ECLI:NL:RBOVE:2015:3927
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van WWB-uitkering wegens onroerend goed in Turkije en rechtmatigheid van onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 augustus 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, beiden te Almelo, en het college van burgemeester en wethouders van Almelo. De zaak betreft de terugvordering van een WWB-uitkering, die door verweerder is opgeschort en later is ingetrokken, omdat eisers onroerend goed op naam hadden staan in Turkije. Verweerder heeft een bedrag van € 301.936,73 teruggevorderd over een periode van bijna 17 jaar. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen de besluiten van verweerder en hebben beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 17 juni 2015 hebben eisers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. R. Küçükünal, hun standpunten toegelicht. De rechtbank heeft overwogen dat de WWB, die per 1 januari 2015 is gewijzigd in de Participatiewet, van toepassing is op deze zaak. Eisers hebben aangevoerd dat zij onterecht zijn geselecteerd voor een onderzoek naar vermogen in het buitenland en dat er geen concrete aanwijzingen waren voor het onderzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder bevoegd was om het onderzoek uit te voeren en dat er geen sprake was van ongerechtvaardigde discriminatie. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het inschakelen van het advocatenkantoor Gürdal Law Office voor het onderzoek niet onrechtmatig was. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eisers ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling uitgesproken.