ECLI:NL:RBOVE:2016:289

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 januari 2016
Publicatiedatum
29 januari 2016
Zaaknummer
C/08/180687 / KG ZA 15-424
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige inbreuk op eigendomsrecht van de gemeente Staphorst door [X]

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, heeft de gemeente Staphorst een kort geding aangespannen tegen [X], een ondernemer die een afvalstoffenrecyclingbedrijf runt. De gemeente vorderde dat [X] al het door hem op de openbare weg gestorte afval zou verwijderen en hem zou verbieden om inbreuk te maken op de eigendomsrechten van de gemeente. De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 18 januari 2016, waarna de voorzieningenrechter op 28 januari 2016 vonnis wees.

De gemeente stelde dat [X] onrechtmatig handelde door industrieel afval te storten op een openbare weg die aan de gemeente toebehoorde. Dit leidde tot een geschil over de uitvoering van een ruilovereenkomst die in 2014 was gesloten, waarbij grond werd uitgewisseld tussen de gemeente en [X]. De gemeente voerde aan dat [X] zijn verplichtingen uit deze overeenkomst niet nakwam, wat resulteerde in schade voor de gemeente.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente voldoende spoedeisend belang had bij haar vorderingen en dat [X] inbreuk maakte op de eigendomsrechten van de gemeente. De rechter wees de vorderingen van de gemeente toe, met inachtneming van een maximum aan dwangsommen. Tevens werd [X] veroordeeld in de proceskosten. In reconventie werd [X] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vorderingen, omdat hij deze niet via een advocaat had ingesteld. Het vonnis benadrukt de noodzaak voor beide partijen om samen te werken aan een oplossing voor de ontstane impasse.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/180687 / KG ZA 15-424
Vonnis in kort geding van 28 januari 2016
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE STAPHORST,
zetelende te Staphorst,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. W.E.M. Klostermann te Zwolle,
tegen
[X], onder meer h.o.d.n.
[Y]en
[Z],
wonende en zaakdoende te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. J. Nijenhuis te Heerenveen.
Partijen zullen hierna de gemeente en [X] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 7 producties
  • de ongedateerde brief van [X] (in persoon), ingekomen op 14 januari 2016, met 16 bijlagen
  • het faxbericht van [X] van 14 januari 2016 met 1 productie
  • de mondelinge behandeling op 18 januari 2016
  • de pleitnota van de gemeente
  • de pleitnota van [X] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[X] drijft een afvalstoffenrecyclingbedrijf aan de Burg. Niemeijerstraat 4 te Staphorst.
2.2.
Bij notariële akte van 30 april 2014 (akte van ruiling) hebben partijen verklaard dat zij in de loop van 2014 een ruilovereenkomst zijn aangegaan, ter uitvoering waarvan:
LEVERING, REGISTERGOED, GEBRUIK
A. de Gemeente Staphorst af staat en levert aan [X] , die bij deze aanvaardt:
een perceel grond gelegen op het industrieterrein “de Baarge”, aan/nabij de Burgemeester Janssenstraat te Staphorst, kadastraal bekend gemeenteStaphorstsectieAAnummer5974, (ongeveer) groot twintig are en vijf centiare (20 a en 5 ca), waaraan door het kadaster een voorlopige kadastrale grens- en oppervlakte is toegekend bij het splitsingsverzoek met ordernummer 6010417,
zoals globaal met roze arcering is aangegeven op de door partijen gewaarmerkte, aan de akte gehechte, niet voor inschrijving bestemde tekening,
