ECLI:NL:RBOVE:2015:4106

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 september 2015
Publicatiedatum
7 september 2015
Zaaknummer
3412667 WM VERZ 14-973
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

De geldigheid van verkeersborden en de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een beroepszaak tegen een verkeerssanctie. Betrokkene had een boete ontvangen voor het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom van Almelo. De zaak draait om de vraag hoe lang een verkeersbord dat een hogere maximumsnelheid aangeeft, geldig blijft na het afslaan naar een zijweg. Betrokkene stelde dat hij slechts 4 km/u te hard reed, omdat hij een bord had gepasseerd dat een maximumsnelheid van 70 km/u aangaf. De officier van justitie daarentegen stelde dat de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom 50 km/u is, tenzij anders aangegeven door een verkeersbord.

De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig onderzocht. Tijdens de zitting is gebleken dat betrokkene niet aanwezig was, maar zijn standpunt werd door de officier van justitie gehoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de officier van justitie in zijn beslissing voorbijging aan de stelling van betrokkene dat hij een bord had gepasseerd dat een hogere snelheid aangaf. De rechter concludeerde dat de officier van justitie een onderzoeksplicht had om de stelling van betrokkene te verifiëren.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat de verkeersborden die de maximumsnelheid aangeven, slechts gelden tot de eerstvolgende zijstraat. Aangezien er geen bord was dat een lagere maximumsnelheid aangaf, concludeerde de kantonrechter dat betrokkene slechts 4 km/u te hard reed en dat de beschikking van de officier van justitie niet voldoende zorgvuldig was voorbereid. Het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie werd gegrond verklaard en de beschikking werd vernietigd, terwijl het beroep tegen de inleidende sanctie ongegrond werd verklaard.

Uitspraak

proces-verbaal
tevens aantekening mondelinge beslissing wahv

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling Strafrecht - zittingsplaats Almelo
zaaknummer : 3412667 WM VERZ 14-973
CJIB-nummer : [CJIB-nummer]
In de Mulder beroepszaak met het hierboven genoemde zaaknummer heeft

[betrokkene]

wonende [adres]
[woonplaats]
nader te noemen: betrokkene.
een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de officier van justitie van 14 april 2014.
Op 3 december 2014 heeft de kantonrechter de zaak ter zitting onderzocht en een nader proces-verbaal van de betrokken verbalisant opgevraagd. Dat is op 3 februari 2015 door de kantonrechter ontvangen. Op de openbare zitting van 8 april 2015 heeft mr. F.C. Berg, kantonrechter, bijgestaan door H.J. Veldhuis als griffier, partijen de gelegenheid geboden hun standpunt toe te lichten. Op deze zitting is namens de officier van justitie mr J.P.G. du Chatinier gehoord. Betrokkene is niet verschenen.

Overweegt:

