Op 20 februari 2015 heeft de politierechter van de Rechtbank Overijssel een Nigeriaanse vrouw veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De vrouw was aangeklaagd voor het bezit van een vals paspoort, dat zij had gebruikt om een nieuw paspoort aan te vragen bij de Nigeriaanse ambassade. Tijdens de zitting op 6 februari 2015 werd vastgesteld dat de verdachte met een vals paspoort een geldig paspoort had verkregen. De politierechter oordeelde dat het stempel 'cancelled' op het valse paspoort niet betekende dat het document niet meer als reisdocument kon worden aangemerkt. De rechter baseerde zijn oordeel op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen en de relevante wetgeving, met name artikel 231 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie had aanvankelijk vrijspraak geëist, maar de politierechter kwam tot de conclusie dat de verdachte wist dat het paspoort vals was. De verdediging voerde aan dat het paspoort door het stempel 'cancelled' niet meer gebruikt kon worden, maar de rechter wees erop dat een ongeldig verklaard reisdocument nog steeds voor andere doeleinden kan worden gebruikt, zoals het aantonen van verblijfsduur in procedures binnen het vreemdelingenrecht.
De politierechter hield rekening met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. De verdachte had niet alleen een vals paspoort in haar bezit, maar had ook met dat paspoort een ander paspoort verkregen. De rechter legde een gevangenisstraf op die in lijn was met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht, maar besloot om de helft van de straf voorwaardelijk op te leggen als waarschuwing. Tevens werd het beslag op het valse paspoort en het frauduleus verkregen paspoort onttrokken aan het verkeer.