ECLI:NL:RBOVE:2015:5073

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 november 2015
Publicatiedatum
17 november 2015
Zaaknummer
08/955443-14
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in kinderpornozaak door gebrek aan bewijs van opzet

Op 17 november 2015 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 25-jarige man uit Vriezenveen, die werd verdacht van het bezit en de verspreiding van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat niet is komen vast te staan dat hij opzet had op het zich verschaffen van toegang tot kinderpornografische afbeeldingen. De verdediging stelde dat de ex-partner van de verdachte verantwoordelijk was voor de aanwezigheid van de afbeeldingen op de computer en externe harde schijf van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat dit alternatieve scenario niet kon worden uitgesloten en dat het niet onaannemelijk of ongeloofwaardig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had een werkstraf en een gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging. De rechtbank heeft ook besloten dat de in beslag genomen gegevensdragers aan de verdachte moeten worden teruggegeven, mits de illegale inhoud is verwijderd. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs en opzet in strafzaken.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/955443-14
Datum vonnis: 17 november 2015
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
3 november 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. L. van der Werff en van wat door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. A.D. van Koningsveld, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte (digitale) afbeeldingen van kinderporno in zijn bezit heeft gehad en/of deze heeft verspreid.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij in of omstreeks de periode van 26 oktober 2012 tot 11 april 2014 te
Vriezenveen, gemeente Twenterand, in elk geval in Nederland, één of meermalen
121 en/of (aldus) een (groot) aantal, in elk geval een of meer afbeelding(en)
(te weten 121 foto's) en/of (een) gegevensdrager(s), te weten een haerddisk
Lacie en/of een computer Mac Apple, bevattende 121 en/of (aldus) een (groot)
aantal, in elk geval één of meer afbeeldingen,
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven
en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een
geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de
toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
het oraal penetreren met de penis van het lichaam van een (ander) persoon door
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet
heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of de mond/tong van een (ander) persoon door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze
perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in
een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte)
houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld
gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het spuiten van en/of zichtbaar maken van sperma op het lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt terwij1 op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie
zichtbaar is
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het zich de toegang verschaffen tot en de invoer en het in bezit hebben van kinderporno wordt veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren, eventueel te vervangen door 60 dagen hechtenis, en een gevangenisstraf voor de duur van een maand, waarvan drie weken voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren.
Voorts heeft de officier van justitie de onttrekking aan het verkeer gevorderd van de inbeslaggenomen gegevensdragers.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Volgens de officier van justitie staat vast dat de in de tenlastelegging omschreven kinderpornografische afbeeldingen op de computer en de externe harde schijf van verdachte zijn aangetroffen. Deze afbeeldingen stonden daar ook geruime tijd na de beëindiging van de samenwoning met zijn ex-partner [naam ex-partner] . De bestanden waren dusdanig groot dat verdachte van het bestaan van die bestanden op de hoogte moet zijn geweest.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat niet verdachte maar zijn ex-partner [naam ex-partner] verantwoordelijk is geweest voor de aanleiding van het onderhavige strafrechtelijk onderzoek. [naam ex-partner] heeft immers op 26 oktober 2012 een upload met vermoedelijk kinderpornografisch materiaal naar Skydrive gedaan. [naam ex-partner] woonde toen samen met verdachte op verdachte’s huidige adres. Het bij de upload gebruikte IP-adres, dat bij KPN hoorde, stond op 26 oktober 2012 op naam van [naam ex-partner] . Eerst op 11 april 2013 is het IP-adres overgezet op naam van verdachte. [naam ex-partner] heeft bij zijn verhoor bij de rechter-commissaris bevestigd dat het abonnement van KPN tijdens zijn samenwoning met verdachte op zijn, [naam ex-partner] ’s naam stond, terwijl de map ‘zooi’ – de naam van (een van) de map(en) waarin de ten laste gelegde kinderporno is aangetroffen – de map is waarin [naam ex-partner] pornografisch materiaal heeft opgeslagen.
Aangezien het bezit van kinderporno opzet impliceert en niets erop wijst dat verdachte enig besef had van de aanwezigheid van kinderpornografische afbeeldingen op zijn computer en externe harde schijf, dient hij te worden vrijgesproken.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank leidt uit de inhoud van het dossier en uit het verhandelde ter terechtzitting af dat er op 26 oktober 2012 kinderpornografische afbeeldingen vanaf een gegevensdrager zijn geüpload naar Microsoft Skydrive, zijnde een digitale opslagruimte op het internet. Een gebruiker met de naam “ [naam ex-partner] ” en met het e-mailadres [e-mail] heeft de afbeeldingen daar geplaatst. Uit het onderzoek van de politie blijkt dat er bij de upload gebruik is gemaakt van een IP-adres ( [IP-adres] ) dat was gekoppeld aan een abonnement bij KPN. Uit een door de raadsvrouw overgelegd schrijven van KPN van 18 juni 2014 leidt de rechtbank af dat het daaraan gekoppelde abonnement op 11 april 2013 is overgezet van [naam ex-partner] naar verdachte. Met andere woorden: op 26 oktober 2012 stond het KPN-abonnement op naam van [naam ex-partner] . [naam ex-partner] heeft in zijn verhoor bij de rechter-commissaris op 1 juli 2015 verklaard dat hij op 26 oktober 2012 pornografisch materiaal via zijn eigen laptop naar Skydrive heeft geüpload waarna zijn Microsoftaccount werd geblokkeerd.
Het Amerikaanse NCMEC (National Centre for Missing and Exploited Children) heeft vervolgens daarvan melding gemaakt aan de Nederlandse politie. Deze melding was aanleiding voor een strafrechtelijk onderzoek aan de gegevensdragers van verdachte, die met [naam ex-partner] heeft samengewoond tot april 2013. Bij dit onderzoek zijn op een gegevensdrager (IMac) van verdachte, in de map ‘zooi’, elf unieke afbeeldingen aangetroffen, welke afbeeldingen ter terechtzitting door de officier van justitie in hard copy aan de rechtbank ter inzage zijn gegeven. In totaal zijn op de externe harde schijf HD Lacie en de PC Mac Apple (IMac) 121 afbeeldingen aangetroffen, maar de overige afbeeldingen zijn ‘dubbelen’ van de elf unieke afbeeldingen. Vast staat dat het om kinderpornografische afbeeldingen gaat.
[naam ex-partner] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij (sporadisch) de IMac van verdachte gebruikte en dat hij een map ‘zooi’ had waar pornografisch materiaal in zat.
Verdachte heeft ontkend dat hij op de hoogte was van de kinderpornografische afbeeldingen op de externe harde schijf en de IMac.
Zoals blijkt uit de jurisprudentie van de Hoge Raad [1] impliceren de gebezigde werkwoorden in artikel 240b Wetboek van Strafrecht dat er sprake is van (voorwaardelijk) opzet op het in het bezit hebben etc. van een afbeelding of gegevensdrager als daar bedoeld.
De verdediging heeft een alternatief scenario geschetst, inhoudende dat niet verdachte maar zijn ex-partner [naam ex-partner] verantwoordelijk is geweest voor de aanwezigheid van de kinderpornografische afbeeldingen op de IMac en de externe harde schijf van verdachte. Verdachte had daar geen weet van.
Dit alternatieve scenario kan naar het oordeel van de rechtbank niet op basis van bewijsmiddelen uitgesloten worden en het is ook niet onaannemelijk of ongeloofwaardig.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet is komen vast te staan dat verdachte opzet – al dan niet in voorwaardelijke zin – heeft gehad op het zich de toegang te verschaffen tot kinderpornografische afbeeldingen en/of deze in te voeren dan wel in zijn bezit te hebben, dan wel op een andere wijze te gebruiken zoals genoemd in de tenlastelegging.
Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van wat hem is ten laste gelegd.
5.3
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De in beslag genomen voorwerpen

