ECLI:NL:RBOVE:2015:3702
Rechtbank Overijssel
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake sluiting woning in Almelo wegens drugshandel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 7 augustus 2015 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker uit Almelo. De burgemeester van Almelo had op 31 juli 2015 besloten om de woning van de verzoeker voor de duur van zes maanden te sluiten, omdat er harddrugs in de woning waren aangetroffen. De sluiting was gebaseerd op artikel 13b van de Opiumwet en het Damoclesbeleid. De verzoeker maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 5 augustus 2015 is de verzoeker verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. I. Mercanoglu. De burgemeester werd vertegenwoordigd door mw. A. Hooghiemstra. De voorzieningenrechter overwoog dat de sluiting van de woning een ernstige maatregel is, maar dat de burgemeester op basis van de aangetroffen hoeveelheden harddrugs en de ernst van de situatie in redelijkheid tot sluiting kon besluiten. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester beleidsvrijheid heeft en dat de rechter terughoudend moet toetsen aan de uitoefening van deze bevoegdheid.
De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de verzoeker onvoldoende feiten en omstandigheden had aangedragen die de sluiting onredelijk zouden maken. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting van de woning voor zes maanden niet onredelijk was, gezien de aangetroffen hoeveelheden harddrugs en de impact op de omgeving. De uitspraak benadrukte dat de verzoeker verantwoordelijk is voor wat er in zijn woning gebeurt, ook al was hij zelf niet direct betrokken bij de drugshandel. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.