Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
– samengevat – het navolgende ten grondslag.
4.De beoordeling
(artikel 7:653 lid 2 BW, zoals dit sinds 1 januari 2015 in het kader van de - gedeeltelijke - invoering van de Wet werk en zekerheid luidt)van toepassing is. Sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) kan een beding als bedoeld in artikel 7:653 lid 1 BW (concurrentie- en relatiebeding) alleen dan rechtsgeldig in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd worden overeengekomen niet rechtsgeldig is als uit de bij het beding opgenomen schriftelijke motivering blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. De reden is dat een werknemer anders ‘dubbel nadeel’ ondervindt omdat het concurrentiebeding belemmerend werkt bij een overstap naar een andere baan, terwijl bij aanvang vast staat dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in beginsel van korte duur is.
in het beding zelfduidelijk zijn omschreven, alsmede de reden waarom deze tot een uitzondering op de hoofdregel nopen. Nu in de laatste tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst in het kader van de opgenomen bedingen als bedoeld in artikel 7:653 lid 1 BW niet is opgenomen welke zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen daaraan ten grondslag liggen, is het voldoende aannemelijk dat de bodemrechter zowel het concurrentie- als het relatiebeding van de laatst overeengekomen arbeidsovereenkomst zal vernietigen. De separate verklaringen die werknemer heeft getekend en waar werkgever naar verwezen heeft, hebben geen betrekking op de in geding zijnde bedingen en kunnende omissie van het ontbreken van de zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen niet repareren. De kantonrechter zal de in de laatste arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentie- en relatiebedingen dan ook bij wijze van voorlopige voorziening schorsen.
nietconcurrerende onderneming of aan het starten van een
nietconcurrerende onderneming.