Het beroep is tijdig ingesteld en betrokkene heeft binnen de bij de WAHV bepaalde termijn zekerheid gesteld, zodat het beroep ontvankelijk is.
Aan betrokkene is bij beschikking van 21 februari 2014 een sanctie opgelegd van € 231, vermeerderd met € 7,-- administratiekosten, ter zake van een bij de WAHV omschreven gedraging die in strijd is met een op het verkeer betrekking hebbend voorschrift, te weten: “overschrijding maximum snelheid binnen de bebouwde kom, met 24 km/h”, gepleegd op 12 februari 2014 om 19.01 uur op de Plesmanweg in de gemeente Almelo.
Betrokkene heeft kort gezegd aan het administratief beroep van 30 maart 2014 ten grondslag gelegd dat hij geen 24 km/u te hard reed maar slechts 4 km/u. De maximumsnelheid is namelijk 70 km/u en niet 50 km/u. Betrokkene voert aan dat hij dagelijks aan het eind van de dag van zijn werk in Hengelo naar huis in [woonplaats] rijdt via Almelo. Hij rijdt in Almelo over de Van Rechteren Limpurgsingel en slaat dan linksaf de Bleskolksingel op. Daar passeert hij een bord dat aangeeft dat de maximumsnelheid 70 kilometer per uur is. Vervolgens slaat hij rechtsaf de Plesmanweg op die overgaat in de Aadorpweg om zijn weg naar huis verder te vervolgen. Hij komt na het hiervoor genoemde bord noch vóór de Plesmanweg noch op de Plesmanweg een bord tegen dat aangeeft dat inmiddels een lagere maximumsnelheid geldt dan de 70 km/u van het even eerder gepasseerde bord. Hij mocht dus 70 km/u rijden en reed slechts 4 km/u te hard toen zijn snelheid werd gemeten.
De officier van justitie heeft dat beroep op 14 april 2014 ongegrond verklaard omdat de snelheid binnen de met bord H1 aangeduide bebouwde kom 50 km/u is tenzij de wegbeheerder met een bord A1 een andere maximumsnelheid aangeeft. Dat is in dit geval niet gebleken.
In het beroep van 25 mei 2014 tegen die beslissing heeft betrokkene het eerdere standpunt herhaald. Hij heeft foto’s bijgesloten van zijn route.
In het aanvullend proces-verbaal wordt op ambtseed aangegeven dat betrokkene kwam vanaf het kruispunt Schuilenburgsingel/Bleskolksingel., binnen de bebouwde kom van Almelo. Het proces-verbaal vermeldt voorts:
“Aangezien deze trajectwegen voorzien zijn van een bord H1 van Bijlage 1 van het RVV 1990 (bord bebouwde kom met daaronder een bord A1, 70 km/u), geldt hier een maximum toegestane snelheid van 70 km/u. Wanneer men vanuit deze richtingen de Plesmanweg oprijdt, bevindt men zich alsnog in de bebouwde kom en geldt hier een maximum toegestane snelheid van 50 km per uur, tenzij anders wordt aangegeven.”
De officier van justitie heeft zich ter zitting onder verwijzing naar dit proces-verbaal op het standpunt gesteld dat het beroep ongegrond moet worden verklaard.
Op de vraag van de kantonrechter aan de officier van justitie waar dit standpunt in de wet- en regelgeving steun vindt, kon de officier van justitie helaas niet onmiddellijk ter zitting antwoorden.
De kantonrechter heeft aangegeven twee weken later uitspraak te zullen doen.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Allereerst stelt de kantonrechter vast dat de officier van justitie in zijn beslissing in het administratief beroep voorbij gaat aan de stelling van betrokkene die er op neerkomt dat hij juist wel een bord voorbij reed dat een hogere maximumsnelheid aangaf dan de normale op grond van artikel 20 RVV 1990 geldende maximumsnelheid binnen de bebouwde kom van 50 km per uur. In de gegeven omstandigheden van de nadrukkelijke ontkenning van het passeren van een bord dat een maximumsnelheid van 50 km/u gebiedt en de gedetailleerd aangegeven gevolgde route rustte naar het oordeel van de kantonrechter op de officier van justitie een onderzoeksplicht alvorens hij kon beslissen dat “dit niet is gebleken”. Hij had betrokkene kunnen vragen zijn stelling met bewijs te onderbouwen of de verbalisant om een aanvullend proces-verbaal kunnen vragen, of zelf bijvoorbeeld op Google-streetview kunnen kijken. De omstandigheden vroegen om enig nader onderzoek door de officier van justitie.
Nu dat nader onderzoek heeft ontbroken is de beschikking niet voldoende zorgvuldig voorbereid tot stand gekomen, moet het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond verklaard worden en die beschikking vernietigd worden.
De kantonrechter zal nu zelf het administratief beroep tegen de sanctie beoordelen.
Allereerst moet de kantonrechter vaststellen waar de controle plaatsvond, met andere woorden: waar reed betrokkene toen de snelheid van 74 km per uur werd gemeten? Dan immers kan vastgesteld worden welke borden hij is gepasseerd. Dat het op de Plesmanweg was, staat niet ter discussie. Evenmin wordt betwist dat betrokkene ’s avonds van Hengelo naar zijn woonplaats [woonplaats] reed, zodat de kantonrechter daarvanuit zal gaan. Dit wordt ook ondersteund door de sanctiebeschikking, die immers ook vermeldt dat de gedraging om 19.01 uur werd geconstateerd.
