In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 19 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil over de verleende omgevingsvergunning voor het oprichten van een paviljoen en een waterskibaan aan de Wijthmenerplas in Zwolle. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. K.A. Luehof, betwistte de vergunning op verschillende gronden, waaronder de stelling dat de vergunning in strijd is met het bestemmingsplan, dat ondergeschikte horeca niet is toegestaan, en dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar verkeersstromen en geluidsoverlast. De verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Zwolle, vertegenwoordigd door mr. M. Bekooy, stelde dat de vergunning zorgvuldig was voorbereid en dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestemmingsplan ondersteunende horeca toestaat ten dienste van de hoofdfunctie dagrecreatie tot een maximum van 800 m². De rechtbank oordeelde dat het paviljoen, met een totale oppervlakte van ongeveer 810 m², niet in strijd is met het bestemmingsplan, omdat de horecaruimte samen met het terras onder de toegestane oppervlakte blijft. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de ondergeschiktheid van de horeca-activiteiten aan de dagrecreatie niet betekent dat de horeca moet sluiten zodra de dagrecreatie eindigt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij werd opgemerkt dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.