ter waarde van ongeveer Euro 10.000,--), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;

2.

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 april 2015 tot en met 20 april 2015 te Hardenberg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand heeft weggenomen drie, althans een of meer (elektrische) fietsen (merk(en) Sparta en/of Koga en/of Batavus), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;

parketnummer 08.730030-16:
hij op of omstreeks 26 november 2015 in de gemeente Hardenberg, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een USB-Powermeter, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel] (op of aan de [adres 1] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat met betrekking tot parketnummer 08.760139-15 het onder 1 tenlastegelegde en met betrekking tot parketnummer 08.730030-16 het tenlastegelegde, verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 100 uren, met aftrek van de periode die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling

5.1
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van feit 2, tenlastegelegd onder parketnummer 08.760139-15, vrijgesproken dient te worden en dat feit 1 van dit parketnummer en het feit tenlastegelegd onder parketnummer 08.730030-16, wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
De raadsman van verdachte heeft ten aanzien van alle tenlastegelegde feiten onder parketnummer 08.760139-15 en parketnummer 08.730030-16 vrijspraak bepleit, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
5.2
De overwegingen van de rechtbank
parketnummer 08.760139-15 feit 1 en 2
De rechtbank acht, anders dan de officier van justitie, de onder 1 én 2 tenlastegelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte van deze feiten vrijspreken.
parketnummer 08.730030-16
Ten aanzien van het tenlastegelegde acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich op 26 november 2016 schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van een USB-powermeter bij de [winkel] .
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zichzelf heeft herkend als de persoon die te zien is op de foto’s die zijn gevoegd bij het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 6 januari 2016. Tevens heeft verdachte verklaard dat hij zich niet kan herinneren wat hij daar deed en wat hij in zijn hand had.
De rechtbank gaat uit van de aangifte en de daarin opgenomen waarnemingen van aangeefster, die voldoende worden ondersteund door de
stillsvan de camerabeelden, de herkenning van verdachte op die beelden, alsmede de foto van de verpakking van de USB Powermeter.
Op grond hiervan acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 26 november 2016 in de [winkel] aan de [adres 1] (gemeente Hardenberg), met een mes de verpakking van een USB-powermeter, toebehorende aan de [winkel] , heeft opengesneden, de USB-powermeter in zijn zak heeft gestoken en vervolgens het pand heeft verlaten.
5.3
De conclusie
parketnummer 08.760139-15
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 en 2 is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
parketnummer 08.730030-16
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 26 november 2015 in de gemeente Hardenberg, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een USB-Powermeter, toebehorende aan [winkel] (op of aan de [adres 1] ).
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
diefstal.
7. De strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

8.De op te leggen straf of maatregel

Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een diefstal bij de [winkel] gelegen aan de [adres 1] (gemeente Hardenberg). Dat het niet voor het eerst is dat verdachte een diefstal heeft gepleegd blijkt niet alleen uit het uittreksel justitiële documentatie d.d. 9 augustus 2016, maar ook uit de aangifte waarin is opgenomen dat verdachte bekend is bij de [winkel] en regelmatig steelt. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij andermans eigendommen niet heeft gerespecteerd en geen oog heeft gehad voor het financiële nadeel en de overlast die een dergelijk feit meebrengen.
De officier van justitie heeft als straf geëist een werkstraf voor de duur van 100 uren en is daarbij uitgegaan van de bewezenverklaring van 2 strafbare feiten.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat op het bewezenverklaarde feit niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, omdat de aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door een lichtere strafrechtelijke afdoening miskend zouden worden, waarbij de rechtbank in het bijzonder ook de recidive op het gebied van (winkel)diefstallen strafverzwarend laat meewegen. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, zijn volgens de rechtbank niet aanwezig.
Voor de duur van deze gevangenisstraf is aansluiting gezocht bij de geldende oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS).
Alles afwegende, is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken, met aftrek van voorarrest, passend en geboden is.

9.De schade van benadeelden

De vordering van de benadeelde partij
[naam] , wonende te [adres 2] , heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 6.343,58,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Voorts vordert zij oplegging van een schadevergoedingsmaatregel in de zin van artikel 36f Sr.
De gevorderde schade bestaat uit de volgende posten:
- € 200,00 inbraakschade
- € 6.143,58 gestolen vuurwerk
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij integraal wordt toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman van de verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering, omdat zijn cliënt van het tenlastegelegde feit waar de vordering op ziet, dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering, nu verdachte van het tenlastegelegde feit wordt vrijgesproken.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10 en 27 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
parketnummer 08.760139-15
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;

parketnummer 08.730030-16

  • verklaart bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
  • verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Edelenbos, voorzitter, mrs. T. Avedissian en F. Koster rechters, in tegenwoordigheid van A.A. de Haan-Geertsema als griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 september 2016.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de politie Oost-Nederland, District IJsselland, Basisteam Vechtdal, met nummer PL0600-2015578299. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Voor het bewijs verwijst de rechtbank naar:
parketnummer 08.730030-16
1.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 26 november 2015, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende (pagina 3-4):
(…) Feit: winkeldiefstal, [adres 1] (…) Hardenberg (…) Donderdag 26 november 2015. (…) benadeelde [winkel] (…) Ik ben namens de benadeelde gerechtigd tot het doen van aangifte. (…) Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit. (…);
2.
De aangifte zoals opgenomen in Overlastregistratie Nederland d.d. 26 november 2015, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende (pagina 5-6):
(…) [winkel] Nederland B.V. (…) Hardenberg (…) [adres 1] (…) Doet hierbij aangifte. (…) Op donderdag 26 november 2015 (…) is geconstateerd dat betrokkene zonder de goederen te betalen de onderneming verliet. (…)De volgende goederen zijn vermist uit bovengenoemd filiaal:Fun & Multimedia usb powermeter 1x € 2,49 € 2,49 (…)Ik liep achter hem langs en zag zijn gezicht, hij is een bekende van ons, hij steelt regelmatig. Ik zag hem iets in zijn zak steken en heb dit op de camerabeelden nagekeken, hij snijd met een mes de verpakking open en neemt de inhoud mee. (…) Zijn naam is [verdachte] . (…);
3.
De fotobijlage, behorend bij proces-verbaal nummer: PL0600-2015578299-12 d.d. 6 januari 2016 (pagina 13-15);
4.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 september 2016, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
(…) ik kwam wel eens in de [winkel] aan de [adres 1] . (…) Ik zie wel dat ik het ben op de foto’s die zijn gevoegd bij het proces-verbaal van verhoor van 6 januari 2016.