door [X] te gebruiken als industriegrond.
B. [X] af staat en levert aan de Gemeente Staphorst, die bij deze aanvaardt:
een perceel grond gelegen op het industrieterrein “de Baarge”, aan/nabij de Burgemeester Nijmeijerstraat te Staphorst, kadastraal bekend gemeenteStaphorstsectieAAnummer5972, (ongeveer) groot zeven are en vierenzestig centiare (7 a en 64 ca), waaraan door het kadaster een voorlopige kadastrale grens- en oppervlakte is toegekend bij het splitsingsverzoek met ordernummer 6010417,
zoals globaal met gele arcering is aangegeven op de door partijen gewaarmerkte, aan de akte gehechte, niet voor inschrijving bestemde tekening,
door de Gemeente Staphorst te gebruiken als weg.
2.3.
De gemeente heeft op het door [X] aan haar geleverde perceel grond gemelde weg aangelegd, namelijk de Westerparallelweg te Staphorst als de verbinding tussen de Burg. Niemeijerstraat en de Burg. Janssenstraat. Eind maart 2015 is deze openbare weg opengesteld voor het verkeer.
2.4.
Tussen partijen is een geschil ontstaan over de uitvoering van de in het kader van gemelde ruilovereenkomst gemaakte afspraken en verantwoordelijkheden, met name ten aanzien van de nieuwe milieuvergunning die [X] nodig heeft voor zijn inrichting.
2.5.
In maart en juni 2015 heeft [X] industrieel afval gestort op de hiervoor bedoelde openbare weg; dat afval is door de gemeente verwijderd.
2.6.
Na een daartoe strekkend verzoek heeft mr. P.J.G.G. Sluyter (hierna: Sluyter) op 30 november 2015 een bindend advies uitgebracht over de uitleg en interpretatie van enkele bepalingen uit gemelde akte van ruiling, met als conclusie:
-
De gemeente is gehouden een aanvraag Omgevingsvergunning onderdeel milieu te bekostigen, met de daarbij nodige gegevens en onderzoeken, welke resulteren in een vergunbaar onderdeel milieu van de Omgevingsvergunning voor een verplaatsing van de bedrijfsactiviteiten met inbegrip van de in de brief van BMD Advies aan de provincie d.d. 27 maart 2014 voorziene uitbreiding in omvang, het accepteren van droge autowrakken, het shredden van metaal (waaronder droge autowrakken) en het accepteren van verfafval.
-
BMD Advies of een in overleg tussen partijen in te schakelen andere adviseur moet belast worden met het tot stand brengen van een vergunbare aanvraag onderdeel milieu. Zowel de door BMD Advies of andere adviseur ter zake uit te brengen offerte als de offertes voor het uitvoeren van de (nog) noodzakelijke onderzoeken behoeven de goedkeuring van de gemeente. Goedkeuring mag door de gemeente niet op onredelijke gronden worden onthouden.
-
De kosten verbonden aan de vergunningaanvraag onderdeel bouw komen voor rekening en risico van [X] .
-
De kosten verbonden aan het door een ander bevoegd gezag dan de gemeente opleggen van beperkingen en voorwaarden aan het door [X] lozen op het gemeentelijk riool komen voor rekening en risico van [X] .
2.7.
Eind 2015 heeft [X] wederom industrieel afval (ca. 1.000 ton) gestort op de openbare weg tussen de perceelgrens van zijn terrein en het talud van de spoorlijn. Op last van Gedeputeerde Staten van Overijssel (hierna: GS) heeft [X] deze hoeveelheid teruggebracht tot ca. 240 ton. Nadat de gemeente middels het toepassen van bestuursdwang op 29 en 30 december 2015 het afval had doen verwijderen dat op de onderhavige openbare weg lag, heeft [X] een gedeelte van de weg geblokkeerd. [X] is vervolgens door de politie gearresteerd; na het opmaken van proces-verbaal is hij weer op vrije voeten gesteld.