De officier van justitie heeft de onttrekking aan het verkeer gevorderd van diverse onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers, aangezien deze gebruikt zijn voor het downloaden van kinderporno. Voorts zijn er bestanden aangetroffen waarbij sprake is van seksuele handelingen tussen mens en dier. De feiten zijn begaan met behulp van deze gegevensdragers en deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang, zodat een en ander aan het verkeer dient te worden onttrokken, aldus de officier van justitie.
De verdediging heeft betoogd dat bedoelde gegevensdragers, indien verdachte wordt vrijgesproken, aan hem dienen te worden teruggegeven. Verdachte heeft naast zijn huidige baan ook een eigen bedrijf, waarbij hij gebruik maakt van die gegevensdragers. De schade die hij ten gevolge van het kwijtraken van met name zijn MacBook en IMac lijdt bedraagt duizenden euro’s.
De rechtbank is van oordeel dat, aangezien verdachte wordt vrijgesproken van het ten laste gelegde, de inbeslaggenomen computerapparatuur aan hem dient te worden teruggegeven. Voor zover deze apparatuur afbeeldingen en/of films bevat die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang, dienen deze uit die apparatuur te worden verwijderd alvorens die apparatuur aan verdachte wordt teruggegeven.

7.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem
daarvan vrij;
beslag
  • gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen goederen, te weten de Macbook Apple, HD Lacie en de PC Mac Apple;
  • bepaalt dat voornoemde gegevensdragers pas worden teruggegeven aan verdachte nadat de daarop aanwezige afbeeldingen en/of filmbeelden, die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang, zijn verwijderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Stam, voorzitter, mr. M. Aksu en mr. H. Bloebaum, rechters, in tegenwoordigheid van E.P. Endlich, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 november 2015.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Hoge Raad 28 februari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9104;