De kantonrechter stelt vast dat, wie dit dossier doorleest en op internet de Plesmanweg opzoekt, moet twijfelen over de precieze plaats op de Plesmanweg waar de controle plaatsvond. En die moet dan ook met de kantonrechter twijfelen over de gevolgde route naar de Plesmanlaan en dus ook over de gepasseerde borden.
Enerzijds is er de stelling van betrokkene dat hij over de van Rechteren Limpurgsingel reed om linksaf te slaan naar de Bleskolksingel om vervolgens rechtsaf de Plesmanweg in te slaan. Die stelling wordt ondersteund door het aanvullend proces-verbaal van de verbalisant dat aangeeft dat betrokkene kwam vanaf het kruispunt Schuilenburgsingel/Bleskolksingel. Indien betrokkene inderdaad via deze route heeft gereden dan is betrokkene’s snelheid gemeten op het gedeelte van de Plesmanweg dat gelegen is ten noord-westen van het zojuist genoemde kruispunt. Dan is hij, zo is ter zitting op 3 december 2014 op Google streetview gebleken, op de Bleskolksingel een bord H1 gepasseerd, het bord waarover in het aanvullend proces-verbaal wordt gerelateerd, en waaronder inderdaad het bord A1 met de maximumsnelheid 70 km per uur wordt aangegeven. Hij passeert dan eerst nog de kruisingen met de Burgemeester Schneiderssingel en de Van Weerden Poelmanweg met telkens direct na die kruispunten een bord A1 met de vermelding “70” voordat hij bij de derde kruising rechtsaf slaat en geen nader bord A1 passeert.
Anderzijds is er in het dossier een zaaksoverzicht met daarin een destijds al bij de constatering opgemaakt zaaksdossier waarin dezelfde verbalisant vermeldt dat de gedraging werd geconstateerd terwijl de auto kwam vanuit de richting van de Kolthofsingel en reed in de richting van de Bleskolksingel. Deze constatering is reeds vastgelegd ten tijde van de constatering en lijkt de kantonrechter daarom minstens zo betrouwbaar als het proces-verbaal van december 2014. Bovendien ziet deze kantonrechter met zekere regelmaat zaken voorbij komen in zijn praktijk die snelheidsovertredingen betreffen tussen de Bleskolksingel en de Kolthofsingel. Dan werd de snelheid dus gemeten op het gedeelte van de Plesmanweg dat ten zuid-oosten van het kruispunt Schuilenburgsingel/Bleskolksingel. Dan ligt, zo blijkt uit de plattegrond van Almelo en Google streetview, voor de hand dat betrokkene naar huis rijdend op de Van Rechteren Limpurgsingel eerder dan in de hiervoor genoemde route linksaf is geslagen, de Sluitersveldssingel in, om vervolgens via de Kolthofsingel naar de Plesmanweg te rijden. Betrokkene is dan zoals hij overigens ook zelf al aangeeft, op de Van Rechteren Limpurgsingel ook al een bord H1 gepasseerd waaronder een bord A1 hangt met 70 km/u als maximumsnelheid. Na het passeren van dat bord H1 passeerde hij dan direct na de kruising met de Nijreessingel, na de kruising met de Berkelstraat en na de kruising met de Hofstraat telkens opnieuw een bord A1 “70”.
De kantonrechter stelt aan de hand van de beelden op Google Streetview vast dat betrokkene in beide scenario’s, dus zowel wanneer betrokkene vanaf de Bleskolksingel rechtsaf de Plesmanweg insloeg, als wanneer hij vanaf de Van Rechteren Limpurgsingel linksaf de Sluitersveldssingel insloeg en doorreed naar de Plesmanweg, in geen enkel geval een bord A1 passeerde waaruit zou blijken dat de maximumsnelheid inmiddels 50 km/u is geworden.
Hoe de route van betrokkene dus is ook geweest, hij slaat in beide gevallen vanaf een weg waarop 70 km/uur als maximumsnelheid geldt, een weg in waarin geen bord A1 staat dat aangeeft dat de maximumsnelheid anders is dan “70”.
Betrokkene beroept zich kennelijk op het uitgangspunt dat het bord A1 met de maximumsnelheid 70 km per uur, blijft gelden, ook als hij bij een kruising afslaat, totdat die maximumsnelheid door een nieuw bord A1 met een andere snelheid herroepen wordt. Nu zo een bord ontbreekt, mag hij nog steeds 70 km per uur rijden. Hij reed dan maar 4 km/u te snel.
De verbalisant en de officier van justitie stellen zich kennelijk op het standpunt dat dat dat niet zo is en dat het juist zo is dat dat bord A1 niet verder geldt dan tot het kruispunt waar werd afgeslagen en dat vanaf het kruispunt weer de algemene regel geldt van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom die, tenzij anders is aangegeven, 50 km per uur bedraagt. Hij reed dus 24 km/uur te snel.
De vraag is dus: wie heeft er gelijk, tot waar geldt een verkeersbord binnen de bebouwde kom dat een hogere maximumsnelheid dan 50 km/uur aangeeft? De kantonrechter zal deze vraag nu beantwoorden.
Het Gerechtshof Leeuwarden heeft in zijn arrest van 10 juli 2002, op www.rechtspraak.nl te vinden onder ECLI:NL:GHLEE:2002:AE5885, een soortgelijke zaak overwogen die een snelheidsovertreding buiten de bebouwde kom betrof.
De kantonrechter overweegt overeenkomstig het gerechtshof in dat arrest dat de minister van Verkeer op grond van artikel 10, eerste lid, Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994, voorschriften geeft voor de toepassing van onder meer bord A1 van bijlage 1 behorende bij het RVV 1990, alsmede voor de zonale toepassing van verkeersborden.