3.Het geschil in conventie

3.1.
De gemeente vordert – na eiswijziging – dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
(1) [X] zal bevelen om binnen twee dagen al het door hem op de aan de gemeente toebehorende openbare weg/openbaar gebied gestorte afval te verwijderen en de openbare weg ter plaatse van de vuilstort gereinigd en ontdaan van afval aan de gemeente ter beschikking te stellen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100.000,00 voor iedere dag dat [X] in gebreke blijft aan dit bevel te voldoen;
(2) [X] zal verbieden om inbreuk te maken op de eigendomsrechten van de gemeente ten aanzien van de haar toebehorende gronden, door daarop of daarin zonder de vereiste toestemming afvalstoffen of andere zaken te storten of aan te brengen, deze gronden in bezit te nemen, af te zetten met hekwerken, of op andere wijze, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag voor iedere dag dat de overtreding plaatsvindt en/of voortduurt;
(3) [X] zal veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de nakosten ad € 131,00 zonder betekening en € 199,00 met betekening, en met de wettelijke rente over dit alles vanaf de elfde dag na het wijzen van dit vonnis.
3.2.
[X] voert gemotiveerd verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[X] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis:
(1) zal bepalen dat de weg weer wordt gebruikt door [X] totdat de gemeente aan alle verplichtingen heeft voldaan en totdat [X] het nieuwe terrein volledig kan gebruiken;
(2) zal bepalen dat de gemeente direct volledig meewerkt om te komen tot een nieuwe vergunning, een en ander overeenkomstig het bindend advies van Sluyter;
(3) zal bepalen dat de gemeente stopt met het sturen van de deurwaarder voor het innen van de kosten.
4.2.
De gemeente voert gemotiveerd verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling in conventie
5.1.
Anders dan [X] betoogt, is de voorzieningenrechter van oordeel dat uit de aard van het gevorderde volgt dat de gemeente bij haar vorderingen voldoende spoedeisend belang heeft.
5.2.
Aan haar vorderingen legt de gemeente, samengevat, ten grondslag dat [X] inbreuk maakt op haar eigendomsrechten ten aanzien van de openbare weg en de omliggende gronden in de nabijheid van zijn bedrijf door het storten van afval daarop, en aldus jegens haar onrechtmatig handelt. In dit verband verwijst de gemeente onder meer naar het arrest van de Hoge Raad van 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3594.
5.3.
[X] voert als verweer dat de gemeente nalatig is in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit de tussen partijen gesloten overeenkomst ter zake van de grondruiltransactie, waardoor [X] niet tijdig gebruik kan maken van de hem na de ruil toebehorende grond ten behoeve van zijn bedrijfsvoering en dientengevolge schade heeft geleden en nog steeds lijdt. Ter voorkoming van een faillissement stelt [X] dat hij zich genoodzaakt voelde om de aan de gemeente overgedragen grond, waarop de in 2013 door GS verleende milieuvergunning mede ziet en die nog steeds geldend is, weer tijdelijk in gebruik te nemen voor opslag. Daarnaast is volgens [X] de zaak (te) complex en dus niet geschikt voor behandeling in een kort geding.
5.4.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat de openbare weg waarop [X] het industrieel afval heeft gestort aan de gemeente in eigendom toebehoort. Met de gemeente is de voorzieningenrechter van oordeel dat het enkele gegeven dat de huidige milieuvergunning van [X] nog niet aan de nieuwe eigendomsverhoudingen is aangepast, niet betekent dat [X] nog steeds op basis van die vergunning van de aan de gemeente overgedragen grond gebruik kan blijven maken door daarop afval te storten ten behoeve van zijn bedrijfsvoering. Deze grond is immers door de grondruiltransactie aan de inrichting van [X] onttrokken en door de gemeente tot openbare weg bestemd. Door het illegaal storten van afval op deze weg – een dergelijke actie komt immers neer op ontoelaatbare 'eigenrichting' – maakt [X] inbreuk op het eigendomsrecht van de gemeente, waardoor [X] jegens de gemeente onrechtmatig handelt. Daarbij betrekt de voorzieningenrechter dat, anders dan [X] stelt, uit de brieven van GS van 2 en 10 december 2015 en de door GS aan [X] opgelegde last onder bestuursdwang van 16 december 2015 (bijlagen 10 t/m 12 van [X] ) niet kan worden afgeleid dat de gemeente als grondeigenaar van de openbare weg aan [X] toestemming heeft verleend voor de (tijdelijke) afvalstort.
5.5.
Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van de gemeente zullen worden toegewezen, met dien verstande dat het petitum sub (1) toewijsbaar is indien en voor zover [X] na het toepassen van bestuursdwang door de gemeente op 29 en 30 december 2015 (zie rechtsoverweging 2.7) opnieuw afval op de openbare weg heeft gestort. Voorts zullen de gevorderde dwangsommen worden gematigd en gemaximeerd.
5.6.
Tot slot overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat beide partijen bereid zijn tot het zoeken naar een duurzame oplossing om de thans bestaande impasse te doorbreken en dat deze oplossing kan worden gevonden door uitvoering te geven aan het bindend advies van Sluyter. Concreet betekent dit dat de gemeente zo spoedig mogelijk reageert op het advies van Hoeve Advies BV – een door [X] ingeschakelde adviseur – d.d. 13 januari 2016, dat is uitgebracht ten behoeve van een door [X] bij GS in te dienen ontvankelijke aanvraag om een nieuwe milieuvergunning. Op basis van het bindend advies van Sluyter is de gemeente immers
gehouden een aanvraag Omgevingsvergunning onderdeel Milieu te bekostigen, met de daarbij nodige gegevens en onderzoeken, welke resulteren in een vergunbaar onderdeel milieu van de Omgevingsvergunning voor een verplaatsing van de bedrijfsactiviteiten met inbegrip van de in de brief van BMD Advies aan de provincie d.d. 27 maart 2014 voorziene uitbreiding in omvang, het accepteren van droge autowrakken, het shredden van metaal (waaronder droge autowrakken) en het accepteren van verfafval. Daar staat tegenover dat [X] alle medewerking moet verlenen en alle benodigde informatie moet verschaffen die nodig zijn voor het verkrijgen van gemelde milieuvergunning. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat beide partijen zich daartoe maximaal zullen inspannen.
5.7.
[X] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de gemeente worden tot op heden begroot op:
- dagvaarding € 107,43
- griffierecht € 619,00
- salaris advocaat
€ 816,00
Totaal € 1.542,43
5.8.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld. De door de gemeente gevorderde wettelijke rente over de (na)kosten zal ook, op de hierna te melden wijze, worden toegewezen.

