Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure in de hoofdzaak
- het vonnis in het vrijwaringsincident van 30 juli 2014 en de daarin genoemde processtukken,
- de conclusie van repliek,
- de akte zijdens [X] van 5 november 2014,
- de akte houdende productie zijdens [X] van 5 november 2014,
- de conclusie van dupliek,
- de akte uitlating producties zijdens [X] van 19 november 2014,
- de akte partijberaad tevens overlegging producties zijdens [Y] van 19 november 2014.
2.De procedure in de vrijwaringszaak
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
3.De feiten
4.Het geschil
in de hoofdzaak
phishing”). [A] was niet op de hoogte van het verschijnsel “
phishing” en heeft niet verwijtbaar gehandeld omdat hij een telefoongesprek afkomstig van de Rabobank niet hoefde te wantrouwen. [X] betoogt dat [Y] onzorgvuldig heeft gehandeld bij de verkoop van de auto: [Y] heeft op geen enkele wijze de door [Z] verstrekte informatie geverifieerd. Volgens [X] hadden bij [Y] , na de mededeling van [Z] dat zij de auto van haar vader cadeau zou krijgen, de spreekwoordelijke alarmbellen moeten gaan rinkelen op het moment dat zij betaling ontving van [X] . [X] wijst daarnaast op de stellingen van [Z] in de conclusie van antwoord in vrijwaring: [Z] betwist dat zij bij de koop van de auto tegen [Y] heeft gezegd dat de betaling “waarschijnlijk van [A] ” afkomstig zou zijn. Ook had [Y] vraagtekens moeten plaatsen bij de haast die gemoeid was met de (ver)koop van de auto, aldus [X] .
5.De beoordeling
in de hoofdzaak
phishing”. Ook betoogt [Y] dat zij geen nader onderzoek diende in te stellen naar de achtergrond van de betaling anders dan dat zij heeft gedaan. De rechtbank begrijpt deze stellingen als een beroep op artikel 3:35 BW.
woensdag 6 mei 2015voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden mei tot en met augustus 2015, waarna dag en uur van de comparitie zullen worden bepaald,
woensdag 6 mei 2015voor het opgeven van de verhinderdagen van [Z] en haar advocaat in de maanden mei tot en met augustus 2015, waarna dag en uur van de comparitie zullen worden bepaald,