De ingevolge die bepaling vastgestelde Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens (Besluit van 10 december 1997, Stcrt. 1997, 239) houden ten aanzien van de toepassing van bord A1 (maximumsnelheid) in Hoofdstuk II paragraaf. 4, voor zover hier van belang het volgende in:
2. Geen andere dan de volgende maximumsnelheden worden vastgesteld:
a. Binnen de bebouwde kom:
- Op wegvakken: 70, 30, 15 km/h
- Bij gevarenpunten: 30, 20 km/u
b.[…]
3. Binnen de bebouwde kom mag bord A1 worden geplaatst in afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk II, paragraaf 1 onder punt 2, om zo nodig te herinneren aan de algemene snelheidslimiet van 50 km/h
Het begrip wegvak is in Hoofdstuk I paragraaf 1 van bedoelde uitvoeringsvoorschriften gedefinieerd als:
"gedeelte van een weg tussen twee zijwegen of - indien geen zijweg aanwezig is - tussen twee punten waarop een verkeersmaatregel betrekking heeft". Van het begrip "gevarenpunt" bevatten die uitvoeringsvoorschriften geen omschrijving.
De nota van toelichting op bedoelde uitvoeringsvoorschriften, zoals deze is opgenomen bij de - voor zover hier van belang - gelijkluidende Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens (Besluit 28 juni 1991, Stcrt. 1991, 134) houdt in: "De wijze waarop herhalingsbord en wegvak zijn gedefinieerd houdt verband met de beperkte werking van verkeerstekens. De werking van verkeerstekens in de lengterichting van de weg is immers niet onbegrensd. Een verkeersteken op een bord is alleen van kracht voor het wegvak waarlangs het geplaatst is. Bij een volgend wegvak dient het verkeersteken dus opnieuw te worden geplaatst. Van een herhalingsbord in de zin van deze regeling kan dan ook slechts sprake zijn, indien dit betrekking heeft op een reeds aan het begin van één en hetzelfde wegvak aanwezig verkeersteken".
Uit het voorgaande volgt, dat uitgangspunt van de wettelijke regeling is, dat de werking van een verkeersbord is beperkt tot het wegvak waar het is geplaatst.
De op grond daarvan te trekken conclusie is dat het bord A1 dat de snelheid 70 km/uur aangeeft, telkens slechts geldt tot de eerstvolgende zijstraat. Dat bij het rechtdoor rijden over de Van Rechteren Limpurgsingel en over de Bleskolksingel na elke kruising een nieuw bord A1 “70” wordt gepasseerd is dan ook begrijpelijk als de wegbeheerder wil bewerkstelligen dat over de hele lengte van deze “ringweg” een hogere snelheid geldt dan de algemeen binnen de bebouwde kom geldende snelheid van 50 km/uur. Als men echter de zijstraten inrijdt en geen bord A1 “70” of enig ander bord A1 tegenkomt, dan is de maximumsnelheid in die zijstraten weer wel gewoon die algemeen geldende maximumsnelheid binnen de bebouwde kom, 50 km/uur.
Uit de veelheid van boetes die op de Plesmanweg worden geschreven en die uiteindelijk leiden tot beroepschriften die bij deze kantonrechter terechtkomen mag misschien worden afgeleid dat de zojuist beschreven wettelijke verkeersregel niet alom bekend is. Misschien zou het daarom een service aan de weggebruiker zijn, en effectief bijdragen aan de veiligheid in de bebouwde kom van Almelo, als in de zijwegen van de ringweg herhalingsborden A1 “50” zouden worden geplaatst, met de hierboven aangehaalde woorden van de Uitvoeringsvoorschiften BABW “om […] te herinneren aan de algemene snelheidslimiet van 50 km/h”. Een juridische reden om dat te doen is er echter zoals uiteengezet niet.
De conclusie is dat op de Plesmanweg in Almelo maar maximaal 50 km per uur mag worden gereden, dat betrokkene 24 km/uur te hard reed en dat het beroep tegen de sanctie dus ongegrond moet worden verklaard.

Beslist:

Verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond en vernietigt deze.
Verklaart het beroep tegen de inleidende sanctie ongegrond.
Aldus gegeven te Almelo door mr. F.C. Berg, kantonrechter, en in tegenwoordigheid van H.J. Veldhuis, griffier, uitgesproken ter openbare zitting van 22 april 2015.
Afschrift toegezonden aan betrokkene en de officier van justitie op:
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken vanaf bovengenoemde datum van toezending hoger beroep instellen bij het gerechtshof te
Arnhem-Leeuwarden, doch alleen indien:
a. a) de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,00 bedraagt, of
b) het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld of omdat de kantonrechter ten onrechte niet heeft geoordeeld dat de indiener wat dat betreft redelijkerwijs niet geacht kan worden in verzuim te zijn geweest.
Het beroepschrift moet tijdig worden ingediend bij de rechtbank, sector straf, locatie Almelo (postadres: postbus 323, 7600 AH Almelo) en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift om een zitting wordt gevraagd om uw standpunt mondeling toe te lichten.