Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser] ,
[eiseres],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 januari 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 5 april 2016 en de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
In de notariële leveringsakte zullen al die erfdienstbaarheden worden opgenomen teneinde de bestaande bouwkundige situatie van de woningen ten opzichte van elkaar te handhaven. De notaris belast met de overdracht, wordt tevens verzocht alle noodzakelijke erfdienstbaarheden ten behoeve van de achter-/zij- uit-/ingang te vestigen ter bestending van de bestaande situatie.
2.4. In de akte van levering d.d. 27 juni 2014 van de woning aan [adres 2] aan [eisers] is onder meer het volgende opgenomen:
Verkoper en koper zijn overeengekomen erfdienstbaarheden te vestigen zoals hierna omschreven. Ter uitvoering van de overeenkomst worden hierbij gevestigd ten behoeve van de percelen, kadastraal bekend [plaats] , [nummer 2] , [nummer 1] (…) en ten laste van de percelen, kadastraal bekend [plaats] , [nummer 2] , [nummer 1] (…) de navolgende erfdienstbaarheden:
Partijen verklaren ter uitvoering van hetgeen zij zijn overeengekomen ten behoeve en ten laste van het verkochte, alsmede ten behoeve en ten laste van het bij de verkoper in eigendom verblijvende gedeelten van de kadastrale percelen gemeente [plaats] , [nummer 1] (…), te vestigen:
- de erfdienstbaarheid van voetpad om op de thans bestaande wijze te komen van en te gaan naar de openbare weg.
(…)
Zoals je inmiddels wel gehoord hebt zitten wij met een verschil van inzicht met de heer [eiser] over de erfdienstbaarheid tussen [adres 1] en [adres 2] . Wij willen het bestaande pad iets opschuiven naar achteren zodat de leefruimte cq tuin achter iets groter wordt. Het pad zal dezelfde afmetingen houden als nu, zijnde 3 stoeptegels breed, eventueel zijn wij bereid een minimale breedte van 1m20 aan te houden zoals jij dat beschreef in de mail aan [gedaagde 1] . Wil jij hier in bemiddelen richting Hr. [eiser] ?
Het recht van pad is op 27-06-2014 gevestigd en als volgt omschreven: de erfdienstbaarheid van voetpad om op de thans bestaande wijze te komen van en te gaan naar de openbare weg. Eigenaar van nummer 3 mag er van uitgaan dat zijn recht niet beperkt wordt door het verplaatsen van de schutting TENZIJ in overleg met hem. Ik heb de heer [eiser] drie keer gesproken in deze waarbij hij heel stellig is: hij wil geen beperking van zijn recht. Bemiddelen van mijn kant heeft geen zin en zie ik ook niet als mijn taak. Mochten jullie van mening zijn op andere voorwaarden [adres 1] te [plaats] gekocht te hebben, is er juridisch gezien geen overeenkomst tot stand gekomen en nemen we afscheid van elkaar. Ik stel voor dat jullie uiterlijk woensdag 22/10/14 jullie finale besluit aan mij doorgeven.
BEKENDE ERFDIENSTBAARHEDEN, KWALITATIEVE- EN/OF BIJZONDERE VERPLICHTINGEN
Met betrekking tot bekende erfdienstbaarheden, kwalitatieve verplichtingen en/of bijzondere verplichtingen wordt verwezen naar een akte de dato zevenentwintig juni tweeduizend veertien, ingeschreven in de openbare registers ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers te Zwolle (voormalig) op dertig juni tweeduizend veertien in register Hypotheken [nummer 3] waarin onder meer het volgende staat vermeld, woordelijk luidende:
- een brief van Woonstichting De Marken d.d. 26 augustus 2015 aan [gedaagden] waarin het volgende is opgenomen:
In de akte van levering behorende bij de woning [adres 1] te [plaats] d.d. 28 november 2014, is de vestiging van erfdienstbaarheden op pagina 6 als volgt beschreven:
‘…. De erfdienstbarheid van voetpad om op de thans bestaande wijze te komen en te gaan naar de openbare weg’Hiermee bedoelen wij uitsluitend en alleen het betegelde voetpad.
- een memorandum van Smalbraak Notarissen d.d. 13 november 2014.
3.Het geschil
1. veroordeling van [gedaagden] om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de oorspronkelijke bestaande situatie van het voetpad, zoals aangegeven op productie 1 te herstellen, een en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere week dat [gedaagden] nalatig blijven in de uitvoering van het vonnis.
2. veroordeling van [gedaagden] om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, te verwijderen hetgeen de uitvoering van de erfdienstbaarheid van [eisers] belemmert, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere week dat [gedaagden] nalatig blijven in de uitvoering van het vonnis,
3. Veroordeling van [gedaagden] tot betaling van buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 2.700,-
4.De beoordeling
ende bestaande situatie. Het is duidelijk, en zulks hebben [eisers] ter comparitie nog eens toegelicht, dat [eisers] een vordering tot herstel van de oorspronkelijke
destijdsbestaande toestand voor ogen hebben.
bestendiging van de toestand(onderstreping rechtbank) waarin het verkochte en de naastgelegen woonhuizen, [adres 1] tot en met 7 (oneven nummers) te [plaats] , zich ten opzichte van elkaar bevinden.” Hiermee is geen sprake van een in algemene zin gevestigd recht van voetpad, zodat [gedaagden] niet zonder meer bevoegd zijn aan te wijzen hoe het voetpad moet lopen. Niettemin hebben [gedaagden] als eigenaars van het dienende erf overeenkomstig artikel 5:73 lid 2 een verleggingsrecht, mits de verplaatsing zonder vermindering van genot voor de eigenaar van het heersende erf mogelijk is.
Daarbij geldt dat niet iedere vermindering van het genot aan verplaatsing van de erfdienstbaarheid in de weg dient te staan. Het gaat erom dat de belangen van de eigenaar van het heersende erf niet onredelijk worden aangetast.
Hoewel partijen verdeeld zijn over de exacte breedte van dat pad is de rechtbank van oordeel dat op basis van de in het geding gebrachte foto’s kan worden afgeleid dat dit pad (al dan niet deels) minimaal een breedte heeft van 4 stoeptegels met betonrandjes (1.30 m).
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)