6.De beoordeling in reconventie

6.1.
Nu [X] in persoon – bij gemelde ongedateerde brief – de eis in reconventie heeft ingesteld, dient hij daarin niet-ontvankelijk te worden verklaard. Uit artikel 7.1 van het Procesreglement kort gedingen rechtbanken sector civiel/familie vloeit voort dat een dergelijke eis slechts door een advocaat kan worden gedaan.
6.2.
De proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

7.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
7.1.
beveelt [X] om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis al het door hem op de aan de gemeente toebehorende openbare weg/openbaar gebied gestorte afval te verwijderen en de openbare weg ter plaatse van de vuilstort gereinigd en ontdaan van afval aan de gemeente ter beschikking te stellen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere dag dat [X] in gebreke blijft aan dit bevel te voldoen, met een maximum van € 100.000,00;
7.2.
verbiedt [X] om inbreuk te maken op de eigendomsrechten van de gemeente ten aanzien van de haar toebehorende gronden, door daarop of daarin zonder de vereiste toestemming afvalstoffen of andere zaken te storten of aan te brengen, deze gronden in bezit te nemen, af te zetten met hekwerken, of op andere wijze, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag voor iedere dag dat de overtreding plaatsvindt en/of voortduurt, met een maximum van € 100.000,00;
7.3.
veroordeelt [X] in de proceskosten, aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op € 1.542,43, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
7.4.
veroordeelt [X] in de nakosten van deze procedure ten bedrage van respectievelijk € 131,00 zonder betekening en € 199,00 in geval van betekening, indien en voor zover [X] niet binnen een termijn van veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan, met bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn betaald, [X] daarover de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW is verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening;
7.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
7.6.
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
7.7.
verklaart [X] niet-ontvankelijk in zijn vorderingen;
7.8.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.R. Hidma en in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2016. [1]

Voetnoten

1.type: