Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de akte houdende overlegging producties
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
De heer [gedaagde 2] bezat alleen een sleutel van een kleine zijdeur verder niets.
De heer [gedaagde 2] is in de maand maart nog in het pand geweest en ontdekte daar een opbouw van een “wiet”kwekerij, er waren meerder personen bezig met de opbouw daarvan.
De “voorman", van dezen- [Y] genaamd- vertelde aan de heer [gedaagde 2] dat hij het pand gehuurd had van de heer [X] .
“Deze waardevaststelling is gebaseerd op het gegeven dat het object nog functioneel aan te wenden is en in algemene goede staat verkeerd.”
De staat waar het pand zich thans in bevind is zeer deplorabel. De bedrijfsruimte is echt op slopershoogte en er is heel veel afvalmateriaal in het object achtergelaten. De kantoren zijn redelijk maar ook daar zijn allerlei vernielingen aangebracht en er worden grote vraagtekens gesteld bij de werking van de installaties alsmede de kwaliteit van de aanwezige elektrotechnische voorzieningen.”
€ 135.000,--
3.Het geschil
4.De beoordeling
4.000,00(2,0 punten × tarief € 2.000,00)